Huisartsopleiding VUmc

Uit Wiki HOVUmc
Versie door Chris Rietmeijer (overleg | bijdragen) op 24 jan 2019 om 11:42 (ontwerp pagina)
Ga naar: navigatie, zoeken

Inhoud

Handleiding huisartsopleiding VUmc

Deze handleiding is bedoeld voor aios, docenten en opleiders en geeft een praktische beschrijving van onze huisartsopleiding. Voor de verantwoording en achtergronden verwijzen we naar het Landelijk OpleidingsPlan (LOP) 2016,, het Competentieprofiel van de huisarts en het Protocol toetsing en beoordeling. Binnen deze kaders zetten wij eigen accenten, die zijn terug te vinden in ons opleidingsplan HOVUmc.

In de huisartsopleiding staat het praktijkleren centraal. Dat vindt vooral plaats aan de hand van de zorg voor patiënten. Het instituutsonderwijs ondersteunt en verdiept het praktijkleren. De aios werkt samen met zijn /haar opleider, docenten en peers aan zijn/haar toenemende competentie en zelfstandigheid. Op de stageplek is de huisartsopleider steeds laagdrempelig benaderbaar en is er dagelijks een leergesprek. Tijdens het, doorgaans wekelijkse, cursorisch onderwijs op het instituut (terugkomdag) worden de aios begeleid door twee vaste docenten. Daarin is het leren van en mét elkaar in de aios-groep (peer-groep) een belangrijk didactisch uitgangspunt. In de ervaringsronde (reflectieonderwijs) worden praktijkervaringen gedeeld en getoetst aan de ervaringen van andere aios. Op basis van reflectie en feedback op het praktijkhandelen, en wat er op de terugkomdagen aan de orde komt, formuleert de aios steeds nieuwe leerdoelen, die worden vastgelegd in een individueel ontwikkelingsplan (IOP). Het leren van de aios wordt dus zo veel mogelijk gestuurd door diens individuele leerbehoeften, binnen de genoemde vastgestelde kaders. Docenten en opleiders bieden hulp bij het concretiseren en verwezenlijken van leerdoelen. In de voortgangsgesprekken wordt drie keer per jaar de competentie-ontwikkeling van de aios geëvalueerd en het IOP bijgesteld. Hierbij maken we gebruik van de competentie beoordelings lijst, de ComBeL.

Doelen en globale inhoud

De huisartsopleiding leidt op tot competente huisartsen. Net als alle andere medische vervolgopleidingen onderscheiden we daarbij 7 competentiegebieden. Die gebieden zijn medisch handelen, communicatie, samenwerken, maatschappelijk handelen, kennis en wetenschap en professionaliteit. Een competente huisarts heeft voldoende van deze deelcompetenties in verschillende contexten. Die contexten worden oa gedefinieerd door verschillende klachten en ziektebeelden. Het Landelijk opleidingsplan spreekt van de thema’s Korte episode zorg, Spoedeisende zorg, Chronische zorg, SOLK, Psychische klachten en aandoeningen, zorg voor het Kind, Complexe ouderenzorg, Palliatieve zorg, Preventie en PraktijkmanaFgement.

Fasering en stages

Hoewel het patiënten-aanbod en daarmee de problematiek waarmee de aios te maken krijgt zich maar ten dele laat sturen, leggen we in de loop van de opleiding verschillende accenten. Aan het begin van de opleiding (eerste fase) leggen we de nadruk op spoedeisende zorg en veel voorkomende klachten; later staat de meer complexe problematiek centraal (tweede fase). De eerste fase bestaat uit de eerste huisarts-stage met aansluitend de klinisch stage. De aios doorloopt de eerste fase in een en dezelfde terugkomdaggroep. De tweede fase bestaat uit de Chronische zorg stage, de GGZ stage en de tweede huisarts-stage. De aios doorloopt de tweede fase in een nieuwe groep die eveneens gedurende deze hele fase bij elkaar blijft. Afgezien van vrijstellingen begint de aios dus vijf keer aan een nieuwe stage en twee keer aan een nieuwe terugkomdaggroep.

