Vrijstellingsreglement tot 1/9/22

Uit Wiki HOVUmc
Ga naar: navigatie, zoeken


Regelgeving

Hoofd
Rob Dijkstra

Adjunct hoofd
Jeroen Woertman

Onderwijscoördinator
Marieke van Schelven
Dorien Stilma
Linda Timmer

Regelgeving

Inleiding

Dit vrijstellingsreglement geldt tot 1 september 2022.
Kijk voor het reglement per 1 september 2022 hier.

Als je relevante voorervaring hebt kun je vrijstelling(en) krijgen voor een of meer delen van de opleiding. Het standaard opleidingsschema bestaat uit 12 maanden 1e huisartsstage en 6 maanden klinische stage (fase 1) en 3 maanden CZ-, 3 maanden GGZ- en 12 maanden 2e huisartsstage (fase 2).

Zie voor de algemene regels de website van Huisartsopleiding Nederland. Hieronder leggen wij onze procedures uit.

Procedure voorlopige aanvraag

Voorlopige vrijstelling aanvragen

In eerste instantie vraag je een voorlopige vrijstelling aan. Dit doe je binnen 2 maanden ná de start van je opleiding, dus afhankelijk van jouw startmoment vóór 1 mei/november. Voor 1 juli/januari laten wij weten of jouw voorlopige vrijstelling is toegekend. De definitieve beslissing volgt later, zie daarvoor de procedure beslissing voorlopig vrijstelling.

Je dient jouw formele aanvraag bij ons in, met behulp van het aanvraagformulier vrijstelling(en) [link] en een toelichtingsbrief waarin je vermeldt wat de specifieke werkzaamheden waren op basis waarvan je de vrijstelling(en) aanvraagt. Als je vragen hebt, kijk dan eerst hieronder bij de veelgestelde vragen. Kom je er daarmee niet uit, neem dan contact op met de assistent teamleider externe stages: Pascale Scheerman. Jouw aanvraag wordt getoetst aan de RGS-richtlijnen. Bij akkoord wordt jouw vrijstelling voorlopig toegekend.

Na een half jaar volgt een inhoudelijke toetsing: heb je inderdaad de competenties behaald? Jouw huisartsopleider bepaalt dit met jou. Zie verder de procedure beslissing voorlopige vrijstelling.

De benodigde bescheiden hiervoor zijn:

*De aios vermeldt in de toelichtingsbrief de specifieke werkzaamheden op grond waarvan vrijstelling wordt aangevraagd.

Tijdpad

  • Je mailt na de start, maar vóór 1 mei (maartcohort)/1 november (septembercohort) jouw formele aanvraag naar de assistent teamleider externe stages: Pascale Scheerman
  • Je bespreekt de voorlopige vrijstelling met jouw huisartsopleider tijdens het voortgangsgesprek na 3 maanden en bij bekrachtiging binnen 6 maanden.
  • Je geeft vóór 1 oktober (maartcohort)/1 april (septembercohort) aan Pascale Scheerman jouw definitieve beslissing door. Zie de procedure beslissing voorlopige vrijstelling.

(On)mogelijkheden per stage

Ervaring op het gebied van de huisartsgeneeskunde bij een erkende opleider in een erkende huisartspraktijk kan bijdragen aan een door het hoofd vast te stellen vrijstellingsduur. Bijvoorbeeld als je in jouw opleiding tot Algemeen Militair Arts de module Huisartsgeneeskunde met goed gevolg afgerond hebt. Je kunt dan vrijstelling aanvragen voor 6 maanden, 3 maanden in de 1e en 3 maanden in de 2e huisartsstage.

Alle relevante klinische ervaring van meer dan 6 maanden in een erkende instelling kan leiden tot een (gedeeltelijke) vrijstelling. Dat geldt sowieso voor de big five:

  • Chirurgie
  • Interne geneeskunde
  • Kindergeneeskunde
  • Gynaecologie/verloskunde
  • SEH

Ook andere klinische voorervaring kan relevant zijn. Er wordt gekeken naar:

  • Acute geneeskunde
  • Snijdende ervaring
  • Relevantie voor de huisartsgeneeskunde

NB De RGS-richtlijnen zijn leidend.

