Werktijd

Uit Wiki HOVUmc
Ga naar: navigatie, zoeken


Regelgeving

Hoofd
Rob Dijkstra

Adjunct hoofd
Jeroen Woertman

Onderwijscoördinatoren
Marieke van Schelven
Dorien Stilma
Linda Timmer

Regelgeving

Inleiding

De regelgeving m.b.t. werktijden en hieraan verbonden onderwerpen wordt gevoed vanuit verschillende bronnen:

  • de aan de arbeidsovereenkomst met de SBOH gekoppelde CAO
  • regelgeving vanuit het CGS (kaderbesluit) 
  • mogelijkheden en beperkingen vanuit de opleiding en opleidingsplekken (zowel de huisartsopleidingspraktijken als de stage-instellingen)

Het onderwerp Werktijd kent de volgende elementen, die op deze pagina afzonderlijk toegelicht worden: 

  1. Opbouw werktijd
  2. Deeltijd
  3. Deeltijdvarianten & verhouding onderwijstijd - praktijktijd
  4. Deeltijd in de klinische stage
  5. Voltijdse verplichtingen
  6. Onderwijsvrije periodes
  7. Compensatie van extra werkuren
  8. Wijziging arbeidsduur aanvragen


1. Opbouw werktijd

Een reguliere werkweek kent drie elementen:

  • praktijk (31,5 uur)
  • terugkomdagonderwijs (6,5 uur)
  • zelfstudie 

Lees in de uitklappers hieronder meer informatie over deze elementen.

De praktijktijd omvat bij een voltijds werkweek 31,5 uur. Bij deeltijd wordt dit naar rato aangepast (zie verderop op deze pagina punt 3. Deeltijdvarianten).  

De praktijktijd moet altijd over tenminste 3 praktijkdagen in de week verspreid zijn, zowel bij een voltijd als deeltijd dienstverband. Een praktijkdag beslaat standaard 8 uur en maximaal 8,5 uur (excl. 30 minuten lunchpauze). Dit betekent dat uitsluitend bij een aanstelling tussen de 30,5 en 32 uur een 4-daagse werkweek (3 praktijkdagen en 1 onderwijsdag) mogelijk is.
Onder de praktijktijd vallen ook de diensten en maximaal 3 uur per week voor verplichte praktijkopdrachten. De opdracht Aiosonderwijs is vaak gerelateerd aan patiëntencasuïstiek in de praktijk; bepaalde onderdelen kunnen onder praktijktijd worden uitgevoerd, terewijl andere delen onder zelfstudie vallen.

Zie voor de inhoud van de praktijktijd het Voor inhoud van de praktijktijd wordt verwezen naar het Lokaal Opleidingsplan. 

Het onderwijs telt voor 6,5 uur mee als opleidingstijd en wordt altijd voltijds gevolgd. 

De aios volgt per opleidingsjaar verplicht minstens 40 dagen onderwijs (de opleiding biedt daarvoor minimaal 40 en maximaal 50 dagen aan). Onder dit onderwijs vallen: 

  • De wekelijkse onderwijsdag (deze dag duurt 6,5 uur, exclusief lunchpauze);
  • Incidentele andere onderwijs- of toetsdagen van de huisartsopleiding (bijvoorbeeld de LHK of een extra dag die wordt ingepland);
  • Differentiatieonderwijs; 
  • Incidentele bijeenkomsten als de WONCA of het NHG- en LOVAH-congres;
  • Landelijk onderwijs als de STARtclass; 
  • Meedoen aan selectiecommissie, curriculumcommissie, beoordelingsadviescommissie (BAC);
  • Ander cursorisch onderwijs dat past in het IOP van de aios en waarvoor individueel toestemming is gekregen.

Zelfstudie wordt gedaan in eigen tijd en omvat zowel de voorbereiding op de terugkomdag (bijvoorbeeld een door aios te geven onderwijsprogramma of andere inbreng) als de voorbereiding op onderdelen van de praktijk (leergesprekken, spreekuurvoorbereiding).

