Leerlijn chronische zorg

Uit Wiki HOVUmc
Ga naar: navigatie, zoeken


Leerlijn chronische zorg

Leerlijnhouder
Paul Janssen
huisarts, kaderarts DM

Leerlijnmedewerkers
Doris Heijkoop
huisarts
Judith Tjin-a-Ton
huisarts, kaderarts H&V
Barbara Thiel
huisarts, kaderarts Astma/COPD

Inleiding

De leerlijn chronische zorg biedt aan de hand van kenmerkende beroepsactiviteiten (KBA's) onderwijsbouwstenen voor aios, hao's en docenten. Deze leerlijn is net als alle leerlijnen in ontwikkeling.

Suggesties en opmerkingen zijn van harte welkom.

Fasering en zelfsturing

Omdat het uitgangspunt ‘vraaggestuurd onderwijs’ is, is de leerlijn geordend rondom de KBA’s.

Per KBA vind je onderwijsmateriaal in de vorm van zogenaamde bouwstenen, variërend van een YouTube-filmpje tot een compleet onderwijsprogramma. Bij de verschillende onderdelen staat een toelichting met suggesties voor gebruik van de bouwsteen en voor welke opleidingsfase deze het meest geschikt is. Naar eigen inzicht en behoefte kan hiervan afgeweken worden.

Bouwstenen

Deelthema 1: Geprotocolleerde zorg

Behandelt, controleert en organiseert de zorg voor patiënten met diabetes, hart- en vaatziekten en astma/COPD. Competenties
  • Behandelt en controleert patiënten in relatie met andere risicofactoren, zoals bloeddrukwaarden, lipidenspectrum, roken en lichaamsbeweging;
  • Verricht controles en baseert zich hierbij wat frequentie, inhoud en behandeling betreft op de geldende (Zorg) Standaarden;
  • Organiseert de zorg in de praktijk en/of sluit zich aan bij een zorggroep in de eerste lijn (ketenzorg);
  • Verwijst naar de tweede lijn bij diagnostische problemen, niet bereiken van de streefwaarden of op verzoek van de patiënt;
  • Bepaalt of de patiënt het meest gebaat is bij geprotocolleerde zorg bij praktijkondersteuner of assistente, of begeleid wordt door de huisarts zelf i.v.m. complexiteit en/of co-morbiditeit;
  • Geeft op de patiënt gerichte voorlichting en hanteert gesprekstechnieken voor gedragsverandering zoals motiverende gesprekstechnieken, cognitieve gedragstherapie (bijv. in kader therapietrouw, leefstijladvisering, roken)
  1. Medisch handelen
  2. Samenwerken
  3. Organiseren
  4. Kennis en wetenschap
Registreert, deelt data met medebehandelaars en stelt beleid bij. Competenties
  • Registreert verkregen data in HIS/KIS volgens de ADEPD richtlijn en deelt waar nodig deze data met andere medebehandelaars;
  • Bewaakt de ziekte-specifieke parameters in het HIS en stelt het beleid bij volgens actuele richtlijnen;
  • Verricht extracties van relevante data uit het HIS en bepaalt op basis van spiegelinformatie of de verleende zorg moet worden verbeterd.
  1. Medisch handelen
  2. Organiseren
  3. Kennis en wetenschap
Begeleidt en evalueert de zorg verleend door assistente en POH. Competenties
  • Begeleidt en coacht de praktijkondersteuner (POH) en assistente die gedelegeerde taken uitvoeren;
  • Voert de regie over de zorgverlening vanuit de medische eindverantwoordelijkheid en superviseert de gedelegeerde taken.
  1. Samenwerken
  2. Organiseren
  3. Kennis en wetenschap


Deelthema 2: Niet geprotocolleerde zorg

Markeert het moment dat er sprake is van een chronische ziekte, die behandeling en controle behoeft. Competenties
  • Behandelt op grond van richtlijnen en bepaalt of de benodigde controles in de eerste lijn kunnen plaatsvinden;
  • Bespreekt wat de gevolgen van de ziekte op lange termijn kunnen zijn;
  • Bepaalt in overleg met de patiënt wanneer verwijzing naar de tweede lijn geïndiceerd is.
    1. Medisch handelen
    2. Samenwerken
    3. Organiseren
Verleent en organiseert zorg na ontslag uit het ziekenhuis. Competenties
  • Verleent gestructureerde nazorg aan patiënten met een chronische aandoening die uit specialistische controle zijn ontslagen;
  • Bepaalt wat de eigen taak is en maakt afspraken met andere zorgverleners;
  • Maakt afspraken met de tweede lijn over het hoofdbehandelaar schap of gedeelde zorg.
  1. Medisch handelen
  2. Organiseren

-

Deelthema 3: Algemeen

Behandelt en begeleidt patiënten met zeldzame ziekten. Competenties
  • Maakt gebruik van de patiënt als informatiedrager als de diagnose in de tweede lijn is gesteld en de behandeling daar plaatsvindt;
  • Betrekt de kennis die de patiënt over zijn/haar ziekte heeft expliciet bij de behandeling van intercurrente ziekten.
  1. Medisch handelen
  2. Communicatie
  3. Professionaliteit

-

Kiest - bij conflicterende behandelingsrichtlijnen - samen met de patiënt de meest passende behandeling. Competenties
  • Maakt gebruik van de patiënt als informatiedrager als de diagnose in de tweede lijn is gesteld en de behandeling daar plaatsvindt;
  • Betrekt de kennis die de patiënt over zijn/haar ziekte heeft expliciet bij de behandeling van intercurrente ziekten.
  1. Medisch handelen
  2. Communicatie
  3. Maatschappelijk handelen
  4. Professionaliteit
Maakt gebruik van moderne communicatie- technieken. Competenties
  • Maakt waar mogelijk gebruik van moderne c.q. innovatieve technieken om te communiceren met patiënt en andere zorgaanbieders (e consult, telemonitoring, internettoepassingen);
  • Ondersteunt zelfmanagement.
  1. Communicatie
  2. Organiseren
  3. Maatschappelijk handelen

Referentie

Overige leerlijnen


Categorie: De 10 huisartsgeneeskundige thema's
Kort Spoed Chron Ouderen Kind Psych ALK Pall Preventie Praktijk
Korte episode zorg
Spoedeisende zorg
Chronische zorg
Complexe ouderenzorg
Zorg voor het kind
Psychische klachten
ALK
Palliatieve zorg
Preventie
Praktijkmanagement
Categorie: Competentiegebieden
Medisch handelen Communicatie Maatsch. handelen Wetenschap Professionaliteit
Medisch handelen
Communicatie
Maatschappelijk handelen
Wetenschap
Professionaliteit
Categorie: Overige aandachtsgebieden
Diversiteit Seksualiteit Innovatie
Diversiteit
Seksualiteit
Innovatie