Onze visie op onderwijs: verschil tussen versies

Uit Wiki HOVUmc
Ga naar: navigatie, zoeken
(Nieuwe pagina aangemaakt met ' Wij bieden competentiegericht onderwijs. We doen dat in een leeromgeving die gericht is op toenemend zelfsturend leren van het brede huisartsenvak zoals dat is bes...')
 
 
(2 tussenliggende versies door 2 gebruikers niet weergegeven)
Regel 1: Regel 1:
  
 
Wij bieden competentiegericht onderwijs. We doen dat in een leeromgeving die gericht is op toenemend zelfsturend leren van het brede huisartsenvak zoals dat is beschreven in Thema’s en Kenmerkende beroepsactiviteiten (KBA’s). Leren in de praktijk staat daarbij centraal. Veelvuldig gebruik van observaties en toetsing genereert feedback en borgt de voortgang in het behalen van de onderwijsdoelen.
 
Wij bieden competentiegericht onderwijs. We doen dat in een leeromgeving die gericht is op toenemend zelfsturend leren van het brede huisartsenvak zoals dat is beschreven in Thema’s en Kenmerkende beroepsactiviteiten (KBA’s). Leren in de praktijk staat daarbij centraal. Veelvuldig gebruik van observaties en toetsing genereert feedback en borgt de voortgang in het behalen van de onderwijsdoelen.
 +
<br>
  
<b><i>Zelfsturend competent** </i>
+
== <b><i>Zelfsturend competent</i></b> ==
  
Zelfsturend</b>
+
=== Zelfsturend ===
  
 
Zelfsturend, intrinsiek gemotiveerd, leren leidt tot hoger welbevinden en betere prestaties. Bovendien noopt de breedte en de dynamiek van het vak tot het blijven leren en ontwikkelen tijdens het hele professionele leven. Zelfsturing is daarin essentieel.
 
Zelfsturend, intrinsiek gemotiveerd, leren leidt tot hoger welbevinden en betere prestaties. Bovendien noopt de breedte en de dynamiek van het vak tot het blijven leren en ontwikkelen tijdens het hele professionele leven. Zelfsturing is daarin essentieel.
Regel 10: Regel 11:
 
Zelfsturend competent worden betekent zelf richting aan het leren geven binnen duidelijke kaders; de eisen die de opleiding stelt. Zelf richting geven doet de aios op basis van reflectie en feedback op werkervaringen, in nauwe samenwerking met haar opleider en docenten. De vraag is steeds wat al goed gaat en waar nog geleerd kan/moet worden. Voor dit proces is een stimulerende, goede opleidingsrelatie nodig.
 
Zelfsturend competent worden betekent zelf richting aan het leren geven binnen duidelijke kaders; de eisen die de opleiding stelt. Zelf richting geven doet de aios op basis van reflectie en feedback op werkervaringen, in nauwe samenwerking met haar opleider en docenten. De vraag is steeds wat al goed gaat en waar nog geleerd kan/moet worden. Voor dit proces is een stimulerende, goede opleidingsrelatie nodig.
  
<b>Competent</b>
+
=== <b>Competent</b> ===
  
 
We zijn een competentiegerichte opleiding. Dat betekent dat wij opleiden tot aantoonbaar competente huisartsen. We onderscheiden daarbij zeven competentiegebieden met omschreven gedragsindicatoren die het leren en toetsen kaderen. Zie verder bij ‘heldere kaders’.
 
We zijn een competentiegerichte opleiding. Dat betekent dat wij opleiden tot aantoonbaar competente huisartsen. We onderscheiden daarbij zeven competentiegebieden met omschreven gedragsindicatoren die het leren en toetsen kaderen. Zie verder bij ‘heldere kaders’.
  
