Vierde en voorlopig laatste onderzoek naar observatie van technische vaardigheden in de opleidingspraktijk

In de vorige nieuwsbrief heb ik de stand van zaken van mijn promotieonderzoek naar observatie van technische vaardigheden in de opleidingspraktijk geschetst. Zie voor een uitgebreide samenvatting van de eerste drie onderzoeken de vorige nieuwsbrief. Hieronder een korte samenvatting en de rationale achter mijn vierde en laatste onderzoek.

Achtergrond

  • Observatie van vaardigheden is belangrijk voor feedback en beoordeling. Ik bedoel observatie van de aios door de opleider in de praktijk.
  • Toch wordt er veel minder geobserveerd dan je zou verwachten op grond van dit belang.
  • Het aanvangsniveau van aios is heel verschillend qua vaardigheden; veel basisartsen hebben niet alle coschappen gedaan.
    – De vraag is niet óf aios bepaalde vaardigheden beheersen maar wélke vaardigheden ze op wélk niveau beheersen

Resultaten

  • Uit mijn eerste twee studies (focusgroepen met opleiders respectievelijk aios volgens constructivist grounded theory) komen een paar dingen naar voren:
    – Opleiders willen wel observeren maar aios moeten het initiëren, vinden ze.
    – Opleiders zijn terughoudend met het ongevraagd observeren van met name basisartsvaardigheden (vnl. lichamelijk onderzoek) (ze willen de aios niet controleren; de aios is tenslotte basisarts…).
    – Aios vragen niet om observaties maar om consultaties.
    – Aios vinden het vooral lastig als ze worden geobserveerd bij het uitvoeren van basisartsvaardigheden (hebben het gevoel dat ze die al zouden moeten beheersen; dus voelt als examen).
    – Aios voeren weinig regie over observatiesituaties; en als ze niet tevreden zijn over hoe de opleider dat doet hebben ze vaak niet de neiging dat te bespreken maar eerder de neiging zich terug te trekken en verdere observaties te vermijden.
    – Het om-en-om spreekuur wordt door aios en opleiders gezien als een oplossing voor veel van bovenstaande problemen; echter, lang niet alle opleiders en aios organiseren dat regelmatig.
  • Uit mijn derde studie (fenomenologische interviewstudie met patiënten) blijkt dat patiënten graag meewerken aan de opleiding van de aios en dus ook aan observatiesituaties. Ze vinden het daarbij belangrijk dat ze goed worden geïnformeerd en dat het geobserveerde consult in goede harmonie tussen opleider en aios plaatsvindt. Ze snappen dat ze met de aios moeten praten maar zoeken soms ook even contact met de opleider omdat ze die vaak kennen als hun eigen huisarts en omdat die meer ervaren is. Dat heeft te maken met hun behoefte aan verbondenheid en hun behoefte aan goede zorg. Mijn conclusie is dat het idee dat je moet observeren als de vlieg aan de wand strijdig is met patiëntgerichte zorg. De opleider moet natuurlijk veel ruimte geven aan de aios maar moet ook enig contact tussen hem/haar zelf en de patiënt faciliteren. Patiënten vinden het helemaal niet erg als de opleider hen na zo’n contactmoment verzoekt weer verder met de aios te praten.

Dus we weten al heel wat. Maar wat we nog niet goed weten is hoe aios het geobserveerd worden heel basaal ervaren, los van alle theorie. Dat is de fenomenologische benadering. In de studie met patiënten leverde de fenomenologische benadering een verrassend inzicht op (zie boven). Omdat het gebrek aan observeren in de opleidingspraktijk zo’n hardnekkig probleem blijkt is het belangrijk om een filosofische stap terug te zetten en vanuit een ander paradigma (fenomenologie) naar het probleem te kijken.

Dat willen we in de vierde studie doen.

We, dat is Suzanne van Esch (teamleider huisartsopleiding AMC) en ik, willen een aantal aios, we denken aan minder dan 10, interviewen. Het gaat om diepte-interviews van ca een uur, met eventueel een vervolginterview. We denken aan enkele eerste- en enkele derdejaars aios. We willen de aios selecteren via loting. We zullen dus niet alle aios maar alleen de aios die ingeloot zijn benaderen. Uiteraard is deelname geheel vrijwillig en heeft weigering noch deelname enige consequentie voor de opleiding van de aios. De deelnemers krijgen een vergoeding van 40 euro per gesprek. De gesprekken zullen via Zoom plaatsvinden.

Docenten en opleider van een geselecteerde aios worden niet apart geïnformeerd. Het is aan de aios of hij/zij deelname wil bespreken met de opleider en/of docenten. Alle gegevens worden uiteraard geanonimiseerd verwerkt en zullen niet herleidbaar zijn tot aios, opleiders of docenten.

De onderzoeksopzet is goedgekeurd door de Ethische Toetsingscommissie van de Nederlandse Vereniging voor Medisch Onderwijs (NVMO).

Tot slot
Ik heb mijn onderzoeksresultaten inmiddels in een aantal groepen van aios en opleiders gedeeld met als belangrijkste take home messages:

  • Bespreek de beheersing van vaardigheden zonder gêne of oordeel; maak een plan.
  • Voer een open dialoog over de wederzijdse wensen tijdens observatie en consultatie.
  • Doe geregeld een om-en-om spreekuur.
  • Observeer niet als een vlieg aan de wand maar maak enige interactie tussen patiënt en opleider mogelijk.

Mocht jij als opleider geïnteresseerd zijn, dan kom ik ook in jullie groep graag wat vertellen over mijn onderzoek. Bespreek dit dan met de docenten.

Met hartelijke groet,
Chris Rietmeijer, onderwijscoördinator