Onderbreking en Verlof

Uit Wiki HOVUmc
Ga naar: navigatie, zoeken


Regelgeving

Hoofd
Rob Dijkstra

Adjunct hoofd
Jeroen Woertman

Regelgeving

Inleiding

Er is sprake van onderbreking van de opleiding als er tijdelijk geen opleiding wordt gevolgd.
Indien de opleiding in totaal meer dan tien werkdagen per opleidingsjaar wordt onderbroken, vindt compensatie plaats van het meerdere van die tien dagen en wordt het opleidingsschema gewijzigd.

Er kunnen verschillende redenen zijn waarom een aios de opleiding tijdelijk moet of wil onderbreken. De opleiding kan onderbroken worden op grond van wettelijke regelingen:

  • Calamiteiten- en ander kort verzuimverlof
  • Kortdurend zorgverlof
  • Zwangerschaps- en bevallingsverlof
  • Geboorteverlof (standaard en aanvullend)
  • Ouderschapsverlof (betaald en onbetaald)
  • Arbeidsongeschiktheid/ziekteverlof

Ook is het voor een aios mogelijk om de opleiding te onderbreken, anders dan op grond van wettelijke regelingen:

  • Onbetaald verlof
  • Buitengewoon verlof

De landelijke kaders voor de verschillende vormen van verlof worden uitgebreid beschreven op de website van de SBOH. Hieronder wordt kort uiteengezet welke aanvullende lokale kaders van toepassing zijn hoe het verlof aangevraagd wordt.

Dit onderdeel is onder constructie

1. Onderbreking op grond van wettelijke regelingen

Een aios heeft conform de wettelijke regeling recht op calamiteiten- en ander kort verzuimverlof als er sprake is van 'onvoorziene omstandigheden die een onmiddellijke onderbreking van de arbeid vergen' (zie website SBOH).

Procedure
Wanneer je gebruik maakt van enkele uren calamiteiten- en ander kort verzuimverlof breng je jouw opleider hiervan op de hoogte. Wanneer je een dag of langer gebruik maakt van het calamiteiten- en ander kort verzuimverlof, dan meld je dit bij de SBOH en jouw opleider en, indien het een onderwijsdag betreft, ook bij het opleidingsinstituut (docent en assistent teamleider).

Kortdurend zorgverlof kan worden opgenomen als je moet zorgen voor een ziek familielid of anderen in de sociale omgeving (zie website SBOH).

Procedure
Voor het opnemen van zorgverlof heb je toestemming van de SBOH nodig, hiervoor kun je contact opnemen met Personeelszaken (sboh@sboh.nl). Je dient zelf ook het opleidingsinstituut en de opleider te informeren.

Conform de cao SBOH heeft een zwangere aios recht op 16 weken (betaald) zwangerschaps- en bevallingsverlof. Het verlof moet tussen de 6 en 4 weken voor de dag van de vermoedelijke bevallingsdatum ingaan (zie website SBOH).

Procedure
De aios meldt zelf haar zwangerschap en de aanvang van het zwangerschapsverlof tijdig aan de SBOH. In geval van zwangerschap waarbij het begin van het zwangerschapsverlof binnen de opleidingsperiode valt, meldt de aios dit tenminste vijf maanden voor de vermoedelijke bevallingsdatum via de betreffende assistent teamleider aan het opleidingsinstituut. Het opleidingsinstituut overlegt met de aios een voorstel m.b.t. het vervolgen van de opleiding na het zwangerschaps- en bevallingsverlof (i.e. het gewijzigde opleidingsschema).

Er wordt onderscheid gemaakt tussen standaard geboorteverlof en aanvullend geboorteverlof. Beide zijn bedoeld voor aios van wie de partner is bevallen. Zie ook website SBOH.

Standaard geboorteverlof

Het standaard geboorteverlof is maximaal één keer de arbeidsduur per week (bij voltijd 38 uur). Dit verlof wordt binnen 4 weken vanaf de eerste dag na de bevalling op een zelfgekozen moment opgenomen. Procedure
De aios neemt hiervoor zelf contact op met de SBOH (sboh@sboh.nl) en informeert het opleidingsinstituut (via betreffende assistent teamleider) en de opleider.