<b>Heldere kaders</b>
+
=== <b>Heldere kaders</b> ===
[[Bestand:Competentiegebieden.jpg|rechts|300x279px]]
 
[[Bestand:Thema's.png|rechts|207x300px]]
 
  
De inhoudelijke kaders van de huisartsopleiding worden beschreven in 7 competentiegebieden en 10 huisartsgeneeskundige thema’s.  
+
De inhoudelijke kaders van de huisartsopleiding worden beschreven in 7 competentiegebieden en 10 huisartsgeneeskundige thema’s. De zeven competentiegebieden laten zien dat de huisarts als professional veel meer is dan een medisch inhoudelijk expert. Goed kunnen samenwerken en communiceren, om maar twee competentiegebieden te noemen, zijn eveneens cruciaal.  
  
De zeven competentiegebieden laten zien dat de huisarts als professional veel meer is dan een medisch inhoudelijk expert. Goed kunnen samenwerken en communiceren, om maar twee competentiegebieden te noemen, zijn eveneens cruciaal.  
+
De huisartsgeneeskundige thema’s beschrijven de breedte van het huisartsenvak, met daarin de verschillende ziektes en zorgvragen, alsmede de uitdagingen in het managen van de praktijk. De thema’s zijn onderverdeeld in Kenmerkende beroepsactiviteiten (KBA’s). Het onderwijs en de toetsing zijn gericht op het verwerven van de verschillende competenties in de breedte (10 thema’s) van het vak. De beoordeling van de competenties vindt drie keer per jaar plaats in voortgangsgesprekken met opleider en docenten. De competentie beoordelingslijst, de Combel, is daarvoor steeds de onderlegger.
  
De huisartsgeneeskundige thema’s beschrijven de breedte van het huisartsenvak, met daarin de verschillende ziektes en zorgvragen, alsmede de uitdagingen in het managen van de praktijk. De thema’s zijn onderverdeeld in Kenmerkende beroepsactiviteiten (KBA’s)
+
<br><br>
  
Het onderwijs en de toetsing zijn gericht op het verwerven van de verschillende competenties in de breedte (10 thema’s) van het vak.
+
[[Bestand:Competentiegebieden.jpg|rechts|300x279px]]
 
+
[[Bestand:Thema's.png|rechts|207x300px]]
De beoordeling van de competenties vindt drie keer per jaar plaats in voortgangsgesprekken met opleider en docenten. De competentie beoordelingslijst, de Combel, is daarvoor steeds de onderlegger.
 
 
 
Invoegen afbeeldingen**
 
  
<b><i>Motivatie</i></b> **
+
== <b><i>Motivatie</i></b> ==
  
 
Aios komen gemotiveerd naar de huisartsopleiding. Onze activiteiten zijn er mede op gericht om de aios gemotiveerd te houden. Dat kan een uitdaging zijn omdat de opleiding soms hoge eisen aan de aios stelt. De belangrijkste motivatie-theorie van dit moment (2021) is de <i>Self determination theory</i> van Deci &Ryan (ten Cate et al. 2011). Deze theorie stelt dat mensen uit zichzelf intrinsiek gemotiveerd zijn om zich te ontwikkelen, maar dat voor het behoud aan intrinsieke motivatie aan drie psychologische basisbehoeften voldaan moet worden. Dit zijn de behoeften aan:
 
Aios komen gemotiveerd naar de huisartsopleiding. Onze activiteiten zijn er mede op gericht om de aios gemotiveerd te houden. Dat kan een uitdaging zijn omdat de opleiding soms hoge eisen aan de aios stelt. De belangrijkste motivatie-theorie van dit moment (2021) is de <i>Self determination theory</i> van Deci &Ryan (ten Cate et al. 2011). Deze theorie stelt dat mensen uit zichzelf intrinsiek gemotiveerd zijn om zich te ontwikkelen, maar dat voor het behoud aan intrinsieke motivatie aan drie psychologische basisbehoeften voldaan moet worden. Dit zijn de behoeften aan:
 