Zelfstudie wordt volgens de RGS gedefinieerd als ‘voor de opleiding noodzakelijke activiteiten die geen deel uitmaken van de praktijkopleiding en het cursorisch onderwijs.


2. Deeltijd

De opleiding kan in deeltijd gevolgd worden onder de volgende voorwaarden en uitgangspunten: 

  • Instemming van de opleider en het instituut is vereist.
    • De mogelijkheden op de stageplek zijn leidend in de vormgeving van de deeltijdopleiding. De invulling van de deeltijdopleiding kan dus per stageplek verschillen. Om die reden wordt werken in deeltijd altijd overlegd met de huisarts- of stageopleider. Over de aanwezigheidstijden moet overeenstemming bereikt worden tussen de aios en de huisarts- of stageopleider, de stage-inrichting en het opleidingsinstituut.
  • Het minimum aantal uren is 30,5 (=80,26%) voor de opleidingsperioden in de huisartspraktijk, 26,6 (70%) voor de klinische stage en 32 uur (84,21%) voor de andere externe stages
  • Een werkdag omvat maximaal 8,5 uur (excl. lunchpauze). 
  • De onderwijsdag telt voor 6,5 uur opleidingstijd, ook als deze incidenteel langer of korter duurt.
  • De praktijktijd wordt over ten minste 3 volwaardige werkdagen verdeeld.
  • Enkele delen van de opleiding worden verplicht voltijds gevolgd (zie 5. Voltijdse verplichtingen). 
  • Diensten vallen onder opleidingstijd en worden achteraf gecompenseerd binnen de praktijkuren.
  • De stages die in deeltijd worden gevolgd, hebben dezelfde duur als wanneer deze voltijds worden gevolgd, m.u.v. de klinische stage (zie 4. Deeltijd in de klinische stage) en de 2e huisartsstage. De opleiding wordt naar rato verlengd, in de regel in de 2e huisartsstage. Bijvoorbeeld: één jaar 90% werken betekent dat de 2e huisartsstage vijf weken langer wordt.
  • Deeltijdaios volgen het reguliere toetsprogramma.



3. Deeltijdvarianten & verhouding onderwijstijd - praktijktijd

In de cao wordt uitgegaan van een standaard werkdag van 8 uur (excl. lunchpauze). Een werkdag omvat maximaal 8,5 uur. Ook als je incidenteel langer werkt, telt maximaal 8,5 uur van de werkdag als opleidingstijd. 

Voorbeelden van verdeling van uren over de werkweek (andere varianten zijn mogelijk): 

Uren Werk% Onderwijs Verdeling praktijkdagen bij 8 uur Verdeling praktijkdagen bij 8,5 uur Verlenging opleiding op jaarbasis
38 100 6,5 8 + 8 + 8 + 7,5 8,5 + 8,5 + 8,5 + 6 geen
36 94,74 6,5 8 + 8 + 8 + 5,5 8,5 + 8,5 + 8,5 + 4 ca. 2,5 weken
34 89,47 6,5 8 + 8 + 8 + 3,5 8,5 + 8,5 + 8,5 + 2 ca. 5 weken
32 84,21 6,5 8 + 8 + 8 + 1,5 8,5 + 8,5 + 8,5 ca. 7,5 weken
30,5 80,26 6,5 8 + 8 + 8 8,5 + 8,5 + 7 ca. 10 weken


In de 1e huisarts-, CZ- en GGZ- stages heeft een in deeltijd werkende aios relatief minder praktijktijd omdat de deeltijdfactor wordt verrekend door middel van een verlenging van de 2e huisartsstage. In de 2e huisartsstage heeft een aios die de opleiding geheel of gedeeltelijk in deeltijd volgt relatief meer praktijktijd. 