Aanvullend geboorteverlof

Het aanvullend geboorteverlof is maximaal 5 keer de arbeidsduur per week (bij voltijd 38 uur of een veelvoud daarvan met een maximum van 190 uur). Het verlof kun je binnen 6 maanden na de dag van de bevalling opnemen, maar alleen indien het standaard geboorteverlof al is opgenomen. Het verlof kan gespreid of aaneengesloten worden opgenomen.
In het belang van de opleiding heeft het opleidingsinstituut enkele aanvullende kaders m.b.t. invulling van het aanvullend geboorteverlof:

  • Bij het gespreid opnemen van aanvullend geboorteverlof:
    • Een minimum van 3 volwaardige praktijkdagen is vereist (conform Kaderbesluit CGS, artikel E.3.).
    • Bij de klinische stage gelden dezelfde regels als bij deeltijd werken.
  • Bij het aaneengesloten opnemen van aanvullend geboorteverlof:
    • Indien het aanvullend geboorteverlof (deels) tijdens (een) externe stage(s) opgenomen wordt moet elke stage netto lang genoeg zijn.
    • Indien er tijdens de externe stages een te korte stageperiode ontstaat kan het opleidingsinstituut het voorstel doen om het aanvullend geboorteverlof uit te breiden met onbetaald verlof en/of vakantiedagen. Indien een aios dit niet wil, kan het aanvullend geboorteverlof mogelijk niet of niet volledig worden opgenomen tijdens een externe stage.



Procedure
De aios overlegt met het opleidingsinstituut en, indien het verlof tijdens een reeds lopende opleidingsperiode opgenomen wordt, de opleider hoe en wanneer het verlof wordt opgenomen. Uiterlijk 4 maanden voor de beoogde datum van het verlof dient de aios een schriftelijk verzoek, voorzien van een voorstel voor het gewijzigde opleidingsschema, in via de betreffende assistent teamleider.
Zodra de geboortedatum bekend is vraagt de aios met het betreffende SBOH-aanvraagformulier het aanvullend geboorteverlof aan. Het ingevulde formulier wordt aan de betreffende assistent teamleider gemaild. Het opleidingsinstituut stuurt het ondertekende formulier naar de SBOH.

Er wordt onderscheid gemaakt tussen betaald en onbetaald ouderschapsverlof. Zie ook website SBOH.

  • Betaald ouderschapsverlof

In het eerste levensjaar van het kind kan de aios deels betaald ouderschapsverlof van minimaal 1 en maximaal 9 keer de arbeidsduur per week opnemen. Dit verlof wordt als veelvoud van de arbeidsduur per week (bij voltijd minimaal 38 uur of een veelvoud daarvan, anderhalve week bijv. is niet mogelijk). Het verlof kan gespreid of aaneengesloten worden opgenomen.

  • Onbetaald ouderschapsverlof

Indien de aios een kind onder de acht jaar verzorgt kan onbetaald ouderschapsverlof aanvragen. De aios blijft in dienst van de SBOH, maar de verlofperiode is onbetaald. De duur van het verlof is afhankelijk van het dienstverband en maximaal 26 x de arbeidsduur per week (bij voltijd 26 x 38 = 988 uur). Al opgenomen betaald ouderschapsverlof wordt in mindering gebracht.

In het belang van de opleiding heeft het opleidingsinstituut enkele aanvullende kaders m.b.t. invulling van het ouderschapsverlof:

  • Bij het gespreid opnemen van ouderschapsverlof:
    • Een minimum van 3 volwaardige praktijkdagen is vereist (conform Kaderbesluit CGS, artikel E.3 ).
    • Bij de klinische stage gelden dezelfde regels als bij deeltijd werken.
  • Bij het aaneengesloten opnemen van ouderschapsverlof:
    • Indien het aanvullend geboorteverlof (deels) tijdens (een) externe stage(s) opgenomen wordt moet elke stage netto lang genoeg zijn.
    • Indien er tijdens de externe stages een te korte stageperiode ontstaat kan het opleidingsinstituut het voorstel doen om het aanvullend geboorteverlof uit te breiden met onbetaald verlof en/of vakantiedagen. Indien een aios dit niet wil, kan het aanvullend geboorteverlof mogelijk niet of niet volledig worden opgenomen tijdens een externe stage.