Er zijn drie opties

  1. Je komt niet in aan aanmerking voor een vrijstelling: je doet een klinische stage van 6 maanden. Dit is meestal een SEH-stage, maar 3 maanden SEH en 3 maanden een andere stage uit de big five is ook mogelijk.
  2. Je komt in aanmerking voor een vrijstelling en neemt die ook: jouw opleiding wordt met 3 of 6 maanden verkort.
  3. Je komt in aanmerking voor vrijstelling, maar zet deze niet of gedeeltelijk in: je doet een klinische stage van 3 (gedeeltelijke vrijstelling) of 6 (geen vrijstelling) maanden; SEH of een andere uit de big five.

Er zijn drie opties

  1. Je komt niet in aanmerking voor een vrijstelling: je doet 3 maanden CZ-stage en 3 maanden GGZ-stage.
  2. Je komt in aanmerking voor een of beide vrijstelling(en) en neemt die ook: jouw opleiding wordt met 3 of 6 maanden verkort.
  3. Je komt in aanmerking voor vrijstelling, maar zet deze niet of gedeeltelijk in, óf je hebt relevante ervaring die niet voldoet voor een vrijstelling: je vult de stage(s) in met een keuzestage:
  • Reumatalogie
  • Wetenschappelijke stage
  • KNO/dermatologie
  • Oncologie
  • Forensische geneeskunde
  • Verslavingsgeneeskunde
  • Palliatieve zorgteam (AvL)
  • Orthopedie
  • Neurologie
  • Revalidatiegeneeskunde

Niet al deze keuzestages zijn beschikbaar in Twente. Keuzestages in de big five zijn vanwege schaarste niet mogelijk.

Procedure beslissing voorlopige vrijstelling

Deadline

  • Maartcohort: 1 oktober
  • Septembercohort: 1 april

Voorlopige vrijstelling definitief maken

Als je jouw vrijstellingsverzoek definitief maakt verkort je jouw opleiding. Je zult dus eerder dan na 156,3 weken de opleiding afronden. Vul hiervoor het aanvraagformulier definitief verzoek vrijstelling in en laat dit door jouw huisartsopleider en docent ondertekenen. Daarna mail of geef je het formulier aan Pascale Scheerman.

Voorlopige vrijstelling wijzigen

Je kunt jouw verzoek voor een voorlopige vrijstelling van 6 maanden klinische stage aanpassen naar een vrijstelling voor 3 maanden klinische stage. Deze wijziging geef je door met het aanvraagformulier definitief verzoek vrijstelling. Laat het formulier ook ondertekenen door jouw huisartsopleider en docent en mail of geef het daarna aan Pascale Scheerman.

Voorlopige vrijstelling annuleren

Wil je de verkregen voorlopige vrijstelling annuleren? Vul dan het formulier definitief verzoek annulering vrijstelling in en mail dit naar Pascale Scheerman. Laten ondertekenen door opleider of docent is niet nodig. Als je jouw vrijstellingsverzoek annuleert volg je de opleiding volgens het standaard opleidingsschema: 1e huisartsstage, klinische stage in fase 1, CZ- en GGZ-stage en 2e huisartsstage in fase 2.

Voor de klinische stage geldt: 1 (of 2) van de big five (SEH, Chirurgie, Interne geneeskunde, Kindergeneeskunde en Gynaecologie/verloskunde). Met relevante voorervaring mag je de CZ- en/of GGZ-stage ruilen voor een andere keuzestage. Zie hiervoor de [wijziging IOS].

Veelgestelde vragen over vrijstellingen

Als ik mijn vrijstelling voor CZ of GGZ niet inzet en daarvoor een keuzestage kies, hoe groot is de kans dat ik dan de keuzestage van mijn voorkeur kan doen?

  • Je komt in een poule met keuzestages waar je je 1e tot en met 4e voorkeur opgeeft. Wij proberen je te plaatsen op één van deze 4 voorkeuren. We kunnen niets garanderen; de populaire keuzestages (bijvoorbeeld de combi kno/derma) worden vaak genoemd als 1e voorkeur en het aantal plekken is beperkt.
  • Let op: als je de vrijstelling niet inzet en je kunt niet geplaatst worden op één van je voorkeursplekken, dan kun je niet alsnog je vrijstelling nemen. Dat is dan een gepasseerd station.

Mag ik een eigen keuzestage regelen?