Eerste fase: eerste huisarts-stage en klinische stage

De aios verbreedt en verdiept zijn/haar competenties en werkt toenemend zelfstandig. In het instituutsonderwijs is er, naast het onderwijs in de vaste (tweede) fase-groep, onderwijs door experts, lokaal en landelijk (Preventie tweedaagse). De aios is toenemend zelfsturend en maakt individuele keuzes tav het volgen van dit expert-onderwijs. Daarnaast is er de mogelijkheid om landelijk vorm gegeven differentiatie-onderwijs te volgen. Zelfstudie ondersteunt het praktijkleren en het instituutsonderwijs. Tijdens de tweede fase starten de aios met begeleide en later onbegeleide intervisie, als voorbereiding op doorgaande intervisie als huisarts. Aan het eind van de 2e huisarts-stage, dit is bij het afronden van de huisartsopleiding, voldoet de aios aan het competentieprofiel van de beginnende huisarts en heeft de aios een reëel beeld van zijn/haar beheersingsniveau van de tien thema’s van het LOP. Dat geeft richting aan het verder zelfsturend leren na de opleiding in het kader van permanente professionele ontwikkeling. 

Praktijkleren[bewerken | brontekst bewerken | brontekst bewerken]

Leren in de dag-praktijk[bewerken | brontekst bewerken | brontekst bewerken]

De aios leert het vak in de praktijk. Patiëntenzorg en de vragen die daaruit ontstaan sturen voor een groot deel het leren. Een aantal voorwaarden zijn daarbij van belang:

  • Een voldoende en divers patiënten-aanbod. Uit onderzoek is gebleken dat aios in de huisartsopleiding vaak een te eenzijdige mix van patiënten te zien krijgen waarbij vooral de meer complexe zorg door de opleider wordt verleend. Vooral in de tweede huisarts-stage is het van belang met de opleider en praktijkassistente samen voor een aanbod van voldoende patiënten met complexe problematiek zorg te dragen.
  • Een goede balans tussen zelfstandig werken en begeleiding. Voldoende observatie door de opleider op het gebied van arts-patiënt communicatie, maar ook van basale en nieuwe technische vaardigheden, zonder de aios onnodig te controleren, en gericht op toenemend zelfstandig werken en leren.
  • Dagelijkse leergesprekken naast ad hoc overleg over individuele patiënten.
  • Zelfstandige periodes
  • Voortgangsgesprekken 

Leren op de huisartsenpost[bewerken | brontekst bewerken | brontekst bewerken]

Een belangrijk deel van de huisartsenzorg wordt geleverd op de huisartsenpost (HAP). Ook hier geldt dat de balans tussen zelfstandig werken en begeleiding essentieel is en daarmee een belangrijk gespreksonderwerp tussen aios en opleider. Op het instituut is er vroeg in het jaar een koppeldag, voor opleiders en aios, waarin aandacht wordt besteed aan de regelgeving en de verantwoordelijkheden van de aios, de opleider en de postcoördinator.

De aios gaat dit jaar ook zelfstandig diensten doen, onder begeleiding 'op afstand' van de opleider. De opleider stelt tevoren vast, door de aios te observeren bij consultdiensten, visitediensten en tijdens telefonische consulten, of de aios in staat is op verantwoorde wijze zelfstandig diensten te doen en vult dan de Verklaring van overdracht van de begeleiding van een aios.pdf in.

De Huisartsenpost zal doorgaans een kopie van deze verklaring van de aios vragen vóór deze er zelfstandig diensten mag doen! Tijdens deze zelfstandige diensten wordt wel van de opleider verwacht, dat deze voor overleg bereikbaar is en zo nodig ter plekke komt ondersteunen. Eventueel kan de opleider deze taak overdragen aan een collega-opleider, die bij dezelfde Dienstenpost werkzaam is.

Bij alle Huisartsenposten waarmee HOVUmc samenwerkt is er een opleider (betaald) als postcoördinator voor de opleiding van aios op de betreffende post aangesteld. Deze helpt bij de introductie van de aios op de post (inwerkprogramma) en helpt wanneer nodig in overleg met de eigen opleider ervoor te zorgen dat de aios voldoende diensten doet. De RGS geeft als richtlijn voor de diensten in de tweede huisarts-stage aan:

  • elke aios doet minimaal 5 ANW diensten per kwartaal;
  • een derdejaars aios doet tenminste 2 nachtdiensten tijdens de opleiding zelfstandig.

In de vierde maand van de opleiding is het goed te bezien of dit al gerealiseerd is! (of in ieder geval ingepland).