+
# Het gevoel van <u>autonomie</u> (ik leer het op mijn eigen manier)
1. Het gevoel van <u>autonomie</u> (ik leer het op mijn eigen manier)<br>
+
# Het gevoel van <u>competentie</u> (ik kan het leren)
2. Het gevoel van <u>competentie</u> (ik kan het leren)<br>
+
# Het gevoel van <u>verbondenheid</u> (ik hoor erbij)
3. Het gevoel van <u>verbondenheid</u> (ik hoor erbij)<br>
+
<br>
  
 
Intrinsiek gemotiveerd, zelfsturend leren leidt tot hoger welbevinden en betere prestaties. De opleiding-situatie kan deze drie psychologische basisbehoeften echter onder druk zetten. Bijvoorbeeld wanneer de opleiding veel eist, wanneer de opleider of de docent kritiek heeft, wanneer de beoordeling tegenvalt, of wanneer irritaties tussen aios en opleider onbesproken blijven en zich opstapelen.
 
Intrinsiek gemotiveerd, zelfsturend leren leidt tot hoger welbevinden en betere prestaties. De opleiding-situatie kan deze drie psychologische basisbehoeften echter onder druk zetten. Bijvoorbeeld wanneer de opleiding veel eist, wanneer de opleider of de docent kritiek heeft, wanneer de beoordeling tegenvalt, of wanneer irritaties tussen aios en opleider onbesproken blijven en zich opstapelen.
Regel 43: Regel 39:
  
 
De drie psychologische basisbehoeften zijn niet alleen van belang voor het leren maar, breder, voor het welbevinden en het voorkomen van overbelasting. Dat betekent dat ook bij de opleider en de docent aan deze behoeften voldaan moet worden.
 
De drie psychologische basisbehoeften zijn niet alleen van belang voor het leren maar, breder, voor het welbevinden en het voorkomen van overbelasting. Dat betekent dat ook bij de opleider en de docent aan deze behoeften voldaan moet worden.
 +
<br>
 +
== <b><i>Rijke leeromgeving</i ></b> ==
  
<b><i>Rijke leeromgeving**</i>
+
=== De praktijk ===
 
 
De praktijk</b>
 
 
De aios leert op de eerste plaats in de praktijk, door zelfstandig zorg te verlenen aan patiënten, met de opleider direct beschikbaar voor consultatie. Een gevarieerd patiëntenaanbod en de juiste mate van zelfstandigheid zijn van belang. Net als voldoende begeleiding bij de directe patiëntenzorg en dagelijkse leergesprekken. Tot slot zijn wekelijkse om-en-om spreekuren waarin de aios en de opleider elkaar beurtelings observeren van groot belang voor het leren van elkaar. De aios leert het huisartsenvak; de opleider leert als opleider én als huisarts in het kader van een leven lang leren.  
 
De aios leert op de eerste plaats in de praktijk, door zelfstandig zorg te verlenen aan patiënten, met de opleider direct beschikbaar voor consultatie. Een gevarieerd patiëntenaanbod en de juiste mate van zelfstandigheid zijn van belang. Net als voldoende begeleiding bij de directe patiëntenzorg en dagelijkse leergesprekken. Tot slot zijn wekelijkse om-en-om spreekuren waarin de aios en de opleider elkaar beurtelings observeren van groot belang voor het leren van elkaar. De aios leert het huisartsenvak; de opleider leert als opleider én als huisarts in het kader van een leven lang leren.  
  
<b>De terugkomdag (TKD)</b>
+
=== <b>De terugkomdag (TKD)</b> ===
 
De aios komt circa drie keer per maand in een vaste groep samen op het instituut. Hier leren aios van elkaar en van de docenten. De reflectieronde heeft een vaste plaats en dient om belangrijke ervaringen van de afgelopen tijd te bespreken. Aios hebben een belangrijke rol in het geven van onderwijs. Daarnaast is er onderwijs van de docenten en expert-onderwijs. Arts-patiënt communicatie is een belangrijk aandachtspunt, het bespreken van video-opnames van consulten een vast onderdeel. Ook professionele ontwikkeling krijgt veel aandacht, onder meer door supervisie-onderwijs.
 
