Kinderen met problematisch of afwijkend gedrag: verschil tussen versies

Uit Wiki HOVUmc
Ga naar: navigatie, zoeken
k
k
Regel 34: Regel 34:
  
 
=== Relevantie ===
 
=== Relevantie ===
Ongeveer één op de 10 ouders ervaart problemen bij de opvoeding van hun kind(eren) of ervaren het gedrag van hun kind als lastig of problematisch, maar kaarten dan zelden uit zich zelf aan bij de huisarts. De huisarts krijgt regelmatig de vraag een kind te verwijzen voor (ADHD-)diagnostiek. Geef je altijd gehoor aan die vraag? Is het nuttig of nodig zelf nog enige diagnostiek te doen? Zo ja, hoe doe je dat?
+
Wat is normaal gedrag en wat niet? Wanneer is gedrag problematisch?  
  
Het aantal POH-jeugd neemt gestaag toe. Op dit moment heeft zo’n 50-60% van de huisartspraktijken een POH-jeugd. Wat is de rol van de huisarts naast zo’n POH-jeugd. Veel huisartsen voelen zich niet capabel om de diagnose ADHD of autisme te stellen. Maar wat kun je als huisarts wél doen?
+
Ongeveer één op de 10 ouders ervaart problemen bij de opvoeding van hun kind(eren) of ervaren het gedrag van hun kind als lastig of problematisch, maar kaarten dan zelden uit zich zelf aan bij de huisarts. De huisarts krijgt regelmatig de vraag een kind te verwijzen voor (ADHD-)diagnostiek.  
 +
 
 +
Veel huisartsen voelen zich niet capabel om diagnoses te stellen als het om psychische of psychiatrische problemen bij kinderen gaat. Maar wat kun je als huisarts wél doen?
  
 
=== Doelen ===
 
=== Doelen ===
Regel 50: Regel 52:
  
 
=== Onderwijsactiviteit 1 ===
 
=== Onderwijsactiviteit 1 ===
'''Verplichte voorbereiding:'''
+
'''Verplichte voorbereiding AIOS:'''
* Houdt gedurende minimaal 5 spreekuurdagen bij hoeveel kinderen je ziet die voldoen aan één of meerdere criteria van het zgn. ‘turflijstje’.
+
* Houdt gedurende 5 spreekuurdagen bij hoeveel kinderen je ziet die voldoen aan één of meerdere criteria van het zgn. ‘turflijstje’.
* Neem één casus mee naar de praktijk van een kind met problematisch of afwijkend gedrag. Eventueel ook een casus van een kind met onbegrepen lichamelijke klachten.
+
* Neem één casus mee naar de praktijk van een kind met problematisch of afwijkend gedrag. Dat mag ook een casus zijn van een kind met onbegrepen lichamelijke klachten.
 +
* Kijk vooraf het minicollege over de context-anamnese cq. scharnierconsult ''(volgt, is in de maak)''.
 
'''Facultatieve voorbereiding:'''
 
'''Facultatieve voorbereiding:'''
* Bespreek in een leergesprek met de HAO hoe hij problematiek bij kinderen weegt en beoordeelt.
+
* Bespreek in een leergesprek met de HAO hoe hij de diagnostiek doet bij dit soort problemen bij kinderen.
 
* Indien er een POH-jeugd werkzaam is in de praktijk: Vraag eens wat voor soort problematiek hij/zij ziet en begeleidt.
 
* Indien er een POH-jeugd werkzaam is in de praktijk: Vraag eens wat voor soort problematiek hij/zij ziet en begeleidt.
* Lees vooraf het document voer het scharnierconsult.
+
* Lees evt. de [https://www.nhg.org/standaarden/samenvatting/adhd-bij-kinderen NHG-standaard ADHD bij kinderen door].
* Lees de [https://www.nhg.org/standaarden/samenvatting/adhd-bij-kinderen NHG-standaard ADHD bij kinderen door].
+
* Lees evt. hoofdstuk 17 'Kinderen en adolescenten met psychische problemen' uit het boek 'De dokter en de patiënt met psychische problemen' (ISBN 978-90-368-2173-5).
* Lees hoofdstuk 17 'Kinderen en adolescenten met psychische problemen' uit het boek 'De dokter en de patiënt met psychische problemen' (ISBN 978-90-368-2173-5).
+
* Kijk
  
 
=== Onderwijsactiviteit 2 ===
 
=== Onderwijsactiviteit 2 ===
 
'''Op de TKD'''
 
'''Op de TKD'''
 
* Bespreek in 2-3-tallen de ervaringen met betrekking tot het bijhouden van het turflijstje. Wat valt op?
 
* Bespreek in 2-3-tallen de ervaringen met betrekking tot het bijhouden van het turflijstje. Wat valt op?
* Gebruik de presentatie ‘Context-anamnese bij kinderen’.
+
* Bespreek de inhoud van het mini-college. Of kijk het ter plekke op de TKD. Zijn er vragen over?
* Gebruik het workshopmateriaal (programma, handleiding en inhoud Envelop puzzelstukjes deel 1 en Envelop puzzelstukjes deel 2)
 
 
* Laat de aios zelf oefenen in 2-3-tallen met de eigen casus.
 
