Consultvoeringtoets 2e Huisartsstage: verschil tussen versies

Uit Wiki HOVUmc
Ga naar: navigatie, zoeken
k (Link in tekst gecorrigeerd)
k
Regel 70: Regel 70:
 
#Beschrijf wat je '''anders of beter''' had kunnen doen om je doelen te bereiken.
 
#Beschrijf wat je '''anders of beter''' had kunnen doen om je doelen te bereiken.
 
   </div>
 
   </div>
   <div class="panel-footer"><btn class="btn-primary">https://www.hovumc.nl/doc/Formulier_Reflectieverslag_Consultvoeringstoets.docx|Download het .docx formulier</btn></div>
+
   <div class="panel-footer"><btn class="btn-primary">https://www.hovumc.nl/doc/Formulier_Reflectieverslag_Consultvoeringstoets.docx|Download het formulier (.docx)</btn></div>
 
</div>
 
</div>
  

Versie van 27 aug 2019 om 08:50


Consultvoeringstoetsen

Adjunct hoofd, portefeuillehouder toetsing
Harry Schleypen

Auteurs
Gert Roos
Marrit Kool

Achtergrond:

Video opnames:

Consultvoeringstoetsen:

1. Toelichting Videoconsulten

Videoconsulten selecteren

  • Selecteer 4 video-opnames van door jou gevoerde complexe consulten.
  • Je mag je keuze overleggen met je opleider en je mag je beste consulten (‘good practices’) gebruiken.
  • Het is tevens toegestaan om maximaal 2 video's te selecteren waar je op een eerder moment (bijvoorbeeld bij de Pre-toets consultvoering) positieve feedback op hebt gekregen van je docenten.

Videoconsulten uploaden

  • Gebruik uitsluitend het videoplatform om je video's te uploaden en te delen.
  • Geef elk bestand een duidelijke titel met dezelfde componenten:
    • vermeldt dat het een CVT-video betreft;
    • geef een opvolgnummer;
    • geef een korte omschrijvende titel; bijvoorbeeld:
      CVT-video 1: Spanningsklachten door dreigend ontslag

Reflectieverslag videoconsulten

  • Schrijf voor elk videoconsult een reflectieverslag in het videoplatform volgens het format reflectieverslag.
  • Onderbouw in je verslag de keuzes die je tijdens het consult maakte met betrekking tot de communicatie. In de consultopname moeten deze keuzes terug te zien zijn.

Deadline

  • Uiterlijk 5 maanden voor de einddatum van je opleiding dienen de videoconsulten en bijbehorende reflectieverslagen klaar te staan in het videoplatform voor beoordeling.

2. Toelichting Reflectieverslag

Schrijf voor elk videoconsult een reflectieverslag in Codific volgens het onderstaande format. Onderbouw in je verslag de keuzes die je tijdens het consult maakte met betrekking tot de communicatie. In de consultopname moeten deze keuzes terug te zien zijn.

Format reflectieverslag

  1. Omschrijf kort welke informatie je bij aanvang van het consult al had over de context.
  2. Benoem de contextfactoren die dit consult voor jou complex maken.
  3. Benoem 2 of 3 belangrijke en/of uitdagende doelen die je in dit consult had (zoals informatie verzamelen, uitleg geven of geruststellen) Voorbeeld 'Ik wilde de klachten exploreren met SCEGS (eerste doel), en toen de patiënte heel breedsprakig bleek moest ik haar erg structureren (tweede doel). Er bleek heel veel ongerustheid te bestaan, ik heb geprobeerd haar gerust te stellen (derde doel).'
  4. Beschrijf in welke fasen van het consult (volgens de indeling van Silverman) deze doelen op de voorgrond stonden. Voorbeeld 'Doel 1 betrof vooral het ‘breed exploreren’ met de methodiek van SCEGS, bij doel 2 heb ik veel korte samenvattingen gebruikt en een keer meta-communicatie, bij doel 3 heb ik expliciet haar ongerustheid benoemd en veel ‘gefrisbeed’ om te checken of het goed overkwam'.
  5. Benoem welke consultvaardigheden (volgens de MAAS-Globaal+ je hebt ingezet om deze doelen te bereiken (zoals motiverende technieken of een systeemgesprek).
  6. Beschrijf wat effectief bleek te zijn om je doelen te bereiken.
  7. Beschrijf wat je anders of beter had kunnen doen om je doelen te bereiken.