In het portfolio van de aios moet een hoofdstukje 'Diensten doen' zitten. Dit wordt gemaakt met behulp van het [null Dossier Diensten.doc] waarin het volgende wordt bewaard:

  • De gedane diensten, de soort diensten en de mate van zelfstandigheid
  • Een certificaat van een recent (max. 2 jaar geleden) gedane cursus BLS/AED
  • De leerpunten die tijdens het dienst doen zijn opgedaan
  • De beoordelingen door de opleider en de 'Verklaringen Zelfstandig Diensten Doen'

Voor overige informatie zie, Leerlijn Diensten in de HAP

Leren met praktijkopdrachten[bewerken | brontekst bewerken | brontekst bewerken]

Praktijkopdrachten zijn de brug tussen het instituutsonderwijs en het werken/leren in de praktijk. Het belang ervan is vooral dat je als aios actief aan de gang gaat met de thema’s van de tweede huisarts-stage in de praktijk.

Er zijn drie soorten opdrachten te onderscheiden:

Instituutsopdrachten[bewerken | brontekst bewerken | brontekst bewerken]

Er zijn in dit jaar drie instituutsopdrachten verplicht uit te voeren; deze zijn gericht op hoofdthema's van dit jaar:

Instituutsopdracht - Polyfarmacie  en Instituutsopdracht - Praktijkmanagement zijn verplicht; als derde instituutsopdracht kan je als aios kiezen tussen Instituutsopdracht - Psychische klachten en Instituutsopdracht - Palliatieve zorg.

Ook de [null Samenwerkingsopdrachten aios-praktijkondersteuner] en [null Samenwerking aios met praktijkassistente] zijn sterk aan te raden. De aios krijgt aan het begin van het jaar toelichting op de opdrachten en geeft deze zelf verder vorm.  De resultaten van het werken aan deze opdrachten worden regelmatig besproken met de opleider en/of in het instituutsonderwijs. Voor de patiënt-gebonden opdrachten ligt de nadruk op de opleider als begeleider, bij de opdracht 'praktijkmanagement' is feedback van docenten en collega-aios ook belangrijk.

Keuzeopdrachten[bewerken | brontekst bewerken | brontekst bewerken]

Keuzeopdrachten Jaar 3 kan de aios (facultatief) gebruiken als ze aansluiten bij de leerwens.

Eigen opdrachten[bewerken | brontekst bewerken | brontekst bewerken]

'Eigen' opdrachten zijn opdrachten die de aios voor zichzelf maakt om individuele leerdoelen te bereiken. Deze opdrachten worden vastgelegd in het eigen IOP. Opdrachten kennen een vast format: de ADART-N structuur. Deze structuur biedt houvast bij het concretiseren van opdrachten. Docent en hao kunnen de aios helpen om tot kwalitatief goede opdrachten te komen. Voortgangsgesprekken zijn hiervoor een gelegenheid.

Opdrachttijd[bewerken | brontekst bewerken | brontekst bewerken]

Als richtlijn geldt, dat er in dit jaar 3 uur per week aan opdrachten gewerkt wordt; veel van deze tijd wordt besteed aan het gericht werken met patiënten in het kader van de opdracht. De aios is tijdens de 'opdrachttijd' dus in principe gewoon in de opleidingspraktijk aanwezig. Van belang is dat die tijd ingepland wordt als vrije door de aios te vullen ruimte; daarvoor zijn afspraken met opleider en doktersassistente nodig! 

Instituutsonderwijs[bewerken | brontekst bewerken | brontekst bewerken]

Drie a vier keer per maand komen de aios naar de terugkomdag op het instituut, in groepen die al tijdens de CZ stage/GGZ stage zijn gevormd, en met dezelfde docenten (tweede fase-groepen). Dit instituutsonderwijs heeft als doel het praktijkleren te ondersteunen en verdiepen en is te onderscheiden in:

  • Reflectie-onderwijs
  • Aios-onderwijs
  • Docent-onderwijs/training
  • Expert-onderwijs
  • Individuele begeleiding aios en koppel
  • Differentiatie-onderwijs

Bij het verdiepen van het praktijkleren is er veel ruimte voor aios en docenten om binnen de kaders keuzes te maken in wat er aan de orde komt en hoe dat wordt vorm gegeven. De genoemde kaders worden, zoals steeds, gevormd door de thema’s van het Landelijk opleidingsplan (LOP) en het competentieprofiel van de huisarts. Binnen de thema’s van het LOP staat in de 2e huisarts-stage de meer complexe huisartsenzorg centraal: Het LOP noemt de thema’s, uitgewerkt in de leerlijnen:

 Voorts is er extra aandacht voor de thema’s:

