Verantwoordelijkheden aios: verschil tussen versies

Uit Wiki HOVUmc
Ga naar: navigatie, zoeken
k (Nettie vervangen door Rob)
(mdw bijgewerkt)
Regel 11: Regel 11:
 
|
 
|
 
'''Hoofd'''<br />
 
'''Hoofd'''<br />
{{auteur - Rob Dijkstra}}
+
{{Functie - Hoofd}}
 
|-
 
|-
 
|
 
|
 
'''Adjunct hoofd'''<br />
 
'''Adjunct hoofd'''<br />
{{auteur - Harry Schleypen}}
+
{{Functie - Adjunct-hoofd}}
 
|-
 
|-
 
|  
 
|  

Versie van 7 mei 2021 om 09:15


Regelgeving

Hoofd
Rob Dijkstra

Adjunct hoofd
Jeroen Woertman

Onderwijscoördinator

Regelgeving

De aios en de (stage)opleider gaan met elkaar een werkrelatie aan. Daarin hebben beiden hun eigen verantwoordelijkheden die door het CGS in het Kaderbesluit CHVG 2018 expliciet worden beschreven. Hieronder staan de belangrijkste punten voor wat betreft de aios.

Drie ‘bazen’ bedienen

De aios is gehouden zijn werkzaamheden naar beste vermogen te verrichten en de aanwijzingen op te volgen van de SBOH, het opleidingsinstituut en zijn opleider(s), waaronder zijn hao.

Deelnemen aan het onderwijs van de opleiding

De aios moet de eisen en verplichtingen, zoals vastgelegd in het instituutsreglement, navolgen. Deze hebben betrekking op de praktijk-opleiding en het cursorisch onderwijs en omvatten activiteiten als:

  • het opstellen van een IOP
  • deelnemen aan het onderwijs en de toetsing die door het instituut worden georganiseerd
  • deelnemen aan de gebruikelijke werkzaamheden in de praktijk
  • diensten doen

Privacy en geheimhouding

De aios is verplicht tot geheimhouding van de informatie die hij in zijn functie tot zich krijgt en waarvan hij redelijkerwijze mag aannemen dat geheimhouding gewenst. Dit geldt ook na beëindiging van het dienstverband. Uitgezonderd is datgene wat in de Wet op de Geneeskundige Behandelovereenkomst van 1 april 1995 staat beschreven over de wettelijke geheimhoudingsplicht in de arts-patiëntrelatie. De aios dient ook geheimhouding te betrachten over informatie die hij tijdens het cursorisch onderwijs krijgt over zijn mede-aios en hun hao’s.

Nevenfuncties

Het staat de aios in principe vrij om nevenfuncties te vervullen. Deze mogen echter niet plaatsvinden ten behoeve van de hao. Bovendien moeten ze volgens de SBOH regelingen verenigbaar zijn met de status van arts in opleiding tot specialist. Het is in eerste instantie de aios zelf die bepaalt of dat het geval is. Maar het is ook denkbaar dat de hao of de docenten tot de conclusie komen dat bepaalde werkzaamheden onverenigbaar zijn, bijvoorbeeld omdat ze constateren dat ze een negatief effect hebben op het functioneren van de aios. In dat geval kunnen ze het hoofd hierover rapporteren en deze kan vervolgens een bindend advies geven ten aanzien van de continuering van deze nevenfunctie of –taak. 

Eigen verantwoordelijkheid als arts

De aios is arts, is ingeschreven in het register van artsen en is als zodanig verantwoordelijk voor het eigen medisch handelen. Zo heeft hij ook een eigen verantwoordelijk met betrekking tot de patiëntenzorg tijdens zijn opleiding. Onderdeel daarvan is dat hij slechts opdrachten aanvaardt als hij redelijkerwijs kan aannemen dat hij daartoe de benodigde vaardigheden bezit. Zonodig raadpleegt hij de opleider. De aios heeft dus de (morele) verplichting om zich voortdurend af te vragen of hij de benodigde bekwaamheid op dat moment bezit. Probleem daarbij is dat de aios deze bekwaamheid, juist door gebrek aan ervaring, wellicht niet altijd (juist) kan inschatten. Daarom dient hij voortdurend, bij alle activiteiten (ook diensten) bij de geringste twijfel te overleggen met de (waarnemende) opleider. En zonodig diens aanwijzingen op te volgen.

Klachten van patiënten

Als de patiënt een officiële klacht heeft over de aios, is de aios verplicht dit te melden aan zijn opleider en aan het instituut.