Procedure
De aios overlegt met het opleidingsinstituut en, indien het verlof tijdens een reeds lopende opleidingsperiode opgenomen wordt, de opleider hoe en wanneer het verlof wordt opgenomen. Uiterlijk 4 maanden voor de beoogde datum van het verlof dient de aios een schriftelijk verzoek, voorzien van een voorstel voor het gewijzigde opleidingsschema, in via de betreffende assistent teamleider.
De aios vraagt met het betreffende SBOH-aanvraagformulier het betaald ouderschapsverlof aan. Het ingevulde formulier wordt aan de betreffende assistent teamleider gemaild. Het opleidingsinstituut stuurt het ondertekende formulier naar de SBOH.

Langdurige ziekte/arbeidsongeschiktheid kan een reden zijn om de opleiding tijdelijk te onderbreken. Meer informatie hierover lees je in het ziekteverzuimprotocol van de SBOH en op de Wiki-pagina Ziekte en re-integratie.

Bij ziekte of arbeidsongeschiktheid stel je zo spoedig mogelijk de volgende personen of instanties op de hoogte:

  • de SBOH via de ziekteverzuimmelder;
  • jouw opleider/stageplaats;
  • jouw docenten en, indien van toepassing, jouw supervisor.

Zodra je weer beter bent, meld je je zich weer beter bij de SBOH. De SBOH heeft een protocol opgesteld dat gevolgd moet worden in geval van ziekte. Daarin staan al jouw rechten en plichten op het gebied van (preventie van) verzuim beschreven, waaronder een traject voor re-integratie na langdurig verzuim.

Zie tevens de informatie over ziekte en re-integratie op deze wiki voor uitgebreide informatie en contactpersonen.

Melden van zwangerschap en aanvragen van zwangerschapsverlof:

  • Je vult zo snel mogelijk het aanvraagformulier zwangerschapsverlof op de website van de SBOH in. De SBOH berekent op welke datum het verlof vermoedelijk ingaat en eindigt.
  • Je meldt jouw zwangerschap bij de desbetreffende assistent teamleider van het opleidingsinstituut.
  • Je informeert jouw opleider, docenten en groepsleden en, indien van toepassing, jouw supervisor*.

*Bij onderbreking van de supervisie vul je het [Melding Onderbreking] in. Nadat je dit hebt laten tekenen door jouw supervisor lever je dit ook in bij de assistent teamleider.

De precieze regelgeving en procedures rondom zwangerschap staan beschreven op de website van de SBOH. Enkele relevante punten daaruit zijn:

  • Het zwangerschapsverlof duurt in totaal 16 weken en gaat 4 tot 6 weken voor de AT-datum in. Bij het aanvragen van het verlof geef je jouw keuze door.
  • Vanaf 28 dagen vóór tot 42 ná de AT-datum mag je niet werken en geen onderwijs volgen. Ook het koppelproces en toetsen horen hierbij.
  • Na de bevalling informeer je de SBOH over de feitelijke bevallingsdatum. De SBOH stelt de einddatum van jouw verlof vast.

Er wordt onderscheid gemaakt tussen onbetaald en betaald ouderschapsverlof.

Onbetaald ouderschapsverlof

Je hebt in principe recht op onbetaald ouderschapsverlof als je een kind onder de acht jaar te verzorgen hebt. Onbetaald ouderschapsverlof betekent dat je onbetaald verlof krijgt, maar in dienst blijft van de SBOH. Dit kan alleen in goed overleg met de opleider en het opleidingsinstituut.

De duur van het onbetaald ouderschapsverlof hangt af van het dienstverband. Het maximum aantal weken op voltijds basis is 26, maar vaak wordt een deeltijdvariant gekozen.

Procedure
Neem deze stappen als je onbetaald ouderschapsverlof wilt aanvragen:

  • Bekijk de regelingen, rekenmodellen en consequenties op de website van de SBOH.
  • Informeer ruim van tevoren bij de betrokkenen (opleider en betreffende assistent teamleider) of het in principe mogelijk is. Zo zal het tijdens een externe stage niet altijd mogelijk zijn.
  • Vul minimaal 2 maanden voor de beoogde ingangsdatum van het verlof het aanvraagformulier van de SBOH in en geef of mail dit aan de assistent teamleider.

