HVZ - Enkel-armindex bepalen

Uit Wiki HOVUmc
Ga naar: navigatie, zoeken


Leerlijn chronische zorg
Auteur

Paul Janssen
Susanne Claessen

Stage

1e Huisartsstage
2e Huisartsstage

KBA

1. Behandelt chronische ziekten

Competenties

Medisch handelen

Leerplek

Praktijkleren
Zelfstudie

Relevantie

Bij het voetonderzoek van de diabetespatiënt palpeert de huisarts of POH-S beide voetarteriën. Bij afwezigheid van beide pulsaties (aanwezigheid van één pulsatie wordt als normaal beschouwd), wordt eenvoudig doppleronderzoek verricht. Indien monofasische tonen worden gehoord (bi- of trifasische tonen zijn normaal), wordt de enkel-armindex bepaald.

Bloeddruk vergelijken

Om de enkel-armindex (EAI) te bepalen, wordt de bloeddruk van de enkels en de bovenarmen gemeten. De verhouding tussen de bovendruk in de onderbenen en de armen is de enkel-armindex. Normaal is de bloeddruk in de slagader in de enkel vrijwel gelijk aan die in de arm. Bij een vernauwing in het been is de bloeddruk in de enkel lager dan die in de arm.

Bepalen enkel-armindex

De enkel-armindex wordt gemeten in rust. Daarom is het belangrijk om 10 minuten voor het onderzoek aanwezig te zijn. Bij de start van het onderzoek vraag je de patiënt 5 minuten plat te liggen.

De patiënt krijgt de manchetten van de bloeddrukmeter om de enkels en de armen. Je brengt gel aan voor het contact met de transducer van een Dopplerapparaat. Een Dopplerapparaat gebruikt ultrageluidsgolven; dit geluid kunnen mensen niet horen. Met de transducer zoek je een slagader in de voet. Je hoort de hartslag via het dopplerapparaat.

De manchet rond de enkels wordt opgepompt, totdat je de hartslag niet meer hoort. Als de manchet leegloopt, hoor je de hartslag weer. De bloeddruk van dat moment is de bovendruk. Vervolgens bepaal je de bloeddruk van de bovenarmen. Het onderzoek kan samengaan met een loopbandonderzoek om de enkel-armindex bij inspanning te meten.

Fase Activiteiten Door
Voorbereiding Geef uitleg over de procedure. Voorbereiding van de patiënt:
  • Laat de patiënt plaatsnemen op de onderzoeksbank.
  • De patiënt moet voldoende ontkleed zijn: geen strak zittende mouwen of broekspijpen.
  • Laat de patiënt vijf minuten rustig zitten of liggen: de rug en armen gesteund, benen naast elkaar.
praktijkassistente
Klaarleggen materialen
  • conventionele bloeddrukmeter
  • dopplerapparaat met vaatprobe (smalle kop, 8 MHz)
  • ultrasound gel
  • tissue voor het wegvegen van de gel na de metingen
  • rekenmachine
praktijkassistente
Meting Meten van de bloeddruk aan de armen
  • Plaats de manchet zoals gebruikelijk om de bovenarm.
  • Breng ultrasoundgel aan op de a.radialis (pols).
  • Plaats de transducer in de gel in de richting van de arterie onder een hoek van 30 tot 60º en zoek naar het beste arteriële signaal.
  • Zoek met de transducer het vat: u hoort duidelijk een pulserend ‘swoesj’-geluid.
  • Pomp de bloeddrukband op tot 200 mmHg druk.
  • Laat de manchet rustig leeglopen terwijl u de transducer goed gepositioneerd houdt.
  • Lees de systolische bloeddruk af zodra de pulsaties in het vat weer hoorbaar worden.

Herhaal de meting aan de andere arm. Gebruik voor de

berekening de hoogste bloeddrukwaarde.

praktijkassistente
Meting van de bloeddruk aan de benen
  • Breng de bloeddrukmanchet aan, vlak boven de enkel, met de slangen naar boven.
  • Palpeer de a. tibialis posterior aan de binnenkant van de enkel, juist dorsaal van de malleolus medialis.
  • Breng op deze plaats de ultrasoundgel (of een ander water-houdend medium) aan, ook als de arterie niet palpabel is.
  • Zet het dopplerapparaat aan en plaats de transducer in de gel in de richting van de arterie onder een hoek van 30 tot 60º en zoek naar het beste arteriële signaal. Als u bij de a. tibialis posterior geen signaal vindt, neem dan de a. dorsalis pedis.
  • Houd de transducer goed gefixeerd en pomp met uw andere hand de manchet op tot ongeveer 30 mmHg boven het niveau waarbij het signaal verdwijnt.
  • Laat de manchet leeglopen met een snelheid van 2 mmHg per seconde.
  • Noteer de druk waarbij u het eerste arteriële signaal hoort.
  • Pomp tijdens de meting de manchet nooit bij, maar laat - als de transducer eventueel is verschoven - de manchet helemaal leeglopen en begin opnieuw.
  • Als u zowel a. tibialis posterior als a. dorsalis pedis meet, gebruikt u de hoogste waarde bij het bepalen van de index.

Herhaal de procedure bij het andere been.

praktijkassistente
  Activiteiten Door
Nazorg Registratie

Bereken de enkel-armindex van het linkerbeen = hoogste

linkerenkeldruk / hoogste armdruk.

Bereken de enkel-armindex van het rechterbeen = hoogste

rechterenkeldruk / hoogste armdruk.

praktijkassistente
Maak een vervolgafspraak op het spreekuur. praktijkassistente

Instructievideo

Instructievideo Ankle Brachial Index van Stanford Medicine:

Bronnen

De bouwstenen in de leerlijn chronische zorg

De leerlijnen

Categorie: De 10 huisartsgeneeskundige thema's
Kort Spoed Chron Ouderen Kind Psych ALK Pall Preventie Praktijk
Korte episode zorg
Spoedeisende zorg
Chronische zorg
Complexe ouderenzorg
Zorg voor het kind
Psychische klachten
ALK
Palliatieve zorg
Preventie
Praktijkmanagement
Categorie: Competentiegebieden
Medisch handelen Communicatie Maatsch. handelen Wetenschap Professionaliteit
Medisch handelen
Communicatie
Maatschappelijk handelen
Wetenschap
Professionaliteit
Categorie: Overige aandachtsgebieden
Diversiteit Seksualiteit Innovatie
Diversiteit
Seksualiteit
Innovatie