* Laat de aios zelf oefenen in 2-3-tallen met de eigen casus.
  
Regel 120: Regel 122:
 
</accordion>
 
</accordion>
 
</div>
 
</div>
==== Links naar informatie over deze materie: ====
+
==== Links naar achtergrondinformatie over deze materie: ====
* Zie [http://www.eureka-jeugdggz.nl/ www.eureka-jeugdggz.nl]
+
* Zie Diagnostiek GGZ bij kinderen: het 'scharnierconsult' (elders op deze leerlijn).
* Zie Diagnostiek GGZ bij kinderen: het 'scharnierconsult'.
+
* Zie Youtube-filmpje over Eureka-project: https://www.youtube.com/watch?v=GoGoyIpJewo&t=849s
* Zie Youtube-filmpje over Eureka-project:
 
 
* Voor vluchtelingen kinderen: https://www.pharos.nl/wp-content/uploads/2018/10/psychische_problematiek_bij_vluchtelingkinderen_en-jongeren-praktijkkaart_huisarts_en_poh-ggz.pdf
 
* Voor vluchtelingen kinderen: https://www.pharos.nl/wp-content/uploads/2018/10/psychische_problematiek_bij_vluchtelingkinderen_en-jongeren-praktijkkaart_huisarts_en_poh-ggz.pdf
 
* Zie ook het [[Het Cultureel Interview|cultureel interview]] van de leerlijn diversiteit.  
 
* Zie ook het [[Het Cultureel Interview|cultureel interview]] van de leerlijn diversiteit.  
  
 
{{Footer - Leerlijn psychische klachten}}
 
{{Footer - Leerlijn psychische klachten}}

Versie van 14 feb 2022 om 12:51


Leerlijn psychische klachten
Auteur

Dick Walstock

Stage

CZ stage
GGZ stage
2e Huisartsstage

KBA

8. Afwijkend gedrag bij kinderen

Competenties

Communicatie
Samenwerken
Organiseren
Professionaliteit

Toepassing

Praktijkleren
Onderwijsprogramma
Zelfstudie

WORDT MOMENTEEL GRONDIG HERZIEN

Relevantie

Wat is normaal gedrag en wat niet? Wanneer is gedrag problematisch?

Ongeveer één op de 10 ouders ervaart problemen bij de opvoeding van hun kind(eren) of ervaren het gedrag van hun kind als lastig of problematisch, maar kaarten dan zelden uit zich zelf aan bij de huisarts. De huisarts krijgt regelmatig de vraag een kind te verwijzen voor (ADHD-)diagnostiek.

Veel huisartsen voelen zich niet capabel om diagnoses te stellen als het om psychische of psychiatrische problemen bij kinderen gaat. Maar wat kun je als huisarts wél doen?

Doelen

  • De aios weet hoe hij op ‘pluis-niet-pluis-niveau’ diagnostiek kan doen bij kinderen met problematisch of afwijkend gedrag.

Subdoelen

  • De aios weet welke kinderen een groter risico lopen op psychische of psychosociale problemen.
  • De aios kan in één à twee gesprekken van 20 minuten met ouders en kind de ernst van de problematiek inschatten.
  • De aios weet welke informatie van belang is voor deze beoordeling en weet welke vragen hij/zij daartoe moet stellen.

Gebruiksaanwijzing

Volgt

Onderwijsactiviteit 1

Verplichte voorbereiding AIOS:

  • Houdt gedurende 5 spreekuurdagen bij hoeveel kinderen je ziet die voldoen aan één of meerdere criteria van het zgn. ‘turflijstje’.
  • Neem één casus mee naar de praktijk van een kind met problematisch of afwijkend gedrag. Dat mag ook een casus zijn van een kind met onbegrepen lichamelijke klachten.
  • Kijk vooraf het minicollege over de context-anamnese cq. scharnierconsult (volgt, is in de maak).

Facultatieve voorbereiding:

  • Bespreek in een leergesprek met de HAO hoe hij de diagnostiek doet bij dit soort problemen bij kinderen.
  • Indien er een POH-jeugd werkzaam is in de praktijk: Vraag eens wat voor soort problematiek hij/zij ziet en begeleidt.
  • Lees evt. de NHG-standaard ADHD bij kinderen door.
  • Lees evt. hoofdstuk 17 'Kinderen en adolescenten met psychische problemen' uit het boek 'De dokter en de patiënt met psychische problemen' (ISBN 978-90-368-2173-5).
  • Kijk

Onderwijsactiviteit 2

Op de TKD

  • Bespreek in 2-3-tallen de ervaringen met betrekking tot het bijhouden van het turflijstje. Wat valt op?
  • Bespreek de inhoud van het mini-college. Of kijk het ter plekke op de TKD. Zijn er vragen over?
  • Laat de aios zelf oefenen in 2-3-tallen met de eigen casus.

