Klinische stage: verschil tussen versies

Uit Wiki HOVUmc
Ga naar: navigatie, zoeken
Regel 169: Regel 169:
 
{{Handleiding - Voortgang en beoordeling}}
 
{{Handleiding - Voortgang en beoordeling}}
 
  </accordion>
 
  </accordion>
Tijdens de  klinische stage heeft de aios een intakegesprek aan het begin, een halverwege, en een beoordelings- en evaluatiegesprek aan het eind van de drie of zes maanden. De docent is bij voorkeur aanwezig bij dat gesprek tijdens het praktijkbezoek of via beeldbellen. De aios vertaalt de beoordeling naar bijstellingen van het [[IOP]]. De ComBeL  klinische stage geeft de specifieke indicatoren bij alle competentiegebieden. De thema's geven de kenmerkende beroepsactiviteiten (KBA's) waarbinnen de aios de competentieontwikkeling laat zien. Zie ook [[Tijdpad toetsing en beoordeling Klinische stage]] en [[Verplichtingen Klinische stage]].
+
Tijdens de  klinische stage heeft de aios een intakegesprek aan het begin, een voortgangsgesprek halverwege, en een beoordelings- en evaluatiegesprek aan het eind van de drie of zes maanden. De docent is bij voorkeur aanwezig bij een voortgangs- of beoordelingsgesprek, tijdens het praktijkbezoek of via beeldbellen. De aios vertaalt de beoordeling naar bijstellingen van het [[IOP]]. De ComBeL  klinische stage geeft de specifieke indicatoren bij alle competentiegebieden. De thema's geven de kenmerkende beroepsactiviteiten (KBA's) waarbinnen de aios de competentieontwikkeling laat zien. Zie ook [[Tijdpad toetsing en beoordeling Klinische stage]] en [[Verplichtingen Klinische stage]].
 
</div>
 
</div>
 
<big>'''Overzicht verplichtingen'''</big>
 
<big>'''Overzicht verplichtingen'''</big>

Versie van 30 apr 2020 om 11:37


Klinische stage

Onderwijscoördinatoren
Beatrijs de Leede
Chris Rietmeijer

Teamleider
Jeroen Woertman

Assistent teamleider
Pacale Scheerman

Klinische stage

Handleiding klinische stage

Na de 1e huisartsstage volgt de aios enkele externe stages, waaronder een klinische stage van zes maanden. Aanpassing van de duur van de klinische stage op basis van eerder opgedane werkervaring in de klinische setting is mogelijk. Zie voor nadere informatie hierover het vrijstellingsreglement.

Deze handleiding biedt een praktische beschrijving van het praktijkleren en het instituutsonderwijs tijdens de klinische stage.

Doelen en globale inhoud

Uit het Landelijk opleidingsplan: De klinische stage heeft als doel het ontwikkelen van klinische competenties op het gebied van ziektebeelden die in de huisartspraktijk minder geclusterd voorkomen. De nadruk ligt op spoedeisende zorg. Er is aandacht voor diagnostiek en behandeling van patiënten, die door de huisarts naar de tweede lijn verwezen zijn, voor de verschillen tussen de eerste en tweede lijn en voor de samenwerking tussen eerste en tweede lijn.

De stage wordt doorlopen in één periode van zes maanden of twee periodes van drie maanden, afhankelijk van de beschikbaarheid van stageplaatsen en de keuzes van aios. Behalve op een SEH kan de klinische stage ook plaatsvinden op een afdeling kindergeneeskunde, interne geneeskunde, chirurgie of verloskunde/gynaecologie. Daar ligt de focus op voor huisarts relevante ziektebeelden en kleine verrichtingen.

De volgende thema's uit het Landelijk Opleidingsplan krijgen extra aandacht:

Van de competentiegebieden krijgt Medisch handelen, en dan vooral medisch technische vaardigheden, extra aandacht. Zie het Competentieprofiel van de huisarts, de ComBeL Klinische stage.

