- Maakt een inschatting van de hulpvraag en het soort verrichting of consult dat het gaat worden (tijdens het consult door de huisarts zelf of - voorafgaand aan het consult- door de assistente).
- Stelt vast dat het gaat om een korte episode klacht en maakt daarbij onderscheid ten opzichte van acute en chronische zorg.
- Doet dit op basis van kennis van de epidemiologie en ziektescripts/ziektepatronen.
- In het geval van een visite: gaat goed voorbereid op visite (bepaalt welke spullen nodig zijn), stemt vertrek af met overige praktijkmedewerkers (organisatie, bereikbaar zijn).
|
- 1. Medisch handelen
- 2. Communicatie
- 4. Organiseren
- 6. Kennis en wetenschap
|