Reflectieonderwijs[bewerken | brontekst bewerken | brontekst bewerken]

Het (kunnen) reflecteren op praktijkervaringen en van daaruit komen tot gerichte leeractiviteiten en aanpassing van het gedrag is essentieel voor de beroepsmatige ontwikkeling als aios. In het onderwijs is daarom ook tijdens de tweede huisarts-stage ruimte gereserveerd voor reflectierondes. Aios gebruiken hun peers en docenten om casus en dilemma’s voor te leggen. Door reflectie en feedback krijgt de aios meer grip op wat er speelt en handvatten voor zijn/haar verdere ontwikkeling op dit gebied. Op groepsniveau kunnen de ingebrachte vragen uit de praktijk ook richting geven aan de planning van het (keuze-)onderwijs. Om de aansluiting met de jaarthema's te bevorderen is het ook mogelijk reflectierondes te thematiseren. Voorbeelden zijn b.v. : 'beslissingen rond het levenseinde', 'werken in tijdnood, welke keuzes maak je?' etc.

Ter ondersteuning is de handleiding Reflectie in de huisartsopleiding ontwikkeld, die informatie biedt over de

Aios-onderwijs[bewerken | brontekst bewerken | brontekst bewerken]

Naar aanleiding van de ervaringen uit de praktijk en de reflecties hierop wordt een keuze gemaakt voor verdiepingsonderwijs. Aios nemen daarin een actieve rol voor hun rekening door samen met de docenten een thema te kiezen en invulling te geven aan het onderwijs. Het is de verantwoordelijkheid van de docenten om de kwaliteit van het 'aios-onderwijs' te borgen; zij doen dit door het actief begeleiden van de aios in de voorbereiding van dit aios- onderwijs en door het geven van feedback op vorm en inhoud van het uitgevoerde aios- onderwijs. Ook doen ze dit door het concretiseren van leerwensen van de aios en het adviseren ten aanzien van de te gebruiken onderwijsprogramma's en didactische werkvormen. Pas als de leerdoelen concreet genoeg zijn is het mogelijk het bijpassende onderwijs te ontwerpen/selecteren. Waar nodig leveren de docenten zelf een bijdrage aan de uitvoering van het onderwijs.

Bij het ontwerpen van het zogenoemde 'aios-onderwijs' kan geput worden uit meerdere databases. Allereerst zijn er materialen te vinden op onze eigen onderwijs-Wiki. De leerlijnen zijn in ontwikkeling en zullen in 2018 steeds meer onderwijsbouwstenen voor praktijk, zelfstudie en terugkomdagonderwijs gaan bevatten. Indien noodzakelijk kunnen in overleg ook derden benaderd worden voor het vervullen van de rol van expert- docent. Op de website van Huisartsopleiding Nederland zijn Toets-stations te vinden om het vaardighedenonderwijs te ondersteunen. Een trainingsacteur kan naar behoefte (van de groep) ingezet worden.

Docent-onderwijs en training[bewerken | brontekst bewerken | brontekst bewerken]

Naast het aios-onderwijs is er onderwijs door de docenten. Docenten hebben hun eigen expertise-gebieden. GW-docenten geven trainingen in samenwerken en arts-patiëntcommunicatie, leiderschap, praktijkmanagement etc. Het samen bekijken en bespreken van consulten op video vormt een vast onderdeel van het terugkomdagonderwijs.

Expert-onderwijs[bewerken | brontekst bewerken | brontekst bewerken]

Expert-onderwijs is onderwijs dat wordt gegeven door een expert. Tijdens de 2e huisarts-stage is er op ongeveer twee derde van alle terugkomdagen in de middag een aanbod van expert-onderwijs waaruit de aios een keuze maakt. Het expert-onderwijs wordt vorm gegeven als workshops waarin naast kennisoverdracht ruimte is voor het toepassen van de kennis. We streven naar een ruim aanbod van expert-onderwijs, binnen de thema’s die passen bij deze fase van de opleiding, waaruit een werkelijke keuze mogelijk is die past bij de leerwensen van de aios. Het gevolgde expert-onderwijs en hoe dit past in het IOP is een onderwerp bij de voortgangsgesprekken met opleider en docent. 

Eens in de drie maanden ontvangt de aios een uitnodiging om zich in te schrijven voor het keuze-onderwijs van het kwartaal dat twee maanden later begint. (in juli voor september tot december, in oktober voor december tot maart enz.) Een overzicht van het aanbod vind je in Canvas. 

