Leerlijn communicatie

Uit Wiki HOVUmc
Versie door Marrit Kool (overleg | bijdragen) op 4 apr 2019 om 08:26 (consulttaken zonder bouwsteen weg)
Ga naar: navigatie, zoeken
Leerlijn communicatie
Leerlijnhouder

Gert Roos

Leerlijnmedewerkers

Marrit Kool

Communicatie

Artsen voeren tijdens hun werkzame leven zo’n 200.000 gesprekken met patiënten. Om deze gesprekken in goede banen te leiden is het kunnen toepassen van professionele gespreksvaardigheden van belang. Goede arts-patiëntcommunicatie is van positieve invloed op de tevredenheid van de patiënt en de arts, en op de effectiviteit van de behandeling.

Arts-patiëntcommunicatie (APC) binnen de opleiding

Om je gespreksvaardigheden te verbeteren, heb je allereerst kennis en begrip nodig: wat gebeurt er in een consult op gebied van communicatie?, welke keuzes maak je in een gesprek? Vervolgens is oefening onder supervisie van inspirerende rolmodellen van belang.

Het onderdeel APC op deze Wiki biedt je praktisch materiaal waarmee je je kennis en vaardigheid op dit gebied kunt vergroten. Zowel theoretische achtergronden en communicatiemodellen als hulpmiddelen in gespreksvoering komen aan bod. De terugkomdag en opleidingspraktijk bieden vervolgens ruimte voor het oefenen - onder andere door middel van duo-spreekuren, video-observaties en rollenspelen.

APC-gespreksvaardigheden binnen de opleiding

Het onderwijs over arts-patiëntcommunicatie wordt in de opleiding in twee stappen opgebouwd. Eerst leer je de basisgespreksvaardigheden. Zodra je die beheerst, is er ruimte voor de tweede stap: context-specifiek en doelgericht communiceren.

  1. Basisgespreksvaardigheden. In de eerste zes maanden van de eerste huisartsstage werk je aan de basisgespreksvaardigheden van arts-patiëntcommunicatie - zoals het verhelderen van de hulpvraag, het bieden van structuur en het goed uitleggen van je behandelvoorstel. Deze eerste opleidingsfase wordt afgesloten met de basis consultvoeringstoets. Daarin worden de basisgespreksvaardigheden getoetst.
  2. Context-specifiek en doelgericht communiceren. In het vervolg van de opleiding ga je de basisvaardigheden toepassen binnen de verschillende contacten met patiënten. Je leert je communicatie af te stemmen op de context van elk specifiek consult, maar ook om het in te zetten voor de doelen die je zelf binnen dat consult wil bereiken. Dit wordt ‘context-specifiek en doelgericht communiceren’ genoemd. Het huisartsenvak kenmerkt zich door een enorme variatie in contextfactoren, het doel van de dokter kan binnen het verloop van een consult variëren. In fase 2 van de opleiding wordt het contextspecifiek en doelgericht inzetten van communicatievaardigheden in meer complexe consulten getoetst.

APC-bouwstenen

Op deze Wiki zijn de APC-bouwstenen volgens bovenstaande indeling geordend. Deze bouwstenen helpen je om je te ontwikkelen op het gebied van gespreksvaardigheden. Bouwstenen hebben uiteenlopende vormen: op deze Wiki vind je ter ondersteuning van het onderwijs onder meer videomateriaal, communicatietools voor in de spreekkamer, powerpoint-presentaties en suggesties voor ondersteunende literatuur.

Bouwstenen Basisgespreksvaardigheden

De bouwstenen bij APC - Basisgespreksvaardigheden zijn gerangschikt naar de verschillende fases van het consult, volgens het model van Silverman. Je kunt deze bouwstenen ook vinden via de zoekfunctie op de Wiki.