De aios komt circa drie keer per maand in een vaste groep samen op het instituut. Hier leren aios van elkaar en van de docenten. De reflectieronde heeft een vaste plaats en dient om belangrijke ervaringen van de afgelopen tijd te bespreken. Aios hebben een belangrijke rol in het geven van onderwijs. Daarnaast is er onderwijs van de docenten en expert-onderwijs. Arts-patiënt communicatie is een belangrijk aandachtspunt, het bespreken van video-opnames van consulten een vast onderdeel. Ook professionele ontwikkeling krijgt veel aandacht, onder meer door supervisie-onderwijs.
  
  
<b><i>Samenwerking in de driehoek**</i></b><br>
+
== <b><i>Samenwerking in de driehoek</i></b><br> ==
 +
 
 
De docenten begeleiden niet alleen de aios-groep maar ook de parallelle opleidersgroep die circa zes keer per jaar bijeen komt. Daarnaast begeleiden de docenten de individuele aios/opleider koppels: samenwerken in de driehoek van aios, opleider en docent.
 
De docenten begeleiden niet alleen de aios-groep maar ook de parallelle opleidersgroep die circa zes keer per jaar bijeen komt. Daarnaast begeleiden de docenten de individuele aios/opleider koppels: samenwerken in de driehoek van aios, opleider en docent.
  
<b>Aios</b>
+
=== <b>Aios</b> ===
  
Wij vragen van de aios om gedurende de opleiding in toenemende mate de regie te nemen over het eigen leren (zelfsturend leren). Vanaf het eerste voortgangsgesprek (ca. 4 maanden) formuleert de aios geregeld actief leerdoelen (individueel ontwikkelingsplan (IOP)). Leerdoelen zijn doelen die je niet bereikt zonder er extra aandacht aan te besteden. Voorbeelden zijn het leren behandelen van een complexe ziekte/aandoening of bijvoorbeeld het leren omgaan met eisende patiënten. De aios komt tot leerdoelen in samenspraak met opleider en docenten, door gezamenlijke reflectie en feedback op consulten. Hierbij verhoudt de aios zich tot de kaders, beschreven in het competentieprofiel en de thema’s en KBA’s.  
+
Wij vragen van de aios om gedurende de opleiding in toenemende mate de regie te nemen over het eigen leren (zelfsturend leren). Vanaf het eerste voortgangsgesprek (ca. 4 maanden) formuleert de aios geregeld actief leerdoelen (Individueel OntwikkelPlan (IOP)). Leerdoelen zijn doelen die je niet bereikt zonder er extra aandacht aan te besteden. Voorbeelden zijn het leren behandelen van een complexe ziekte/aandoening of bijvoorbeeld het leren omgaan met eisende patiënten. De aios komt tot leerdoelen in samenspraak met opleider en docenten, door gezamenlijke reflectie en feedback op consulten. Hierbij verhoudt de aios zich tot de kaders, beschreven in het competentieprofiel en de thema’s en KBA’s.  
 
Zelfsturend leren betekent in onze visie ook zelfsturend toetsen: de aios stelt zich toetsbaar op, gaat actief op zoek naar feedback en neemt de regie bij de periodieke voortgangsbesprekingen. Dit doet de aios door te laten zien waar deze staat ten opzichte van de opleidingsdoelen die passen bij de fase van opleiding (competenties en thema’s) en bij wat dat betekent voor het individuele opleidingsplan.
 
Zelfsturend leren betekent in onze visie ook zelfsturend toetsen: de aios stelt zich toetsbaar op, gaat actief op zoek naar feedback en neemt de regie bij de periodieke voortgangsbesprekingen. Dit doet de aios door te laten zien waar deze staat ten opzichte van de opleidingsdoelen die passen bij de fase van opleiding (competenties en thema’s) en bij wat dat betekent voor het individuele opleidingsplan.
 