Betaald ouderschapsverlof

Sinds 2 augustus 2022 heb je het recht om deels betaald ouderschapsverlof op te nemen in het eerste levensjaar van het kind. Het betaald ouderschapsverlof is minimaal 1 en maximaal 9 keer de arbeidsduur per week, per hele week (anderhalve week betaald ouderschapsverlof bijv. is niet mogelijk). Bij een voltijds arbeidsovereenkomst is dat minimaal 38 uur en maximaal 342 uur.

Een aios kan betaald ouderschapsverlof aanvragen als hij/zij minder wil gaan werken dan zijn/haar huidige contracturen. Op de website van de SBOH is meer informatie te vinden over de voorwaarden voor het opnemen van betaald ouderschapsverlof.

Het opleidingsinstituut heeft enkele aanvullende regels m.b.t. het toekennen van (betaald) ouderschapsverlof:

  • Bij het gespreid opnemen van ouderschapsverlof:
    • Als het ouderschapsverlof gespreid wordt opgenomen, blijft een minimumaantal van 3 volwaardige praktijkdagen vereist (zie Aanwezigheidsreglement).
    • Op locatie VUmc is het gespreid opnemen van ouderschapsverlof in de klinische stage alleen mogelijk indien een aios recht heeft op een vrijstelling en de aios een deel van deze vrijstelling inzet.
  • Bij het aaneengesloten opnemen van ouderschapsverlof:
    • In het stagejaar kan het opleidingsinstituut het voorstel doen om het ouderschapsverlof uit te breiden met onbetaald verlof indien er anders een te korte stageperiode ontstaat. Indien een aios dit niet wil, kan het ouderschapsverlof meestal niet of niet volledig worden opgenomen. De inzet van vakantiedagen in deze periode is ook mogelijk.
    • Indien het ouderschapsverlof in het stagejaar plaatsvindt moet voldoende lengte van stageperiodes gerealiseerd worden, stages kunnen worden verlengd indien er onvoldoende gelegenheid is om de stagedoelen te behalen.

Een verzoek tot ouderschapsverlof kan geweigerd worden in geval van zwaarwegend opleidingsbelang, zoals het geval is bij voortgangsproblemen. De aanvraag voor ouderschapsverlof wordt voor iedere aios individueel beoordeeld.

Procedure
Je besluit in overleg met het opleidingsinstituut en de opleider (indien het verlof valt gedurende een reeds lopende opleidingsperiode) te hoe en wanneer het verlof wordt opgenomen. Hiervoor dien je (na overleg met je docent en mogelijk ook je opleider) uiterlijk 4 maanden voor de beoogde datum van het verlof een schriftelijk verzoek (voorzien van een voorstel voor het gewijzigde opleidingsschema) in bij het de betreffende assistent teamleider.

Je vraagt het betaald ouderschapsverlof aan met behulp van het aanvraagformulier voor het opnemen van betaald ouderschapsverlof van de SBOH (portal SBOH). Stuur het ingevulde formulier naar de betreffende assistent teamleider. . Het opleidingsinstituut draagt zorg voor de verdere afhandeling en stuurt het formulier naar de SBOH.

Als partner heb je na de geboorte van het kind recht op 1 week (1x de aanstellingsomvang) regulier geboorteverlof. Dit verlof kan op een zelf gekozen moment binnen 4 weken na de geboorte opgenomen worden.

Sinds 1 juli 2020 kun je als partner maximaal 5 weken (minimaal 1 en maximaal 5x de aanstellingsomvang) aanvullend geboorteverlof opnemen. Bij een voltijds arbeidsovereenkomst is dat minimaal 38 uur en maximaal 190 uur. Dit verlof moet je opnemen binnen 6 maanden na de geboorte van het kind en je moet het geboorteverlof van 1 week al hebben opgenomen. Het aanvullend verlof is onbetaald, maar werkgevers kunnen voor hun werknemers bij het UWV een uitkering voor de verlofperiode aanvragen. Deze uitkering is maximaal 70% van het dagloon (en maximaal 70% van het maximum dagloon). Dit aanvullend geboorteverlof is een recht en de SBOH geeft hier toestemming voor, míts dit verlof goed inpasbaar is in de opleiding.

