Zelfstandige periode: verschil tussen versies

Uit Wiki HOVUmc
Ga naar: navigatie, zoeken
k
Regel 3: Regel 3:
 
<li class="breadcrumb-item">[[Regelgeving]]</li>
 
<li class="breadcrumb-item">[[Regelgeving]]</li>
 
<li class="breadcrumb-item">[[Werktijd]]</li>
 
<li class="breadcrumb-item">[[Werktijd]]</li>
<li class="breadcrumb-item active" aria-current="page">Zelfstandige periode</li>
+
<li class="breadcrumb-item active" aria-current="page">{{PAGENAME}}</li>
 
</ol>
 
</ol>
 
<br />
 
<br />

Versie van 14 mei 2019 om 10:58


Regelgeving

Hoofd
Nettie Blankenstein

Adjunct hoofd
Harry Schleypen

Onderwijscoordinator
Chris Rietmeijer

Regelgeving

Samenvatting

In de 1e en 2e huisartsstage zijn er zelfstandige periodes:

  • in de 1e huisartsstage is dat twee keer een periode van één week (niet aaneengesloten)
  • in de 2e huisartsstage is dat een periode van twee aaneengesloten weken. Als het passend is bij het IOP van de aios kan er in het laatste kwartaal een tweede zelfstandige periode van een week zijn.

Tijdens de zelfstandige periode is de opleider afwezig en doet de aios alleen de praktijk. Wel is er een achterwacht aanwezig; dat is niet de eigen opleider.

De zelfstandige periode wordt doorgaans ingepland in de maanden juni en november, en overlapt deels met de Meerdaagse cursus van de hao’s. Er zijn voor de aios twee belangrijke verschillen met de normale onderwijssituatie:

  • de aios heeft tijdens de zelfstandige periode geen cursorisch onderwijs
  • alle aios werken dan fulltime, dus ook de aios die normaal parttime werken. De gedachte hierbij is dat de aios op enkele momenten tijdens de opleiding de volle zwaarte en breedte van het vak moet kunnen ervaren

Voor wat betreft de organisatorische aspecten van de zelfstandige periode zijn er 3 markeringsmomenten:

Vooraf 

Vóór het begin bespreken de aios en de hao welke leerdoelen de aios binnen deze beperkte periode heeft en hoe die gerealiseerd kunnen worden. Onderdeel daarvan zijn afspraken over eventuele extra taken en verantwoordelijkheden.

Belangrijk punt is ook de achterwacht. Het moet duidelijk zijn wanneer en hoe de achterwacht geraadpleegd kan worden. De achterwacht is niet de eigen huisarts en is bij voorkeur een huisarts die minstens vijf jaar in de praktijk werkzaam is.

De hao moet de aios toestemming geven de zelfstandige periode te volgen. Daarmee geeft hij aan dat hij de aios hiertoe bekwaam acht. Als dat niet zo is, kan de zelfstandige periode niet doorgaan. Dit zal dan uiteraard besproken worden met de docenten.

Tijdens 

Tijdens de zelfstandige periode is de situatie zo ‘gewoon’ mogelijk: de praktijk is op normale tijden geopend, de reguliere praktijkassistentes zijn aanwezig, de aios doet de normale taken.

De aios in het eerste jaar doen echter in deze periode geen diensten. In het 3e jaar kunnen deze eventueel wel worden ingepland. In dat geval dient er een telefonische achterwacht te zijn die niet vanuit een huisartsenpost plaatsvindt.

Tijdens de zelfstandige periode functioneert de aios zelfstandig, maar zijn rechtspositie is niet anders dan ervoor of erna. Dus het blijft zo dat de hao eindverantwoordelijk is.

Als de praktijkdrukte te groot is regelt de opleider dat er een overloopspreekuur door een andere huisarts of door de opleider zelf plaatsvindt.

Achteraf 

De aios bespreekt de zelfstandige periode met zijn hao na. Zonodig leidt dat tot bijstelling van zijn IOP. Daarnaast maakt de aios een verslag en overhandigt dat binnen 2 weken aan de docent. Dit verslag wordt besproken in het eerstvolgende voortganggesprek.