4. Deeltijd in de Klinische stage

Tijdens de Klinische stage zijn twee mogelijkheden voor werken in deeltijd:

Een arbeidsduur van 70%
De klinische stage in 70% duurt 9 maanden. Je blijft de eerste 6 maanden in dezelfde aiosgroep en je doet dan mee met alle terugkomdagen, inclusief het themaonderwijs. De laatste 3 maanden (2x per jaar maart-juni of sept-dec):

  • vormen de aios die deze stage in deeltijd doen een aparte groep onder begeleiding van een huisartsdocent;
  • hebben deze aios 6 ochtenden terugkomdag waarbij de nadruk ligt op reflectie, het delen van ervaringen en keek op de week;
  • krijgen deze aios geen themaonderwijs.

Een arbeidsduur van 84,21%

  • Als je recht hebt op 3 maanden vrijstelling van de klinische stage kun je ervoor kiezen daarvan 4 weken in te zetten en een stage van 26 weken te doen met een arbeidsduur van 84,21%.
  • Als je recht hebt op vrijstelling van de volledige klinische stage, maar er niet voor kiest dit recht volledig in te zetten (zie Vrijstellingsreglement), dan kun je de stage in 84,21% doen door 4 of 17 weken vrijstelling in te zetten.


5. Voltijdse verplichtingen

Bepaalde delen van de opleiding moeten verplicht voltijds worden gevolgd:

  • Zelfstandige periode;
  • Introductiedagen en andere van de reguliere onderwijsdag afwijkende dagen;
  • LHK-toets;
  • Landelijk onderwijs, zoals de STARtclass 

In overleg met de huisarts- of stageopleider mag door de deeltijdaios een voltijds gewerkte periode gecompenseerd worden.

6. Onderwijsvrije periodes

Voor alle aios geldt de algemene regel: als er in een bepaalde periode geen onderwijs aangeboden wordt, is de aios op de onderwijsdag werkzaam op de opleidingsplek. Voorbeeld: als de huisartsopleider voor een paralleldag op het instituut is, is de aios op de praktijk.

De opleiding van in deeltijd werkende aios kent relatief meer periodes waarin zij geen of minder onderwijs volgen. Als er in een periode geen of minder onderwijs wordt gevolgd, werkt de aios deze tijd op de opleidingsplek.

7. Compensatie van extra werkuren (o.a. diensten, zelfstandige periode, landelijk onderwijs)

Extra werkzaamheden hoeven niet direct gecompenseerd te worden. In principe compenseer je binnen 28 dagen na de betreffende werkzaamheden. Het is echter aan de opleider en aios om onderling afspraken te maken over de wijze van compenseren passend in de praktijk. Hierbij gelden de volgende richtlijnen:

  • Diensten worden correct en adequaat gecompenseerd op de opleidingsplek.
  • De aios is minimaal 3 dagen per week in de praktijk.
  • De opleider bewaakt dat gemaakte afspraken zorgdragen voor correcte compensatie van gewerkte diensturen, binnen de praktijkuren.
  • Er worden niet meer, maar ook niet minder uren gecompenseerd dan door de diensten opgebouwd.

8. Wijziging arbeidsduur aanvragen

Bij aanvang van de opleiding
Als je de opleiding in deeltijd wilt starten, vul je voor aanvang van de opleiding het aanvraagformulier ‘aanpassing arbeidsduur’ (zie website SBOH, Formulieren en portal) in en stuurt dit naar de betreffende assistent teamleider. Na goedkeuring stuurt deze het ondertekende formulier naar de SBOH en verwerkt het arbeidspercentage in het opleidingsschema van de aios.

Tijdens de opleiding
Gedurende de opleiding wordt een verzoek tot wijziging van de aanstellingsomvang in de regel 1 maand voor aanvang van de betreffende periode via het aanvraagformulier ‘aanpassing arbeidsduur’ (zie website SBOH, Formulieren en portal) ingediend bij het opleidingsinstituut. Het ingevulde formulier wordt gemaild naar de betreffende assistent teamleider. Na goedkeuring stuurt deze het ondertekende formulier naar de SBOH en verwerkt het arbeidspercentage in het opleidingsschema van de aios.

Tijdens de externe stages is wijziging van de aanstellingsomvang alleen bij hoge uitzondering en in overleg met de stageopleider en het opleidingsinstituut mogelijk.