Categorie: KBA 8.1 - Palliatieve en stervensfase-gesprek

Uit Wiki HOVUmc
Versie door Jae Klaasen (overleg | bijdragen) op 20 jul 2018 om 13:59 (Nieuwe pagina aangemaakt met '{{KBA 8.1}}')
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Ga naar: navigatie, zoeken
1. Voert een gesprek over het naderend levenseinde. Competenties
  • Bespreekt bij verandering van de prognose de consequenties, bijvoorbeeld: iemand met hartfalen, wel of niet reanimeren, of nog naar het ziekenhuis. Bij oncologische patiënten, wel of niet nog een palliatieve chemokuur;
  • Schenkt aandacht aan de met sterven samenhangende psychische, emotionele of sociale problemen;
  • Neemt voldoende tijd, biedt ondersteuning en geeft ruimte , anticipeert op de toekomst;
  • Komt met patiënt en naasten, eventueel in een drie- gesprek, tot medische beslissingen, bijvoorbeeld over het staken van de behandeling of inzetten palliatieve sedatie en of euthanasie;
  • Respecteert het zelfbeschikkingsrecht van de patiënt met betrekking tot het naderende levenseinde, rekening houdend met autonomie, zingevingsvraagstukken en existentieel lijden.
  1. Medisch handelen
  2. Communicatie
  3. Samenwerken
  4. Maatschappelijk handelen
  5. Professionaliteit