Door deze thema's met de bijbehorende KBA's, en de ComBeL, te bestuderen en met de opleider te bespreken krijgt de aios een idee van de stand van zaken met betrekking tot de eigen competentieontwikkeling in de breedte en diepte. Op de Wiki zijn er voor elk thema bouwstenen te vinden die behulpzaam zijn voor het terugkomdagonderwijs, voor het leren in de praktijk en voor zelfstudie.

Het zwaartepunt van de opleidingsdoelen ligt bij het snel en adequaat leren ingrijpen bij spoedeisende en levensbedreigende klachten en aandoeningen bij alle patiëntencategorieën. Kleine chirurgie is het tweede belangrijke aandachtspunt.

Stages die plaatsvinden op een afdeling kindergeneeskunde, verloskunde/gynaecologie, chirurgie of interne geneeskunde geven gelegenheid om geconcentreerd competenties te verwerven op die gebieden.

De klinische stage is bij uitstek geschikt om de samenwerking tussen de eerste en tweede lijn nader te leren kennen vanuit het perspectief van de tweedelijnsvoorziening. In het instituutsonderwijs wordt steeds gefocust op de afbakening van en de samenwerking met de eerste lijn, de transitie van patiënten tussen de eerste en tweede lijn en de daarmee verbonden uitdagingen voor alle betrokkenen (samenwerken, verschillen in visie/benadering/richtlijnen).

Afstemming met de huisartsstages

De thematiek van de klinische stage sluit vooral aan bij de 1e huisartsstage, waar de spoedeisende zorg in de context van de dagpraktijk en de HAP wordt geleerd.

Praktijkleren

De aios leert het vak in de praktijk. Patiëntenzorg en de vragen die daaruit ontstaan sturen voor een groot deel het leren. Daarbij zijn van belang:

  • Een voldoende en divers patiëntenaanbod.
  • Een goede balans tussen zelfstandig werken en begeleiding. De aios leert vooral door zelfstandig patiëntenzorg te bieden onder direct beschikbare supervisie. Daarbij is regelmatig overleg met, en observatie door, de stageopleider cruciaal. Dit garandeert de patiëntveiligheid en maakt het opsporen van blinde vlekken bij de aios mogelijk. Deze balans wordt onder andere mogelijk gemaakt door:
    • Ad-hoc overleg over individuele patiënten.
    • Geregelde leergesprekken.
    • Observaties m.b.v. KPB: Korte praktijkbeoordeling. Het KPB-formulier nodigt uit tot gedetailleerde feedback.
    • Voortgangsgesprekken halverwege en aan het eind van de stage.

Instituutsonderwijs

De SEH-stage begint met de zogenaamde STARtclass Huisartsgeneeskunde II. Ook de meeste andere klinische stages worden voorafgegaan door de STARtclass. De STARtclass is een landelijk georganiseerd programma met zes dagen onderwijs, dat voorgaat aan de eigenlijke stage. De STARtclass vindt plaats bij Schola Medica in Utrecht.

  • Het hoofddoel van de STARtclass is de aios goed voor te bereiden op het praktisch werken op de SEH, ook met het oog op patiëntveiligheid. De STARtclass wordt afgesloten met een toets; deze geldt als toegangsbewijs voor het werken op de stageplaats.

Na de STARtclass resteren nog tien onderwijsdagen (in 6 maanden) op het instituut (circa eens per drie weken). De terugkomdaggroep van de 1e huisartsstage blijft zo veel mogelijk bij elkaar.

De opbouw van de terugkomdag kent een aantal vaste onderdelen:

Feedback en reflectie zijn essentieel voor het zelfsturend leren van de aios. In het onderwijs is daarom ruimte gereserveerd voor reflectierondes. Aios leggen casus en dilemma's voor aan hun groepsgenoten en docenten. Door reflectie en feedback op deze praktijkervaringen krijgt de aios meer grip op de ervaring, en handvatten voor de verdere professionele ontwikkeling. Dit kan leiden tot gerichte leeractiviteiten. De ingebrachte vragen uit de praktijk kunnen ook richting geven aan de planning van het onderwijs in de groep. Zie Leerlijn professionaliteit.