De aios signaleert of de opleidingscondities in termen van het gevoel van autonomie, het gevoel van competentie en het gevoel van verbondenheid gunstig zijn en bespreekt het met opleider en/of docent als het hieraan schort. Zie ook Motivatie.
 
De aios signaleert of de opleidingscondities in termen van het gevoel van autonomie, het gevoel van competentie en het gevoel van verbondenheid gunstig zijn en bespreekt het met opleider en/of docent als het hieraan schort. Zie ook Motivatie.
 
.
 
.
 
+
=== <b>Opleider</b> ===
<b>Opleider</b>
 
  
 
De opleider begeleidt de aios bij het leren en werken in de opleidingspraktijk. De opleider begeleidt en beoordeelt de competentie-ontwikkeling van de aios binnen de verschillende thema’s én de ontwikkeling van zelfsturing bij het leren en getoetst worden.
 
De opleider begeleidt de aios bij het leren en werken in de opleidingspraktijk. De opleider begeleidt en beoordeelt de competentie-ontwikkeling van de aios binnen de verschillende thema’s én de ontwikkeling van zelfsturing bij het leren en getoetst worden.
Regel 72: Regel 68:
 
De opleider signaleert of de opleidingscondities in termen van het gevoel van autonomie, het gevoel van competentie en het gevoel van verbondenheid gunstig zijn (voor de aios en voor zichzelf) en bespreekt het met aios en/of docent als het hier (mogelijk) aan schort. Zie ook Motivatie.
 
De opleider signaleert of de opleidingscondities in termen van het gevoel van autonomie, het gevoel van competentie en het gevoel van verbondenheid gunstig zijn (voor de aios en voor zichzelf) en bespreekt het met aios en/of docent als het hier (mogelijk) aan schort. Zie ook Motivatie.
  
<b>Docent</b>
+
=== <b>Docent</b> ===
  
 
De docent ondersteunt de aios, de opleider en het koppel aios/opleider. De docent vervult de rollen van: ‘vakinhoudelijk expert’, ‘leerbegeleider’, ‘toetser’ en ‘ondersteuner van het leren in de opleidingspraktijk’. De docent begeleidt het leerproces op basis van de opleidingseisen zoals verwoord in het Landelijk Opleidingsplan en Protocol Toetsing en Beoordeling.
 
De docent ondersteunt de aios, de opleider en het koppel aios/opleider. De docent vervult de rollen van: ‘vakinhoudelijk expert’, ‘leerbegeleider’, ‘toetser’ en ‘ondersteuner van het leren in de opleidingspraktijk’. De docent begeleidt het leerproces op basis van de opleidingseisen zoals verwoord in het Landelijk Opleidingsplan en Protocol Toetsing en Beoordeling.
 
De docent heeft de taak de opleidingsdoelen (toenemend zelfsturende competentie-ontwikkeling binnen de verschillende thema’s) zichtbaar te maken en toe te lichten en met de aios diens ontwikkeling hierin te begeleiden en te beoordelen. Op individueel en op groepsniveau.  
 
De docent heeft de taak de opleidingsdoelen (toenemend zelfsturende competentie-ontwikkeling binnen de verschillende thema’s) zichtbaar te maken en toe te lichten en met de aios diens ontwikkeling hierin te begeleiden en te beoordelen. Op individueel en op groepsniveau.  
  
<i>Instituutsonderwijs</i>
+
<i> Instituutsonderwijs </i>
  
 
De docent neemt de leiding in het agenderen van de relevante thema’s en het ontwerpen van het onderwijs dat de deelnemers nodig hebben om de opleidingsdoelen te verwezenlijken (vraag-gestuurd onderwijs). Bij de uitvoering van het onderwijs is de docent leidend of volgend, maar steeds aanspreekbaar op de bewaking van de kwaliteit en de relevantie ervan. De docent maakt tijdens het cursorisch onderwijs optimaal gebruik van het leren van de groep, stimuleert probleem-georiënteerd leren met praktijkvragen als uitgangspunt met een actieve rol van de aiosgroep en een beperkte maar wezenlijke rol voor experts (HAB en GW en externe expert).
 