Individuele begeleiding aios en koppel[bewerken | brontekst bewerken | brontekst bewerken]

Naast het groepsonderwijs is ook het bieden van individuele begeleiding een belangrijke functie van het terugkomdagonderwijs. Individuele begeleiding vindt tevens plaats via Canvas waarop de docenten reageren op de aios, bijvoorbeeld op diens IOP. Doordat de docent ook de opleider ziet op de paralleldagen, en het koppel spreekt tijdens praktijkbezoeken is begeleiding van de aios, de opleider en het koppel mogelijk. We spreken van samenwerking rond het leren van de aios in de driehoek van aios-opleider-docent.

Voortgangsgesprekken[bewerken | brontekst bewerken | brontekst bewerken]

In de voortgangsgesprekken die 4-maandelijks plaatsvinden, zowel tussen aios en opleider als tussen aios en docent, wordt teruggekeken naar het functioneren in de afgelopen periode en vooruitgekeken naar wat er in de komende periode moet gebeuren. De aios heeft hierin een actieve rol en maakt inzichtelijk aan opleider en docent hoe ver hij/zij is in de ontwikkeling avn zijn/haar competenties in het licht van het competentieprofiel huisarts en de thema’s van het Landelijk opleidingsplan. De Kenmerkende beroepsactiviteiten (KBA’s) zijn hierbij behulpzaam: de aios kan aan de hand van betekenisvolle casuïstiek aan zijn/haar opleider laten zien wat hij/zij op welk niveau beheerst, wat dus al geborgd is en waar nog werk aan de winkel is. De aios maakt verslagen van deze gesprekken en legt dit ter aanvulling en goedkeuring voor aan de opleider, resp. docent; ook verwerkt de aios de resultaten in een volgende versie van het eigen IOP. De aios bewaart verslagen en de achtereenvolgende versies van het IOP in het eigen Portfolio.

Opleider en docent hebben beide een coachende rol bij het concretiseren en faciliteren van de leeractiviteiten van de aios.

Differentiatie-onderwijs[bewerken | brontekst bewerken | brontekst bewerken]

Naast het bestaande HOVUmc instituutsonderwijs kunnen aios tijdens de tweede  huisarts-stage gebruikmaken van een aanvullend, landelijk, verdiepend onderwijsaanbod: de Differentiaties. Hiermee kan de aios zich extra bekwamen in een onderdeel van de huisartsgeneeskunde dat hem/haar fascineert (‘huisarts plus’).

Aios die een differentiatie doen volgen ca 1 x per maand in totaal 5 onderwijsdagen op het instituut waar de differentiatie wordt gegeven. Daarnaast kunnen aios maximaal 3 uur praktijktijd aan de differentiatie besteden. Het volgen van een differentiatie vraagt daarnaast om een investering van ‘eigen tijd’.

Differentiatie-onderwijs volgen betekent minder ‘gewoon instituutsonderwijs’ volgen: aios die een differentiatie volgen werken op de donderdag in de vierde week van de maand  in de praktijk en volgen dan geen terugkomdag onderwijs. (let op: week 1 is hierbij de week met de eerste maandag van de maand erin). De reden voor deze compensatie is dat de aios ander te veel terugkomdagen volgt, respectievelijk te weinig in de praktijk werkt. Zie regelgeving: maximum aantal terugkomdagen. 

Toetsing en beoordeling[bewerken | brontekst bewerken | brontekst bewerken]

Met ingang van maart 2014 geldt het Toetsprogramma HOVUmc voor alle betrokkenen (aios, opleiders en docenten) voor hoe de beoordeling van de aios Huisartsgeneeskunde bij HOVUmc wordt ingevuld. In dit programma worden de criteria beschreven die beoordelaars gebruiken voor de beoordeling van de prestaties van de aios. De nadere uitwerking van de verschillende toetsmomenten is nader uitgewerkt in een tijdpad, zie daarvoor:

E-portfolio[bewerken | brontekst bewerken | brontekst bewerken]

Beoordeling[brontekst bewerken | brontekst bewerken]

Elke aios houdt in het eigen e-portfolio en op Canvas de belangrijkste opleidingsresultaten bij. Het portfolio bevat de voortgangsadviezen en een neerslag van de beoordelingen en prestaties van de aios die het bewijs vormen van het verworven niveau van de competenties. We beschouwen de aios als eigenaar van het portfolio. De aios nodigt beoordelaars uit om hun beoordelingen in te vullen die besproken worden in de voortgangsadviezen.