De aiosgroep kiest welke onderwerpen aandacht moeten krijgen in het groepsonderwijs. Bij de voorbereiding en uitvoering daarvan hebben aios een actieve rol. Het is de verantwoordelijkheid van de docenten om de kwaliteit van het aiosonderwijs te borgen; zij doen dit door het actief begeleiden van de aios in de voorbereiding en door het geven van feedback op vorm en inhoud van het uitgevoerde aiosonderwijs. Het is daarbij van belang dat het onderwijs aansluit op de leerwensen van de groep. Op de Wiki zijn per thema en per competentiegebied onderwijsbouwstenen te vinden die behulpzaam zijn bij het voorbereiden en vormgeven van dit onderwijs.

Naast het aiosonderwijs is er onderwijs door de docenten. Docenten hebben hun eigen expertisegebieden. Zo geven gedragswetenschappelijk docenten onder meer trainingen in samenwerken en arts-patiëntcommunicatie. Huisartsdocenten geven onderwijs over medisch-inhoudelijke onderwerpen, bijvoorbeeld bij de introductie van een nieuw thema.

Op de terugkomdag is er tijd voor individuele begeleiding van de aios door de docenten. Individuele begeleiding vindt ook plaats binnen de digitale leeromgeving Canvas waar de docenten inhoudelijk kunnen reageren op bestanden die de aios uploadt, zoals het Individueel ontwikkelingsplan (IOP). Naast de aios begeleidt de docent ook dienst opleider (tijdens de parallel- en koppeldagen) en het aios-opleiderkoppel, bijvoorbeeld door praktijkbezoeken af te leggen en voortgangsgesprekken bij te wonen. We spreken hierbij van samenwerking rond het leren van de aios in de driehoek van aios-opleider-docent.

Expertonderwijs is onderwijs dat wordt gegeven door een expert op een bepaald vakgebied.

Tijdens de klinische stage is er expertonderwijs op veel middagen. Het actuele aanbod van expertonderwijs in 2020 bevat onderstaande thema's:

  • Acute KNO
  • Medische zorg aan ongedocumenteerden/diversiteit op de SEH
  • Communicatie in de acute situatie
  • Ontregelde diabetes
  • Bewustzijnsstoornissen
  • Klinisch redeneren en communicatie op de SEH
  • Omgaan met agressie
  • Reuma
  • Brandwonden/wondverzorging
  • Uro-gynaecologie
  • Het acuut zieke kind
  • Gynaecologie
  • Wetenschappelijke vorming
  • Party drugs

Om het cursorisch onderwijs voor een komende periode voor te bereiden zijn er op de terugkomdag regelmatig evaluatie- en planningsmomenten nodig. Hier wordt teruggekeken naar de voorafgaande periode (wat beviel, wat werd gemist) en vooruitgekeken naar het onderwijs in de komende periode (leerwensen aios binnen het kader van de opleidingsperiode en andere wensen). Er worden afspraken gemaakt over wie wat gaat doen.

Vanaf het eerste voortgangsgesprek in de 1e huisartsstage (5e maand) beschrijft de aios leerdoelen in het IOP dat een plaats krijgt in het ontwikkelingsdossier in het e-portfolio. Het IOP is een verplicht onderdeel van de opleiding. Het doel van het IOP is het ondersteunen van de zelfsturing in het leren. De aios maakt bewuste keuzes en zoekt daarover actief het gesprek met de opleider en/of de docent.

Aan het begin van de stage is er in het intakegesprek met de stageopleider én op de terugkomdag aandacht voor de leerdoelen van de aios; waaraan kan en wil de aios in de huidige stageplek vooral aandacht geven met het oog op de kaders zoals geformuleerd in de thema's en de ComBeL klinische stage?

