DM - Opsporing van diabetes type 2: verschil tussen versies

Uit Wiki HOVUmc
Ga naar: navigatie, zoeken
k
k (Jae Klaasen heeft de pagina Artikel - Opsporing van diabetes type 2 hernoemd naar Opsporing van diabetes type 2 - Artikel zonder een doorverwijzing achter te laten)
(geen verschil)

Versie van 14 mei 2018 om 05:06

Leerlijn chronische zorg
Auteur Paul Janssen
Stage

1e Huisartsstage
CZ stage
2e Huisartsstage

KBA

1. Chronische ziekten
8. Communicatie

Competenties

1. Medisch handelen
4. Organiseren
6. Kennis en wetenschap

Leerplek Prakijk

TKD

Type

Literatuur

Datum 26-03-2018

Populatiescreening op diabetes mellitus type 2 levert weinig op

P. Janssen, KJ Gorter, R.P. Stolk, G. Rutten

Huisarts & Wetenschap, mei 2009

Type 2 diabetes is in toenemende mate een belangrijk gezondheidsprobleem. De prevalentie in Nederland bedraagt circa 4% terwijl een groot aantal mensen met diabetes niet als zodanig zijn gediagnosticeerd. Vroege detectie en behandeling van type 2 diabetes worden in het algemeen als voordelig beschouwd hoewel definitief bewijs hiervoor niet is geleverd.

Samenvatting

Janssen P, Gorter K, Stolk R, Rutten G. Populatiescreening op diabetes mellitus type 2 levert weinig op: Verslag van het ADDITION-onderzoek. Huisarts Wet 2009;52(5):...-...

Inleiding

Tien jaar geleden was in Nederland van ongeveer de helft van de mensen met diabetes mellitus type 2 niet bekend dat zij deze aandoening hadden. Sinds er een richtlijn is gekomen en huisartsen de aandoening actiever zijn gaan opsporen, zijn de prevalentiecijfers voor diabetes gestegen. Nog steeds echter is er een roep om populatiescreening. Wij hebben onderzocht of zo’n screening effectief zou zijn.

Methode

Tussen mei 2002 en april 2004 screenden wij 56.978 patiënten van 79 huisartsenpraktijken in zuidwest Nederland, tussen 50 en 70 jaar oud en zonder bekende diabetes. De deelnemers ontvingen een risicovragenlijst; wie boven de drempelwaarde scoorde kreeg een glucosemeting.

Resultaten

Wij diagnosticeerden diabetes mellitus type 2 bij in totaal 586 personen (1,0%), ‘epidemiologische diabetes’ bij 222 personen (0,4%) en een stoornis in de glucosetolerantie bij 1011 personen (1,8%). De deelnemers scoorden hoger op de risicovragenlijst naarmate het glucosemetabolisme sterker gestoord was. De uitval was echter hoog. Onder de deelnemers die in aanmer- king kwamen voor een orale glucosetolerantietest – de laatste stap in de diagnostiek – was de uitval zelfs 23,4%.

Conclusie

In Nederland is de opbrengst van een populatiescreening op diabetes laag en is de uitval juist in de hoogrisicogroep groot. Gegeven de afnemende prevalentie van ongediagnosticeerde diabetes en de aanwezigheid van goed georganiseerde huisartsenpraktijken is case-finding een betere manier om diabetes op te sporen.

Wat is bekend?

Veel personen met diabetes mellitus type 2 zijn niet als zodanig gediagnosticeerd. Een screening van de algemene bevolking (populatiescreening) op diabetes lijkt daarom aan te bevelen.

Wat is nieuw?

De opbrengst van zo’n populatiescreening is laag (rond de 1%), waarschijnlijk omdat de prevalentie van ongediagnosticeerde diabetes in Nederland al enige tijd daalt dankzij case-finding. Voor het opsporen van ongediagnosticeerde diabetes is case- finding in de huisartsenpraktijk dan ook een effectiever middel dan populatiescreening.

https://www.henw.org/archief/volledig/id3646-populatiescreening-op-diabetes-mellitus-type-2-levert-weinig-op.html