  • Als je in aanmerking komt voor vrijstelling CZ of GGZ en je neemt deze niet, is het in een enkel geval mogelijk zelf een keuzestage voor maximaal 6 weken te regelen. Echter is het niet mogelijk stages te regelen die wij zelf in ons aanbod hebben én is het regelen van een stage alleen mogelijk in overleg met de (assistent) teamleider.

Kom ik met 2 jaar neurologie-werkervaring in aanmerking voor een vrijstelling?

  • Ja, daarmee kom je in aanmerking voor 3 maanden vrijstelling. Een substantiële werkervaring in neurologie (maar hetzelfde geldt bijvoorbeeld ook voor gynaecologie) beschouwen we als gelijkwaardig aan 6 maanden werkervaring op de interne geneeskunde en ook daarmee kom je in aanmerking voor 3 maanden vrijstelling. Je doet dan nog een stage van 3 maanden stage op de SEH.

Kom ik op basis van 6 maanden deeltijd relevante werkervaring in aanmerking voor een vrijstelling?

  • Nee, je moet minimaal 6 maanden voltijds (of over een langere periode deeltijd) werkervaring hebben om in aanmerking te komen voor 3 maanden vrijstelling.

Landelijk opleidingsplan

De paragraaf "Individualisering opleidingsduur op basis van eerder verworven competenties"[1], in het Landelijk opleidingsplan, spreekt niet over een verplichting tot het opnemen van een vrijstelling bij voldoende relevante voorervaring.

Aanvulling HOVUmc

In aanvulling op het LOP heeft de Huisartsopleiding VUmc enkele regels:

  1. Aios die hun voorervaring in een niet-snijdend specialisme hebben opgedaan krijgen geen volledige vrijstelling van hun klinische stage; zij moeten nog drie maanden op een SEH stage lopen.
  2. Aios die op basis van relevante en geldige voorervaring recht hebben op een vrijstelling voor de klinische stage zijn verplicht om deze aan te vragen, gebaseerd op twee overwegingen:
    1. De individualisering van de medische vervolgopleidingen gaat uit van het principe dat de opleiding - binnen grenzen - zo lang duurt als nodig is en zo kort duurt als kan.
    2. Het aantal stageplaatsen is, ondanks continue grote investeringen in werving, te krap om alle aios aansluitend aan de eerste huisarts-stage de klinische stage te laten volgen. Deze volgorde is nodig met het oog op het intact houden van de eerste fase-groepen.

Indien een aios met recht op vrijstelling tóch een klinische stage wil volgen, dan geldt het volgende:

  • De aios vraagt ook in dat geval aan het begin van de opleiding de betreffende vrijstelling aan.
  • Indien de aios na 6 maanden opleiding bij zijn/haar wens tot het volgen van een klinische stage blijft, wordt door de stagebeheerder op basis van beschikbaarheid van de stageplek en motivering van de aios een afweging gemaakt, leidend tot een bindend besluit. Dit in samenspraak met de teamleider.

Referenties

  1. De aios huisartsgeneeskunde kan voorafgaand aan de start van de opleiding vragen om verkorting van de opleiding op basis van eerder verworven competenties, blijkend uit verklaringen van de medisch eindverantwoordelijke opleider van een erkende opleidingsinrichting. Het hoofd van het opleidingsinstituut16 beoordeelt aan de hand van het portfolio of de competenties van het opleidingsonderdeel waarvoor de aios vrijstelling aanvraagt, redelijkerwijs zijn verworven door gelijkwaardige werk- of opleidingservaring van de aios. Bij toekenning van de vrijstelling, bepaalt het hoofd de aangepaste individuele opleidingsduur van de aios. Deze toekenning voor een vrijstelling is voorlopig van aard. Tijdens de eerste twee voortgangsgesprekken wordt met inachtneming van het individuele opleidingsplan beoordeeld of de vrijstelling terecht is toegekend17. De opleiders en docenten die betrokken zijn bij de opleiding van de aios geven hierover na het tweede voortgangsgesprek advies aan het hoofd, die de vrijstelling al dan niet definitief vaststelt. Vrijstelling voor een opleidingsonderdeel houdt ook in dat de aios vrijstelling krijgt voor het toetsprogramma dat bij dat onderdeel hoort. Als het hoofd de aanvraag tot verkorting van de opleidingsduur afwijst, geeft hij of zij hiervoor een schriftelijke onderbouwing aan de aios18."