Zelfstudie en Opdrachten

Zelfstudie en opdrachten hebben als doel om, binnen het kader van de opleidingsdoelen, persoonlijke leerdoelen te kiezen en daaraan te werken, veelal uitmondend in een casus- of themapresentatie in de groep. De opdrachten zijn voor alle aios verplicht.

De aios is volgens de CAO gerechtigd om per week 3 uur opdrachttijd in de praktijk te reserveren. Dat geeft ruimte om bijvoorbeeld specifieke patiënten te zien; denk bijvoorbeeld aan Chronische zorg of SOLK. Daarnaast kan de opdrachttijd benut worden voor literatuuronderzoek, overleg en verslaglegging.

Een aantal opdrachten is beschreven. Aios kunnen, gemotiveerd en in overleg, van een opdracht afwijken als dat beter past bij het behalen van de betreffende leerdoelen (zelfsturing binnen kaders). Klik hier voor inspiratie.

Waar mogelijk kunnen opdrachten gecombineerd worden, bijvoorbeeld een presentatie over de opdracht Praktijkverbeterplan of een opdracht die door twee aios samen wordt uitgevoerd.

Leerdoelen en opdrachten worden vastgelegd in het IOP.

De opdrachten tijdens de klinische stage zijn:

  • Opdracht Aiosonderwijs
  • Opdracht KPB (Korte Praktijk Beoordeling)
  • Opdracht PICO (bij 6-maands stage, i.c.m. opdracht Aiosonderwijs)

Aios hebben een actieve rol in de voorbereiding en presentatie van door de groep gekozen verdiepingsonderwijs. Zo werken zij aan verschillende competentiegebieden inclusief de competentie kennis en wetenschap. De docenten borgen de kwaliteit van dit aiosonderwijs door het actief begeleiden van de aios in de voorbereiding; dit betekent dat de aios de presentatie ruim tevoren aan de docent voorlegt en vraagt om feedback op keuze van inhoud, inzet van blended learning, presentatie etc. Inzet hiervan is hoge kwaliteit van het onderwijs voor alle aios. En uiteraard toename van competenties van de presenterende aios op het gebied van kennis en wetenschap.

Werkwijze Bereid, liefst naar aanleiding van een eigen casus, met een eigen vraag of probleem, een onderwerp voor. Kijk over welke KBA'(s) je presentatie gaat en raadpleeg op de eerste plaats de Wiki bij het zoeken naar relevante informatie. Raadpleeg eventueel je docent voor tips, inhoudelijk en/of didactisch. Geef groepsgenoten en docenten een voorbereidende leesopdracht; vermijd het presenteren van kennis die gemakkelijk door zelfstudie kan worden verworven (zoals NHG-standaarden).

Zorg bij de presentatie voor interactiviteit, gebruik het probleemoplossend vermogen van de groep door bijvoorbeeld relevante vragen te stellen waar je zelf het antwoord niet op hebt gevonden of die niet eenduidig te geven zijn.

Betrek naast de competentie Vakinhoudelijk handelen ook één of meer andere competentiegebieden.

Bespreek tijdens de presentatie hoe je naar wetenschappelijke onderbouwing gezocht hebt en wat de resultaten daarvan zijn. Maak eventueel een PICO.

Doel
  • Toename van toegepaste kennis (alle relevante competentiegebieden).
Activiteit
  • Voorbereiding en presentatie van een casusbespreking.
Resultaat
  • Toename van kennis bij presentator en groepsgenoten.
  • Ontwikkeling competentie Kennis en wetenschap bij presentator.
Tijd
  • 3 uur (voorbereiding).
Nabespreking
  • Na elke presentatie volgt feedback door docenten en groepsgenoten op inhoud en presentatie.