Consulttaak 1 - Beginnen van het consult

Consulttaak 4 - Uitleg en planning

Bouwstenen Context-Specifieke communicatie

De bouwstenen bij APC - Context-specifieke en doelgerichte communicatie zijn ingedeeld naar de leerlijnen van de opleiding. Binnen elke leerlijn komen specifieke gespreksvaardigheden ter sprake. Zo wordt er binnen leerlijn SOLK aandacht besteed aan uitgebreide klachtenexploratie volgens het SCEGS-model, en leer je motiverende gespreksvoering in te zetten bij leerlijn chronische zorg. De bouwstenen over context-specifieke en doelgerichte communicatie kun je vinden onder de gerelateerde leerlijn, maar ook via de zoekfunctie op de Wiki.

Communicatie aandachtspunten bij het thema korte episode zorg.

De aios:

  • Verheldert het probleem, de klacht, de betekenis en de hulpvraag binnen het referentiekader van de patiënt (patiëntgerichte communicatie: biopsychosociale model)
  • Bepaalt met de patiënt de prioriteit van de problemen en stemt af op de beschikbare tijd
  • Wint informatie doelmatig in
  • Bespreekt de uitslagen van onderzoeken en de diagnose met de patiënt (overeenstemming)
  • Geeft uitleg en advies (patiëntenvoorlichting)
  • Past gedeelde besluitvorming toe afgestemd op de behoefte van patiënt
  • Stelt effectief gerust bij veelvoorkomende klachten en aandoeningen die doorgaans vanzelf overgaan
  • Structureert het consult en is hierin flexibel binnen de context
  • Evalueert het consult
  • Werkt aan de relatie met de patiënt
  • Kan non-verbale communicatie expliciteren en bespreken (cues, metacommunicatie).

Deze aandachtspunten, opgetekend in het Landelijk APC Curriculum, vinden aansluiting met de Leerlijn korte episode zorg.

 

De aios:

  • Verheldert het probleem, de klacht, de betekenis en de hulpvraag binnen het referentiekader van de patiënt (patiëntgerichte communicatie: biopsychosociale model)
  • Bepaalt met de patiënt de prioriteit van de problemen en stemt af op de beschikbare tijd
  • Wint informatie doelmatig in
  • Bespreekt de uitslagen van onderzoeken en de diagnose met de patiënt (overeenstemming)
  • Geeft uitleg en advies (patiëntenvoorlichting)
  • Past gedeelde besluitvorming toe afgestemd op de behoefte van patiënt
  • Stelt effectief gerust bij veelvoorkomende klachten en aandoeningen die doorgaans vanzelf overgaan
  • Structureert het consult en is hierin flexibel binnen de context
  • Evalueert het consult
  • Werkt aan de relatie met de patiënt
  • Kan non-verbale communicatie expliciteren en bespreken (cues, metacommunicatie).

Deze aandachtspunten, opgetekend in het Landelijk APC Curriculum, vinden aansluiting met de Leerlijn spoedeisende zorg.

 

De aios:

  • Voert een gesprek over gezondheidsrisico’s, probeert inzicht te krijgen in de leefstijl en de bereidheid van de patiënt daarin te veranderen
  • Maakt gebruik van motiverende gespreksmethodieken bij het bespreken van gedragsverandering
  • Gebruikt de Minimale Interventie Strategie bij veranderen en wijzigen van risicovol gezondheidsgedrag (roken, overgewicht)
  • Bespreekt mogelijke hulpmiddelen bij gedragsverandering zoals e-health of verwijzing naar gespecialiseerde zorg
  • Vraagt naar en bespreekt therapietrouw, zelfmanagement en zelfzorg, en onderzoekt met de patiënt wat deze hiervoor nodig heeft
  • Vraagt naar en bespreekt de betekenis voor de patiënt van een chronische ziekte
  • Voert een slechtnieuwsgesprek.

Deze aandachtspunten, opgetekend in het Landelijk APC Curriculum, vinden aansluiting met de Leerlijn chronische zorg.