Een verlofperiode van in totaal maximaal 6 weken de reguliere arbeidsduur is substantieel en heeft een behoorlijke impact op de opleiding. Het hoofd van de opleiding beslist over de toekenning van het aanvullend geboorteverlof conform onderstaande richtlijn:

  • Je dient de aanvraag schriftelijk en uiterlijk 4 maanden voor de beoogde ingangsdatum van het verlofdatum, voorzien van een voorstel voor een gewijzigd IOS.
  • Jouw verzoek kan geweigerd worden in geval van zwaarwegend opleidingsbelang, zoals het geval is bij het ontstaan van te korte stageperiodes of voortgangsproblemen.
  • De aanvraag voor aanvullend geboorteverlof beoordelen we voor iedere aios individueel.

Gespreid verlof (een beperkt aantal uren per week over een langere periode)

  • Gespreid opnemen van het aanvullend geboorteverlof is niet mogelijk in de klinische stage.
  • Voor de overige stages geldt: als het aanvullend geboorteverlof gespreid wordt opgenomen, blijft een minimum aantal van 3 volwaardige praktijkdagen vereist, dat wil zeggen een minimum werkpercentage van 80% (en bij hoge uitzondering 70%).
  • De duur van het verlof wordt toegevoegd aan de tweede huisartsstage.

Aaneengesloten periode verlof

  • Een aangesloten periode van aanvullend geboorteverlof is in principe tijdens alle stages mogelijk.
    • Voor de externe stages gelden voorwaarden: De aios doet naast dit geboorteverlof een aanvullende aanvraag voor onbetaald verlof zodat tezamen een periode van 3 maanden verlof ontstaat. Uiteraard is inzet van vakantiedagen in deze periode ook mogelijk. Dit is de enige wijze waarop we dit verlof kunnen inpassen in de periode van externe stages die elk 3 of 6 maanden duren. Dit kan betekenen dat de aios van groep moet wisselen.
  • De duur van het verlof wordt toegevoegd aan de tweede huisartsstage, behalve bij de klinische stages. Voor de periode van verlof tijdens de klinische stage moet een andere klinische stage worden gedaan.

Als je wetenschappelijk onderzoek wilt gaan doen op een terrein van de huisartsgeneeskunde bestaan er mogelijkheden om de opleiding tijdelijk te onderbreken, c.q. de opleiding en het onderzoek te combineren. De regelgeving hierover staat beschreven in de zogenaamde aioto-regeling op de website van de SBOH. Wie geïnteresseerd is in de inhoudelijke mogelijkheden op dit terrein kan contact opnemen met het hoofd van de Huisartsopleiding VUmc.

Naast de gewone vakantie- en verlofdagen bestaan er nog enkele andere vormen van verlof, zoals buitengewoon verlof, calamiteitenverlof en kortdurend zorgverlof. Het gaat hierbij steeds om bijzondere of onverwachte situaties, waarbij je met behoud van inkomen beperkte tijd krijgt om – simpel gezegd – iets te regelen, ergens bij aanwezig te zijn of iets waardevols te doen wat op dat moment even voor gaat. Voorbeelden van dergelijke situaties zijn: familieleden die overlijden, kinderen die plotseling ziek worden, schade die aan het huis ontstaat, zieken die verzorgd moeten worden, verhuizing, huwelijk, bevalling van partner.

Dit soort bijzonder verlof vereist overleg met alle betrokkenen en kan alleen doorgaan als er van de kant van de SBOH, de hao of de stageplek geen zwaarwegende belangen zijn die zich ertegen verzetten.