De docent neemt de leiding in het agenderen van de relevante thema’s en het ontwerpen van het onderwijs dat de deelnemers nodig hebben om de opleidingsdoelen te verwezenlijken (vraag-gestuurd onderwijs). Bij de uitvoering van het onderwijs is de docent leidend of volgend, maar steeds aanspreekbaar op de bewaking van de kwaliteit en de relevantie ervan. De docent maakt tijdens het cursorisch onderwijs optimaal gebruik van het leren van de groep, stimuleert probleem-georiënteerd leren met praktijkvragen als uitgangspunt met een actieve rol van de aiosgroep en een beperkte maar wezenlijke rol voor experts (HAB en GW en externe expert).

Huidige versie van 20 dec 2022 om 11:47

Wij bieden competentiegericht onderwijs. We doen dat in een leeromgeving die gericht is op toenemend zelfsturend leren van het brede huisartsenvak zoals dat is beschreven in Thema’s en Kenmerkende beroepsactiviteiten (KBA’s). Leren in de praktijk staat daarbij centraal. Veelvuldig gebruik van observaties en toetsing genereert feedback en borgt de voortgang in het behalen van de onderwijsdoelen.

Zelfsturend competent

Zelfsturend

Zelfsturend, intrinsiek gemotiveerd, leren leidt tot hoger welbevinden en betere prestaties. Bovendien noopt de breedte en de dynamiek van het vak tot het blijven leren en ontwikkelen tijdens het hele professionele leven. Zelfsturing is daarin essentieel.

Zelfsturend competent worden betekent zelf richting aan het leren geven binnen duidelijke kaders; de eisen die de opleiding stelt. Zelf richting geven doet de aios op basis van reflectie en feedback op werkervaringen, in nauwe samenwerking met haar opleider en docenten. De vraag is steeds wat al goed gaat en waar nog geleerd kan/moet worden. Voor dit proces is een stimulerende, goede opleidingsrelatie nodig.

Competent

We zijn een competentiegerichte opleiding. Dat betekent dat wij opleiden tot aantoonbaar competente huisartsen. We onderscheiden daarbij zeven competentiegebieden met omschreven gedragsindicatoren die het leren en toetsen kaderen. Zie verder bij ‘heldere kaders’.

Heldere kaders

De inhoudelijke kaders van de huisartsopleiding worden beschreven in 7 competentiegebieden en 10 huisartsgeneeskundige thema’s. De zeven competentiegebieden laten zien dat de huisarts als professional veel meer is dan een medisch inhoudelijk expert. Goed kunnen samenwerken en communiceren, om maar twee competentiegebieden te noemen, zijn eveneens cruciaal.

De huisartsgeneeskundige thema’s beschrijven de breedte van het huisartsenvak, met daarin de verschillende ziektes en zorgvragen, alsmede de uitdagingen in het managen van de praktijk. De thema’s zijn onderverdeeld in Kenmerkende beroepsactiviteiten (KBA’s). Het onderwijs en de toetsing zijn gericht op het verwerven van de verschillende competenties in de breedte (10 thema’s) van het vak. De beoordeling van de competenties vindt drie keer per jaar plaats in voortgangsgesprekken met opleider en docenten. De competentie beoordelingslijst, de Combel, is daarvoor steeds de onderlegger.