 

De aios:

  • Houdt in een gesprek rekening met een zintuiglijke of cognitieve beperking
  • Houdt in een gesprek met een verwarde oudere patiënt rekening met diens toestand
  • Vraagt of gaat na van wie de hulpvraag is (patiënt, familie, mantelzorg)
  • Vraagt naar en bespreekt vermoedens van ouderenmishandeling
  • Vraagt naar en bespreekt eenzaamheid, zingeving en verlies van functies bij ouderen
  • Bespreekt de behandelwens en een eventueel behandelverbod.
  • Benoemt het doel van de behandeling of zorg
  • Stelt in samenspraak met de patiënt het behandelplan op en evalueert dit periodiek (betrekken)
  • Bespreekt de zorg met familie of mantelzorger (positie en belasting, conflicterende meningen)
  • Bespreekt keuzes en overlegt met alle betrokkenen over het levenseinde van patiënt.

Deze aandachtspunten, opgetekend in het Landelijk APC Curriculum, vinden aansluiting met de Leerlijn complexe ouderenzorg.

 

De aios:

  • Maakt contact met het kind, betrekt het in het consult en houdt in de communicatie rekening met diens emotionele en cognitieve ontwikkeling
  • Geeft in een gesprek met ouder en kind ieder zijn rol en verdeelt de tijd en aandacht adequaat
  • Vraagt naar en bespreekt (het vermoeden van) kindermishandeling
  • Vraagt naar en bespreekt problemen waarmee het kind niet zelf komt, maar die bekend zijn door eigen observatie of contact met gezinsleden en/of leefomgeving
  • Betrekt in de bespreking van de zorg voor het kind de context waarin het kind leeft (gezin en school)
  • Bespreekt de eigen (gedeeltelijke) beslissingsbevoegdheid bij kinderen tussen 12-16 jaar (keuzevrijheid)
  • Indien van toepassing: bespreekt met het kind de belasting van het zorg (moeten) dragen voor een zieke ouder en/of ouder met een verstandelijke beperking en biedt hierin praktische en emotionele ondersteuning.

Deze aandachtspunten, opgetekend in het Landelijk APC Curriculum, vinden aansluiting met de Leerlijn zorg voor het kind.

 

De aios:

  • Doet een brede klachtexploratie aan de hand van een model als SCEGS
  • Stelt zich open voor de klachtinterpretaties van de patiënt
  • Verlegt de aandacht van oorzaak van de klacht naar het benoemen van factoren die de klachten in stand houden
  • Bespreekt de mogelijkheid van klachtenregistratie, legt het doel uit, bespreekt na en zoekt samen met de patiënt naar patronen in klachten en beïnvloedende factoren
  • Zoekt en benoemt met de patiënt een gemeenschappelijke probleemformulering
  • Gebruikt oplossingsgerichte gespreksmethodieken of cognitief gedragstherapeutische interventies
  • Benoemt alarmerende gedachten en stelt zo nodig gerust.
  • Bespreekt de meest passende behandeling of verwijzing

Deze aandachtspunten, opgetekend in het Landelijk APC Curriculum, vinden aansluiting met de Leerlijn SOLK.

-

 

De aios:

  • Benoemt en bespreekt spanningsklachten in een vroeg stadium
  • Houdt bij het inzetten van empathie in een gesprek met een psychiatrische patiënt rekening met diens toestandsbeeld
  • Gebruikt structurerende gesprekstechnieken bij een verwarde patiënt
  • Stemt eigen taalgebruik af op het begripsniveau van de patiënt
  • Vraagt en bespreekt wat het hebben van een psychische of psychiatrisch ziekte betekent voor de patiënt en naasten
  • Vraagt naar en bespreekt seksualiteit en seksuele problemen
  • Gebruikt de-escalerende gespreksmethodieken in een gesprek met een patiënt met weerstand, een conflict of bij agressie
  • Vraagt naar en bespreekt suïcidegedachten en -plannen
  • Toetst indien nodig de wilsbekwaamheid en bespreekt
  • Maakt verslavingsproblematiek bespreekbaar
  • Gebruikt motiverende gespreksmethodieken bij verslavingsproblematiek
  • Gebruikt begeleidingsmethodieken en cognitief gedragstherapeutische technieken, geeft psycho-educatie
  • Vraagt proactief naar en bespreekt de mogelijkheid van huiselijk en seksueel geweld.
  • Herkent persoonlijkheidsproblematiek en anticipeert hierop in de communicatie

Deze aandachtspunten, opgetekend in het Landelijk APC Curriculum, vinden aansluiting met de Leerlijn psychische klachten.