De aios heeft het recht om één keer tijdens de opleiding onbetaald verlof op te nemen voor een periode van 3, 6, 9 of 12 maanden. Dit vraagt overleg met alle betrokkenen en kan alleen als er geen zwaarwegende belangen zijn die zich ertegen verzetten, waaronder de studievoortgang. Het onbetaald verlof moet minimaal 6 maanden van tevoren aangevraagd worden en kan op drie momenten worden opgenomen:

  • Tussen fase 1 en fase 2 (3, 6, 9 of 12 maanden).
  • Bij 3 maanden vrijstelling voor de klinische stage: tussen 1e huisartsstage en 3 maanden klinische stage (maximaal 3 maanden).
  • Bij vrijstelling voor CZ- of GGZ-stage: tussen de niet vrijgestelde stage en de 2e huisartsstage (maximaal 3 maanden).

Uitgangspunt is dat er niet gewisseld hoeft te worden van onderwijsgroep in fase 1 of fase 2. Terugdraaien van een toegekend onbetaald verlof kan alleen bij zwaarwegende redenen en mits de organisatie van de opleiding dat toelaat.

Verlof aanvragen

Al deze vormen van verlof, alsmede de voorwaarden en procedures, staan beschreven op de website van de SBOH. De formulieren voor het aanvragen van zwangerschapsverlof*, ouderschapsverlof, aanvullend geboorteverlof en onbetaald verlof staan in het portal van de SBOH. Het ingevulde formulier geef of mail je aan de desbetreffende assistent teamleider.

*In geval van zwangerschapsverlof gaat het formulier direct naar de SBOH. Je geeft aan de assistent teamleider van jouw stage de AT-datum en verwachte verlofdatum door. Als je bezig bent met een supervisietraject dat je niet kunt afronden voor het verlof, vul dan voordat je met verlof gaat de Supervisie - Melding onderbreking in en mail dit naar de assistent teamleider.

Geschil

Als een aios een geschil aangaat met de huisartsopleiding (zie de Procedure bij problemen, klachten en conflicten), is er sprake van een opschortende werking. Dat wil zeggen dat de opleiding gedurende de looptijd van het geschil stil ligt.

20 dagdelen is cruciaal

Je dient elke onderbreking formeel kenbaar te maken, dus ook als je bijvoorbeeld één dag ziek thuis zit. Dat heeft dan nog niet meteen consequenties. Pas als je op jaarbasis meer dan 20 dagdelen (10 dagen) de opleiding onderbreekt volgt er een verlenging van de opleiding (zie ook het thema Langere opleidingsduur).

Onder die 20 dagdelen vallen dus alle genoemde vormen van onderbreking, die allemaal bij elkaar moeten worden opgeteld. De reguliere vakantie- en verlofdagen vallen er niet onder, omdat die niet worden aangemerkt als onderbreking.

Aanpassing stagetraject

Onderbreking betekent per definitie dat de opleiding op dat moment stil ligt. Als dat langere tijd duurt (zoals bij zwangerschap), heeft dat ook consequenties voor de verdere opleiding: in ieder geval schuift de einddatum op, maar soms verandert ook de volgorde van de stages en mogelijk de onderwijsgroep. Het is belangrijk om bijtijds te overleggen met het opleidingssecretariaat dat kan overzien wat er verder moet gebeuren en of er overlegd moet worden met de teamleider.

De opleiding (gedeeltelijk) overdoen

Als je de opleiding langer dan 6 maanden onderbreekt (bijvoorbeeld door langdurige ziekte) kan het hoofd van de opleiding besluiten dat je een deel van de opleiding moet overdoen. Meestal zal hierover advies worden ingewonnen bij de opleider.

Geen verlof, maar wel onderbreken?

De regel dat je de opleiding – behoudens de beschreven uitzonderingen – ononderbroken moet volgen is bedoeld om continuïteit in het leerproces en behoud van kennis en vaardigheden te waarborgen. Je kunt dus niet zomaar besluiten om er een jaartje tussenuit te gaan. Wil je dat toch en kom je niet aanmerking voor een van de hierboven beschreven verloven, dan moet je ontslag nemen en opnieuw solliciteren. Als je opnieuw geschikt bevonden en geplaatst wordt kun je vrijstelling aanvragen voor het deel van de opleiding dat je al gedaan hebt voor de onderbreking. Het is aan het hoofd van de opleiding om te bepalen of die aanvraag gehonoreerd wordt.