Aan het einde van de stage nodigt de aios het hoofd van de opleiding uit om het voortgangsbesluit te nemen. Verplicht onderdeel van het beoordelingsdeel zijn de achtereenvolgende versies van het IOP, de ComBeL's, de verslagen van het voortgangsgesprek, de behaalde toetsresultaten en de beoordelingen na 6 en 9 maanden. Ook de beoordeling van het diensten doen krijgen hierin een plaats. Een overzicht van de prestaties die nodig zijn om de stage af te ronden zijn gevat in de verplichtingen aios:

Ontwikkeling[brontekst bewerken | brontekst bewerken]

Behalve aan het verplichte beoordelingsdeel biedt het portfolio ook 'vrije' ruimte. Hierin kunnen 'bewijsstukken' opgeslagen worden die kunnen dienen als illustratie/ onderbouwing van de ontwikkeling van de aios. Dit kan bijvoorbeeld een feedbackdocument zijn, maar ook een geslaagd consult zijn waar je trots op bent, een geslaagd onderwijsprogramma, een bericht van een dankbare patiënt of een blijk van waardering van een collega. De aios kan uit deze 'content' zelf een selectie maken van prestaties die als illustratie kunnen dienen bij een beoordelingsmoment of bij de start van een volgende opleidingsmodule.

Het portfolio gaat met de aios mee gedurende de gehele opleiding. Ook na de opleiding kun je het portfolio benutten (als show- case). Tijdens de opleiding is de aios verplicht om het portfolio open te stellen voor het hoofd van de opleiding, de teamleider en onderwijsassistente van het betreffende opleidingsjaar, de achtereenvolgende opleiders/stageopleiders en docenten die hem of haar gedurende de periode van de betreffende stage begeleiden. Voor meer informatie zie de portfolio informatie website.

Ondersteuning[brontekst bewerken | brontekst bewerken]

Canvas[bewerken | brontekst bewerken | brontekst bewerken]

Leeromgeving[brontekst bewerken | brontekst bewerken]

Ter ondersteuning van de opleiding maken we voor de aios-groep en parallel hieraan draaiende opleiders-groep gebruik van Canvas als leeromgeving. Dit is het belangrijkste communicatiekanaal tussen aios, docenten en huisartsopleiders voor actuele zaken die het cursorich onderwijs betreffen. Iedere aios beschikt hiermee over een eigen 'brievenbus' voor het inleveren van werk- documenten, opdrachten en presentaties waarop feedback gevraagd wordt. Daarnaast is er ook per groep en per aios ruimte voor documenten en stukken van algemener belang (zoals relevante artikelen, websites, etc.).

Om de opleiding te kunnen volgen is dan ook een absolute voorwaarde, dat je beschikt over een snelle internettoegang. Iedere aios krijgt voor de duur van de opleiding een eigen VUmc - account/emailadres. Om misbruik te voorkomen dient de toegangscode regelmatig geactualiseerd te worden. De aios ontvangt hierover tijdig bericht van het instituut.

Expert onderwijs[brontekst bewerken | brontekst bewerken]

Canvas wordt tevens ingezet voor het inschrijven voor het expert-onderwijs.

Ondersteuning[brontekst bewerken | brontekst bewerken]

Wiki: Onderwijsinhoud[bewerken | brontekst bewerken | brontekst bewerken]

Op deze wiki is, naast alle handleidingen en regelgeving, ook veel inhoudelijke informatie te vinden, gerangschikt onder ca 13 leerlijnen. Deze inhoud wordt gepresenteerd in de vorm van onderwijsbouwstenen, die te gebruiken zijn bij het maken van onderwijs door aios en docenten. Ook zijn bouwstenen soms geschikt voor het praktijkleren en/of voor leergesprekken of zelfstudie. De bouwstenen zijn waar mogelijk gerangschikt per KBA. Ook zijn de onderwijsbouwstenen te vinden met behulp van de zoekfunctie rechts boven in het scherm. Het maken van nieuwe bouwstenen is in 2018 in volle gang. Er is dus nog geen dekkend aanbod voor het huisartsgeneeskundig domein.

Overgenomen van "https://www.hovumc.nl/w/index.php?title=2e_Huisartsstage&oldid=6216"

Categorieën:

Edit

  • Brontekst bewerken
  • Geschiedenis
  • Niet volgen
  • Vernieuwen
  • Hernoemen

Inhoudto top

Auteursrechten - Creative Commons

Handleiding