- Formuleert wat hij verstaat onder goede huisartsgeneeskundige zorg en wat voor huisarts hij wil zijn voor zijn patiënten.
- Houdt zich op de hoogte van de ontwikkelingen in het krachtenveld waarin de praktijk opereert.
- Reflecteert op de eigen praktijkorganisatie:
- Maakt de praktijkorganisatie het de huisarts mogelijk zijn persoonlijke doelen te verwezenlijken?
- Wat zijn de sterke en zwakke kanten van de praktijkorganisatie?
- Komt op basis van het bovenstaande tot voorstellen voor praktijkontwikkeling.
|
- Organiseren
- Maatschappelijk handelen
- Professionaliteit
|