Docenten handleiding:

  • Voorstellen.
  • Wat is het Eureka-project.
  • Probleem: hoe doe je als huisarts diagnostiek?
  • Start bij dia 6:
  • Maak 2-3 tallen om samen te werken.
  • Informatie letterlijk versnipperd: deel envelop 1 uit aan de groepjes.
  • Jullie krijgen nu 5' de tijd om het te ordenen, chronologisch, inhoudelijk, etc
  • Na ongeveer 5’ onderbreek je de discussie: Tja, zo gaat het op het spreekuur ook! Daar heb je ook tijdsdruk, ook hele verschillende brokjes informatie, het is soms echt een puzzel.
  • Inventariseer bij de subgroepjes wat ze tot nu toe weten, wat ze denken, of er al een diagnose boven komt drijven? Besteedt daar 5-10 minuten aan.
  • Deel vervolgens envelop 2 uit en wederom krijgen ze 5’ de tijd.
  • Inventariseer wederom wat ze tot nu toe weten, denken, etc. Vraag daarna om een conclusie of een diagnose met (behandel)voorstel wat te doen.
  • Je zult merken dat mensen heel verschillend hier op reageren. Veel vragen om meer tijd, meer informatie, mopperen dat dit zo niet kan, etc.
  • De parallel met het echte spreekuur is, dat je daar óók te weinig tijd ervaart, óók het gevoel hebt dat je eigenlijk veel meer zou willen weten en vragen, maar toch tot een besluit moet komen.

Aanleiding:

  • Diagnostiek bij kinderen lastig zeggen HA
  • Huisartsen zien zichzelf niet als deskundige op dit terrein, denken dat ze te weinig kennis hebben daarvoor.
  • Wat is normaal, wanneer is druk ADHD? Wanneer label je iets autisme? Daar hebben huisartsen toch geen verstand van?
  • Communiceren met kinderen is anders, maar hoe doe je dat dan?

Doel:

  • Model dat informatie ordent en helpt te wegen en daarmee diagnostiek vergemakkelijkt.
  • Huisartsen laten ervaren dat ze bekwamer zijn dan ze denken (Deels onbewust bekwaam).
  • Een neven-effect van deze methodiek is dat de structuur je helpt in het consult en daarmee meer ruimte schept voor de communicatie.

Activiteit:

  • Context-schema presenteren en uitleggen.
  • Eventueel oefenen aan de hand van een eigen casus.

Resultaat:

  • Overzicht over de verkregen en ontbrekende informatie
  • Dat geeft op pluis-niet-pluis-niveau een diagnose.
  • Door de methodiek vergelijkt je het kind namelijk met de eigen referentiegroep.

Tijd:

  • Kost 1 a 2 x 20 minuten.

Nabespreking:

  • Als ik dit met huisartsen doe is hun reactie vaak iets in de trant van: Ja maar, dat doe ik al! Mijn vraag is dan: dat klopt vast, maar doe je het ook vollédig, systematisch en bewust?
  • Plenair de informatie uit de casus ordenen aan de hand van dit schema (5 min.)
  • Eventueel aan de hand van het context-schema een eigen casus bespreken. (10 min.)
  • Video Ellen: (20 min.) (= facultatief)
    • Korte inleiding: Video is gemaakt door huisarts en POHGGZ samen. Bedoeld om te laten zien wat voor non-verbale methodieken de POHGGZjeugd inzet in de communicatie met en behandeling van kinderen.
    • Video laten zien
  • Vragen om te bediscussiëren: (10 min.) (korter, als tijdens presentatie al veel gevraagd is) Afhankelijk van de deelnemers:
    • Wat hiervan kunnen AIOS cq. HA ook gebruiken?
    • Is het niet de moeite waard de POHGGZ meer in te zetten bij het onderwijs? Zo ja: hoe?
    • Wat zou je kunnen leren van de POHGGZ e/o POHjeugd?

Links naar achtergrondinformatie over deze materie:

De bouwstenen in de leerlijn psychische klachten

De leerlijnen

Categorie: De 10 huisartsgeneeskundige thema's
Kort Spoed Chron Ouderen Kind Psych ALK Pall Preventie Praktijk
Korte episode zorg
Spoedeisende zorg
Chronische zorg
Complexe ouderenzorg
Zorg voor het kind
Psychische klachten
ALK
Palliatieve zorg
Preventie
Praktijkmanagement
Categorie: Competentiegebieden
Medisch handelen Communicatie Maatsch. handelen Wetenschap Professionaliteit
Medisch handelen
Communicatie
Maatschappelijk handelen
Wetenschap
Professionaliteit
Categorie: Overige aandachtsgebieden
Diversiteit Seksualiteit Innovatie
Diversiteit
Seksualiteit
Innovatie