Competentiegebieden.jpg
Thema's.png

Motivatie

Aios komen gemotiveerd naar de huisartsopleiding. Onze activiteiten zijn er mede op gericht om de aios gemotiveerd te houden. Dat kan een uitdaging zijn omdat de opleiding soms hoge eisen aan de aios stelt. De belangrijkste motivatie-theorie van dit moment (2021) is de Self determination theory van Deci &Ryan (ten Cate et al. 2011). Deze theorie stelt dat mensen uit zichzelf intrinsiek gemotiveerd zijn om zich te ontwikkelen, maar dat voor het behoud aan intrinsieke motivatie aan drie psychologische basisbehoeften voldaan moet worden. Dit zijn de behoeften aan:

  1. Het gevoel van autonomie (ik leer het op mijn eigen manier)
  2. Het gevoel van competentie (ik kan het leren)
  3. Het gevoel van verbondenheid (ik hoor erbij)


Intrinsiek gemotiveerd, zelfsturend leren leidt tot hoger welbevinden en betere prestaties. De opleiding-situatie kan deze drie psychologische basisbehoeften echter onder druk zetten. Bijvoorbeeld wanneer de opleiding veel eist, wanneer de opleider of de docent kritiek heeft, wanneer de beoordeling tegenvalt, of wanneer irritaties tussen aios en opleider onbesproken blijven en zich opstapelen.

Vanwege het niet te overschatten belang van intrinsieke motivatie voor het leren in opleiding stellen wij de drie psychologische basisbehoeften met regelmaat aan de orde. Bijvoorbeeld in leergesprekken en voortgangsgesprekken. Wij realiseren ons dat elke rimpeling in de voortgang en/of samenwerking direct gevolgen heeft voor gevoelens van autonomie, competentie en/of verbondenheid. We verwachten daarom van docent, opleider en aios dat zij hierop alert zijn en dit steeds bespreekbaar maken. Hier ligt een eigen verantwoordelijkheid bij alle partijen.

De drie psychologische basisbehoeften zijn niet alleen van belang voor het leren maar, breder, voor het welbevinden en het voorkomen van overbelasting. Dat betekent dat ook bij de opleider en de docent aan deze behoeften voldaan moet worden.

Rijke leeromgeving

De praktijk

De aios leert op de eerste plaats in de praktijk, door zelfstandig zorg te verlenen aan patiënten, met de opleider direct beschikbaar voor consultatie. Een gevarieerd patiëntenaanbod en de juiste mate van zelfstandigheid zijn van belang. Net als voldoende begeleiding bij de directe patiëntenzorg en dagelijkse leergesprekken. Tot slot zijn wekelijkse om-en-om spreekuren waarin de aios en de opleider elkaar beurtelings observeren van groot belang voor het leren van elkaar. De aios leert het huisartsenvak; de opleider leert als opleider én als huisarts in het kader van een leven lang leren.

De terugkomdag (TKD)

De aios komt circa drie keer per maand in een vaste groep samen op het instituut. Hier leren aios van elkaar en van de docenten. De reflectieronde heeft een vaste plaats en dient om belangrijke ervaringen van de afgelopen tijd te bespreken. Aios hebben een belangrijke rol in het geven van onderwijs. Daarnaast is er onderwijs van de docenten en expert-onderwijs. Arts-patiënt communicatie is een belangrijk aandachtspunt, het bespreken van video-opnames van consulten een vast onderdeel. Ook professionele ontwikkeling krijgt veel aandacht, onder meer door supervisie-onderwijs.


Samenwerking in de driehoek

De docenten begeleiden niet alleen de aios-groep maar ook de parallelle opleidersgroep die circa zes keer per jaar bijeen komt. Daarnaast begeleiden de docenten de individuele aios/opleider koppels: samenwerken in de driehoek van aios, opleider en docent.