De KPB (Korte Praktijk Beoordeling) is een toetsing- en beoordelingsinstrument waarmee de aios zich laat observeren bij een concrete activiteit. Door zich vaak kortdurend te laten observeren en feedback te krijgen, kan de aios een goede indruk krijgen van zijn functioneren. En omgekeerd: door de resultaten ervan over de dragen aan bijvoorbeeld de docenten kunnen zij zich een beeld vormen van het functioneren van de aios.

Deze werkwijze, inclusief een bijpassend beoordelingsformulier, is oorspronkelijk ontwikkeld in de klinische setting, maar tegenwoordig wordt het ook daarbuiten steeds vaker gebruikt. Er bestaan inmiddels ook meerdere formulieren waaruit de aios zelf kan kiezen. Ze kunnen worden ingevuld door daarvoor in aanmerking komende personen. Op deze manier wordt het praktijkhandelen vanuit vele hoeken bekeken (360 graden feedback).

Het aantal KPB’s dat de aios moet laten invullen wordt in het begin van de stage door de docenten vastgesteld. Hetzelfde geldt voor de manier waarop de KPB’s worden aangeleverd en eventueel tijdens de terugkomdagen worden nabesproken. Als regel geldt dat de aios 5 KPB's bij 3 maands klinische stage invult en 8 KPB's bij een 6 maands klinische stage.

Doel
  • Informatie verzamelen over het feitelijk handelen van de aios ten dienste van educatieve feedback en eindbeoordeling.
Activiteit
  • Gedurende de stage laat de aios de KPB’s invullen door relevante personen in de stagesetting, bijvoorbeeld: stageopleider, arts-assistenten, verpleegkundigen, mede- aios, co- assistent, patiënt.
Resultaat
  • KPB’s die input geven voor het IOP en voor de beoordeling van de aios
Tijd
  • 10-15 minuten per KPB
Nabespreking
  • Aansluitend aan de KPB met de beoordelaar en verder in overleg met de groepsdocenten

In het kader van de competentie Kennis en wetenschap maakt de aios aan de hand van een vraag uit de praktijk een PICO/CAT. Dit is een methode om systematisch evidence te zoeken om een vraag uit de praktijk te beantwoorden waarvoor de gebruikelijke naslagliteratuur geen direct antwoord heeft. De aios presenteert de resultaten aan de groep. Deze opdracht kan gecombineerd worden met de opdracht aiosonderwijs. Het is ook mogelijk deze opdracht als tweetal te doen.

Voortgang en beoordeling

Elke vier maanden zijn er voortgangsgesprekken, zowel tussen aios en opleider als tussen aios en docent. De competentieontwikkeling van de aios in de afgelopen periode wordt besproken en er wordt vooruitgekeken naar welke leerdoelen centraal zullen staan in de volgende periode. De aios heeft hierin een actieve rol en maakt inzichtelijk aan opleider en docent hoe ver deze is ten opzichte van het competentieprofiel huisarts. De competentieboordelingslijst ComBeL dient hierbij als onderlegger en beoordelingsinstrument. De thema's van het Landelijk OpleidingsPlan (LOP) met de bijhorende KBA's geven de context waartegen de competentieontwikkeling wordt bezien.

Opleider en docent hebben een coachende rol bij de leeractiviteiten van de aios. Daarnaast hebben opleider en docent een beoordelende rol bij de competentieontwikkeling van de aios. Alles over voortgang en beoordeling staat uitgebreid beschreven op de Wiki-pagina Toetsing en Beoordeling. Op de pagina Verplichtingen aios staat een overzicht van alle verplichtingen per stage.

Elke aios is verantwoordelijk voor het bijhouden van zijn/haar eigen voortgang in het e-portfolio en op Canvas. Het portfolio bevat de voortgangsadviezen, voortgangsbeslissingen en een neerslag van de beoordelingen en prestaties van de aios die het bewijs vormen van het verworven niveau van de competenties. We beschouwen de aios als eigenaar van het portfolio. De aios nodigt de beoordelaars uit om de beoordelingen in te vullen. Twee keer per jaar maakt de aios de Landelijke Huisartsgeneeskundige Kennistoets (LHK).

