- Heeft inzicht in het doel van de multidisciplinaire samenwerking.
- Is zich bewust van zijn rol en positie en die van de andere “partijen” in het overleg.
- Kiest bewust een rol: van behandelaar (bij overleg over eigen patiënten), van expert (bij overleg op inhoudelijk niveau- niet direct patiëntgebonden), of vertegenwoordiger van de praktijk of groep.
- Past vergader- en onderhandelingstechnieken toe.
- Maakt afspraken over het delen van verantwoordelijkheden.
- Zit vergaderingen voor, agendeert, maakt en bespreekt een besluitenlijst.
- Evalueert het belang van de uitkomsten van het overleg voor de huisartsvoorziening en doet verslag aan het praktijkteam.
|
- Organiseren
- Maatschappelijk handelen
- Kennis en wetenschap
|