Aios

Wij vragen van de aios om gedurende de opleiding in toenemende mate de regie te nemen over het eigen leren (zelfsturend leren). Vanaf het eerste voortgangsgesprek (ca. 4 maanden) formuleert de aios geregeld actief leerdoelen (Individueel OntwikkelPlan (IOP)). Leerdoelen zijn doelen die je niet bereikt zonder er extra aandacht aan te besteden. Voorbeelden zijn het leren behandelen van een complexe ziekte/aandoening of bijvoorbeeld het leren omgaan met eisende patiënten. De aios komt tot leerdoelen in samenspraak met opleider en docenten, door gezamenlijke reflectie en feedback op consulten. Hierbij verhoudt de aios zich tot de kaders, beschreven in het competentieprofiel en de thema’s en KBA’s. Zelfsturend leren betekent in onze visie ook zelfsturend toetsen: de aios stelt zich toetsbaar op, gaat actief op zoek naar feedback en neemt de regie bij de periodieke voortgangsbesprekingen. Dit doet de aios door te laten zien waar deze staat ten opzichte van de opleidingsdoelen die passen bij de fase van opleiding (competenties en thema’s) en bij wat dat betekent voor het individuele opleidingsplan. De aios signaleert of de opleidingscondities in termen van het gevoel van autonomie, het gevoel van competentie en het gevoel van verbondenheid gunstig zijn en bespreekt het met opleider en/of docent als het hieraan schort. Zie ook Motivatie. .

Opleider

De opleider begeleidt de aios bij het leren en werken in de opleidingspraktijk. De opleider begeleidt en beoordeelt de competentie-ontwikkeling van de aios binnen de verschillende thema’s én de ontwikkeling van zelfsturing bij het leren en getoetst worden. De opleider steunt de aios bij het zelfsturend leren door gezamenlijke reflectie op consulten en het geven van feedback. De opleider heeft daarnaast een belangrijke rol bij het opsporen en benoemen van blinde vlekken van de aios. Dit alles doet de opleider door: • Direct of laagdrempelig (afhankelijk van opleidingsfase) bereikbaar te zijn voor consultatie • Dagelijks een leergesprek met de aios te hebben • Wekelijks een om-en-om spreekuur met de aios te doen De opleider signaleert of de opleidingscondities in termen van het gevoel van autonomie, het gevoel van competentie en het gevoel van verbondenheid gunstig zijn (voor de aios en voor zichzelf) en bespreekt het met aios en/of docent als het hier (mogelijk) aan schort. Zie ook Motivatie.

Docent

De docent ondersteunt de aios, de opleider en het koppel aios/opleider. De docent vervult de rollen van: ‘vakinhoudelijk expert’, ‘leerbegeleider’, ‘toetser’ en ‘ondersteuner van het leren in de opleidingspraktijk’. De docent begeleidt het leerproces op basis van de opleidingseisen zoals verwoord in het Landelijk Opleidingsplan en Protocol Toetsing en Beoordeling. De docent heeft de taak de opleidingsdoelen (toenemend zelfsturende competentie-ontwikkeling binnen de verschillende thema’s) zichtbaar te maken en toe te lichten en met de aios diens ontwikkeling hierin te begeleiden en te beoordelen. Op individueel en op groepsniveau.

Instituutsonderwijs

De docent neemt de leiding in het agenderen van de relevante thema’s en het ontwerpen van het onderwijs dat de deelnemers nodig hebben om de opleidingsdoelen te verwezenlijken (vraag-gestuurd onderwijs). Bij de uitvoering van het onderwijs is de docent leidend of volgend, maar steeds aanspreekbaar op de bewaking van de kwaliteit en de relevantie ervan. De docent maakt tijdens het cursorisch onderwijs optimaal gebruik van het leren van de groep, stimuleert probleem-georiënteerd leren met praktijkvragen als uitgangspunt met een actieve rol van de aiosgroep en een beperkte maar wezenlijke rol voor experts (HAB en GW en externe expert).

Individuele begeleiding

De docenten begeleiden niet alleen de aios-groep maar ook de individuele aios/opleider koppels: samenwerken in de driehoek van aios, opleider en docent. De docent doet fysiek of virtueel één of meerdere praktijkbezoeken en is (idem) aanwezig bij een deel van de voortgangsgesprekken. Op indicatie kan de docent het koppel intensiever begeleiden (zie onder). De docent signaleert of de opleidingscondities in termen van het gevoel van autonomie, het gevoel van competentie en het gevoel van verbondenheid gunstig lijken en bespreekt het met aios en/of opleider als het hier (mogelijk) aan schort. Zie ook Motivatie.