Tijdens de klinische stage heeft de aios een intakegesprek aan het begin, een voortgangsgesprek halverwege, en een beoordelings- en evaluatiegesprek aan het eind van de drie of zes maanden. De docent is bij voorkeur aanwezig bij een voortgangs- of beoordelingsgesprek, tijdens het praktijkbezoek of via beeldbellen. De aios vertaalt de beoordeling naar bijstellingen van het IOP. De ComBeL klinische stage geeft de specifieke indicatoren bij alle competentiegebieden. De thema's geven de kenmerkende beroepsactiviteiten (KBA's) waarbinnen de aios de competentieontwikkeling laat zien. Zie ook Tijdpad toetsing en beoordeling Klinische stage en Verplichtingen Klinische stage.

Overzicht verplichtingen

Verplichtingen
1e Huisartsstage
Klinische
stage
CZ
stage
GGZ
stage
Verplichtingen
2e Huisartsstage

 

Individualisering opleiding

Binnen het beschreven curriculum heeft de aios veel te kiezen. Aios met relevante werkervaring voorafgaand aan de opleiding kunnen vrijstellingen voor stages aanvragen. Aios hebben, binnen wettelijke kaders, een rol in het kiezen van welke soort externe stage zij willen volgen. Dit alles wordt vastgelegd in het Individueel opleidingsschema (IOS). Tijdens de tweede huisarts-stage is er een aanbod van expertonderwijs, waaruit gekozen kan worden. Tevens zijn er dan differentiatiemogelijkheden, een aanvullend, landelijk en verdiepend onderwijsaanbod waarmee de aios zich extra kan bekwamen in een specifiek onderdeel van de huisartsgeneeskunde. Congresbezoek kan een aantal terugkomdagen vervangen. Bestuursactiviteiten bij de LOVAH (Landelijke Organisatie van Aspirant Huisartsen) kunnen deels in opleidingstijd worden gedaan. Zie ook het Aanwezigheidsreglement.

Onderwijsinformatiesystemen

Binnen de huisartsopleiding werken we met verschillende digitale systemen. Zie voor een uitgebreide beschrijving de handleiding ICT.

  • E-portfolio. Een online portfolio waarin de aios opneemt: alle ComBels en voortgangsadviezen, alsmede de reflectieverslagen na de voortgangsgesprekken, de verklaringen dienstdoen, supervisiebeoordelingen.
  • Canvas. De interactieve digitale leeromgeving waarop de aios binnen zijn/haar groep kan communiceren over inhoudelijke en praktische zaken, zoals voortgang in het individueel ontwikkelingsplan, literatuur, presentaties. Ook het rooster is opgenomen in Canvas.
  • HOVUmc-Wiki. Deze open, online informatiebron bevat een groot aantal onderwijsbouwstenen, gerangschikt onder vijftien leerlijnen. Een bouwsteen bevat informatie over een bepaald onderwerp. De bouwstenen zijn bruikbaar bij het maken van onderwijs door aios en docenten, ter ondersteuning van het praktijkleren, voor zelfstudie en voor leergesprekken. Naast onderwijsinhoudelijke informatie bevat de Wiki alle handleidingen en regelgeving van de opleiding.
  • Videoplatform. Dit is een beveiligde online omgeving waar aios video-opnames van consulten uploaden om later terug te kijken met de opleider, de docenten of de terugkomdaggroep. Ook vindt via dit platform de beoordeling voor de BasisConsultvoeringsToets en de consultvoeringstoets van de tweede huisartsstage plaats.
  • Webmail. Iedere aios krijgt voor de duur van de opleiding een eigen VUmc-account.

  Overzicht stagehandleidingen

Handleiding
1e Huisartsstage
Klinische
stage
CZ
stage
GGZ
stage
Handleiding
2e Huisartsstage