3. Toelichting Beoordeling CVT

  • De groepsdocenten bekijken de 4 video-consulten en geven per consult binnen het videoplatform ('fragment feedback').
  • Daarnaast geven zij een algemene beoordeling van de consulten op basis van de onderstaande feedback-criteria.
    • Feedback-criteria 1 en 2 hebben betrekking op het reflectieverslag.
    • Feedback-criteria 3 en 4 betreffen de consultopname.

Feedback-criteria:

  1. De aios benoemt correct de belangrijkste context-factoren (reflectieverslag punt 2) en kiest de communicatievaardigheden (volgens MAAS-Globaal+ die passen in deze context (reflectieverslag punt 5).
  2. De aios beschrijft de doelen die zij in het consult wilde bereiken (reflectieverslag punt 3 en 4) en kan aangeven hoe effectief zij daarin was (reflectieverslag punt 6).
  3. De aios toont in het consult dat de in het verslag beschreven vaardigheden daadwerkelijk ingezet worden.
  4. De docent beoordeelt op basis van de MAAS-Globaal+ of de inzet van bepaalde vaardigheden ontbreekt in het consult.

De docenten geven op het formulier ‘Beoordeling aios door docent Consultvoeringstoets’ per consult een beoordeling volgens een 3-punts-schaal: het consult is op, onder of boven niveau. Daarbij schrijven ze een toelichting waarin de feedback op de 4 consulten wordt samengevat.

Bijlagen

In de 1e Fase heb je voor de Basis consultvoeringstoets (BCT) video-opnames van zogenaamde ‘laag complexe’ consulten aangeleverd: eerste contacten waarbij één klacht aan werd besproken.

In de 2e Fase wordt de consultvoering in meer complexe contexten getoetst. Het Landelijk toetsplan omschrijft wat er wordt verstaan onder 'complexe consulten':

“De complexiteit van consulten kan liggen op medisch vlak (spoedeisende zorg, GGZ, SOLK, zeldzame ziekte, palliatieve zorg) en/of op interactioneel gebied (meerdere personen in het consult, claimende patiënten, begeleidingsconsulten, ouderen, kinderen). De toetsing van consultvoering in complexe situaties dient aangepast te worden aan de eisen die deze situaties stellen aan de aios”.

Met behulp van het Communicatiewiel kun je je verdiepen in de complexiteit van het consult. Met name de binnenste blauwe en groene ringen en de buitenste gele ring komen bij de consultanalyse van pas: daarop staan respectievelijk medische factoren, patiëntfactoren en arts-factoren beschreven.

Een ‘complex consult’ kan worden omschreven als een consult waarin 1 of meer contextfactoren (zoals weergegeven in de gekleurde ringen van het Communicatiewiel) complex zijn:

Medische factoren

Ring 3:

  • SOLK
  • GGZ-problematiek (verslaving, psychose, automutilatie, wanen of suïcidaliteit)
  • Palliatieve begeleiding (einde-leven gesprek)
  • Chronische aandoeningen (begeleiding van DM- of COPD-patiënt)

Bekijk

Patiëntfactoren

Ring 4:

  • Emotie en gedrag (breedsprakigheid, introversie)
  • Etniciteit (taalbarrière, aanwezigheid van een tolk)
  • Handicap (een verstandelijke beperking)

Bekijk

Artsfactoren

Ring 5:

  • Overtuigingen (vooringenomenheid)
  • Persoonlijke omstandigheden (vermoeidheid, stress)
  • Tijdsdruk
  • Kennis (onvoldoende kennis hebben van de problematiek die besproken wordt)

Bekijk

Overige factoren

Ring 7:

  • Familiegesprek

Bekijk

Verantwoording: In 2019 wordt er door een landelijke werkgroep gewerkt aan een MAAS-Globaal+ waarin complexere communicatievaardigheden worden benoemd. In afwachting daarvan hebben we vast een lokale HOVUmc-versie gemaakt. Het onderstaande overzicht laat zien hoe de onderdelen van de oorspronkelijke MAAS-Globaal zijn verschillen van de PLUS-onderdelen. Daarbij staan de oorspronkelijke (basis)consultvaardigheden van de MAAS-Globaal in regulier schrift weergegeven en de complexe vaardigheden die bij MAAS-Globaal+ horen
in groen.