 

De aios:

  • Voert tijdig gesprekken met de patiënt en zijn naasten over wensen en behandelmogelijkheden ten aanzien van zijn levenseinde (voorlichting, mogelijkheden en advies)
  • Anticipeert in de communicatie op het te verwachten beloop, complicaties en/of de naderende dood (advanced careplanning)
  • Vraagt naar de belasting van mantelverzorgers en overweegt de inzet van professionele hulp
  • Bespreekt de individuele betekenis van verlies en afscheid nemen van het leven met de patiënt en zijn naasten
  • Bespreekt rouw en houdt rekening met rouwfasen van de partner en/of nabestaanden
  • Bespreekt de overdracht van informatie naar collega’s, huisartsenpost en andere hulpverleners gedurende het zorgproces
  • Bespreekt wie bereikbaar en beschikbaar is voor de patiënt en naasten (continuïteit van zorg).

Deze aandachtspunten, opgetekend in het Landelijk APC Curriculum, vinden aansluiting met de Leerlijn palliatieve zorg.

 

De aios:

  • Vraagt naar en maakt medische en psychosociale gezondheidsrisico’s bespreekbaar
  • Geeft gevraagd en ongevraagd patiëntgerichte voorlichting en leefstijladviezen bij ongezond gedrag
  • Bespreekt en legt de voor- en nadelen uit van vroegdiagnostiek, ongerichte screening en preventieve medicatie
  • Maakt gebruik van motiverende gespreksmethodieken bij het bespreken van gedragsverandering in leefstijl en het optimaliseren van gezond gedrag
  • Bespreekt mogelijke hulpmiddelen bij gedragsverandering (e-health, verwijzing)
  • Bespreekt een afwijkende uitslag uit het bevolkingsonderzoek met de patiënt
  • Vraagt naar en bespreekt zelfzorg, en wijst op het belang ervan

Deze aandachtspunten, opgetekend in het Landelijk APC Curriculum, vinden aansluiting met de Leerlijn preventie.

 

De aios:

  • Voert een voortgangsgesprek en functioneringsgesprek met medewerkers
  • Voert een beoordelingsgesprek
  • Voert een sollicitatiegesprek
  • Hanteert in de samenwerking de regels van feedback
  • Coacht, motiveert en begeleidt medewerkers
  • Delegeert en instrueert medewerkers (leidinggeven)
  • Vergadert en overlegt effectief
  • Signaleert en bespreekt communicatieproblemen en conflicten in de praktijk (samenwerking)
  • Benoemt en bevordert het gebruik van digitale informatie in de praktijk (bijv. thuisarts.nl)
  • Spreekt collega’s en andere medewerkers aan op hun functioneren, ook ongevraagd
  • Voert een gesprek met de patiënt naar aanleiding van een fout of een klacht

Deze aandachtspunten, opgetekend in het Landelijk APC Curriculum, vinden aansluiting met de Leerlijn praktijkmanagement.

 


Categorie: De 10 huisartsgeneeskundige thema's
Kort Spoed Chron Ouderen Kind Psych ALK Pall Preventie Praktijk
Korte episode zorg
Spoedeisende zorg
Chronische zorg
Complexe ouderenzorg
Zorg voor het kind
Psychische klachten
ALK
Palliatieve zorg
Preventie
Praktijkmanagement
Categorie: Competentiegebieden
Medisch handelen Communicatie Maatsch. handelen Wetenschap Professionaliteit
Medisch handelen
Communicatie
Maatschappelijk handelen
Wetenschap
Professionaliteit
Categorie: Overige aandachtsgebieden
Diversiteit Seksualiteit Innovatie
Diversiteit
Seksualiteit
Innovatie