MAAS-Globaal+ (HOVUmc)

Sectie 1: Communicatievaardigheden per fase


1. OPENING

  1. Ruimte voor verhaal van de patiënt
  2. Globale oriëntatie op reden van komst
  3. Vragen naar andere redenen van komst
  4. Ruimte geven aan partner of familie van patiënt


2. VERVOLGCONSULT

Voorbeelden van complexe consulten die als vervolgconsult worden geagendeerd: Begeleidingsgesprek in palliatieve zorg; bespreken van 4DKL/klachtendagboek; een systeemgesprek met patiënt en dienst familie, partner, ouders of kinderen.
  1. Noemen van voorgaande klachten, hulpvragen en beleid
  2. Vragen naar uitvoering beleid
  3. Vragen naar beloop


3. HULPVRAGEN

  1. alsmede die van partner of familie)
  2. Noemen van aanleiding voor komst nu
  3. Afronden van vraagverheldering


4. LICHAMELIJK ONDERZOEK

  1. Instrueren van patiënt
  2. Toelichten van onderzoek
  3. Bejegenen van patiënt zorgvuldig en respectvol


5. DIAGNOSE

  1. Noemen van bevindingen en diagnose/hypothese
  2. Noemen van oorzaken of verband tussen bevindingen en diagnose
  3. Noemen van prognose of te verwachten beloop
  4. Naar reactie vragen
    (Context: ernstige diagnose/slechtnieuwsgesprek)


6. BELEID

  1. Overleggen over beleid, alternatieven, voor- en nadelen
  2. Uitvoerbaarheid en opvolggedrag bespreken
  3. Afspraken maken: wie, wat, wanneer
  4. Naar reactie vragen
  5. Toepassen motiverende gespreksvoering
  6. Effectief geruststellen
  7. Correct en volledig toepassen van gezamenlijke besluitvorming bij ingewikkelde keuze. Toepassen principes 'meervoudige partijdigheid'


7. CONSULTEVALUATIE

  1. Algemene vraag
  2. Beantwoording hulpvragen
  3. Voorlopig perspectief

MAAS-Globaal+ (HOVUmc)

Sectie 2: Algemene communicatievaardigheden


8. EXPLOREREN

  1. Exploreren van hulpvragen, wensen of verwachtingen (beleving)
    (alsmede die van partner of familie)
  2. Exploreren van reactie op informatieoverdracht
  3. Binnen het referentiekader van patiënt
  4. Ingaan op non-verbaal gedrag en sleutelwoorden
  5. Exploreren van SCEGS (zoals bij vermoeden SOLK)
  6. Stellen van anticiperende vragen


9. EMOTIES

  1. (door)vragen naar gevoelens
  2. Gevoelsreflecties (inclusief aard en intensiteit)
  3. Voldoende door hele consult heen
  4. Als er veel emotie in het spel is


10. INFORMATIEOVERDRACHT

  1. Aankondigen, categoriseren
  2. Kleine hoeveelheden, concrete uitleg
  3. Begrijpelijk taalgebruik
  4. Naar begrijpen vragen
  5. Verklaringsmodellen gebruiken (zoals bij SOLK)
  6. Risico-communicatie


11. SAMENVATTEN

  1. Inhoudelijk correct, volledig
  2. Beknopt, in eigen woorden
  3. Toetsend
  4. Voldoende door gehele consult heen


12. STRUCTURERING

  1. Logische volgorde van fasen
  2. Evenwichtige tijdsverdeling
  3. Aankondigingen (anamnese, onderzoek, andere fasen)
  4. Toepassen van structurerende technieken in een moeilijk te structureren consult


13. EMPATHIE

  1. Houding betrokken, uitnodigend en oprecht meevoelend in intonatie, gebaren en oogcontact
  2. Van meeleven getuigende korte verbale reacties


Overzicht van de consultvoeringstoetsen in de Huisartsopleiding

1e Huisartsstage 2e Huisartsstage
in de 4e maand voor de 7e maand in de 4e maand 5 maanden voor einde opleiding
Pre-toets Basis consultvoeringstoets
BCT
Pre-toets Consultvoeringtoets
2e Huisartsstage