Het consult loopt vast door besliskundige onzekerheid: het klinisch redeneren (KR-module 2)

Uit Wiki HOVUmc
Ga naar: navigatie, zoeken



Leerlijn korte episode zorg
Auteur

Yeun Ying Wong

Stage

1e Huisartsstage
Klinische stage
CZ stage
GGZ stage
2e Huisartsstage

KBA

1. Consult filteren
2. Consult-basis
3. Aanvullende diagnostiek
4. Behandeling en beleid
5. Verslagleggen en coderen
6. Afsluiten episode
8. Voorlichting en advies

Competenties

Medisch handelen
Communicatie

Leerplek

Leergesprek
Praktijkleren
Onderwijsprogramma
Zelfstudie

Relevantie

Deze bouwsteen gaat in op de medisch-technische en besliskundige onzekerheid (veelal op basis van kennis en ervaring).

Diagnostische onzekerheid is een onmisbaar aspect van het klinisch redeneren. Ook de zeer ervaren huisarts loopt regelmatig tegen ingewikkelde situaties aan, waarin hij het even niet weet wat hem te doen staan. Dit is normaal onderdeel van de dagelijkse praktijk waarin nieuwe en onbekende situaties zich blijven voordoen. De onzekerheid toestaan en signaleren én blijven nadenken / nazoeken/ navragen zijn onderdeel van het huisartsenvak.

Doel

Deze module biedt handvatten ter verbreden, verdiepen en nuanceren van het klinisch redeneren.

Voorbereiding

Lees casus B (een kind met koorts) als voorbeeld.

Het beschrijft hoe de opleider en inhoudelijk kan omgaan met een aios die zich nog onervaren voelt met kinderen met koorts, door gebruikt te maken van de vragenlijst in deze module over het inhoudelijke klinisch redeneren.

Gebruiksaanwijzing

De handvatten zijn in de vorm van vragen, systematisch opgedeeld naar de verschillende fasen van het consult (zie uitklap per fase van consult).

Bij elke fase van het medische inhoudelijk klinisch redeneren, staan onder [WAT WEET JE EN WAT BETEKENT DAT?] diverse vragen die de hao kan gebruiken naar gelang de casus om de aios te helpen het eea van de casus op een rij te zetten.

Met deze kennis, stelt de hao vervolgens onder [WAT GA JE DOEN?] de sturende vragen aan de aios om samen tot een goede plan van aanpak of beleid of vervolg te kunnen komen.

Nb. Niet alle vragen, die eronder staan, zijn van gelijke belang en is verschillend per casus en vastgelopen probleem; het is aan de hao op die vragen te stellen waarmee de aios weer vooruit kan.

Onderwijsactiviteiten

Pak deze module erbij, tijdens een leergesprek over een vastgelopen casus, waarbij de aios onzekerheid uit over het medisch inhoudelijke van het consult (dit volgt eventueel uit de eerste analyse in module 1).

- Stel vast in welke fase van het consult het vastliep, zie hieronder. In welke fase van het geneeskundig proces zit de aios met patiënt?

- Klik op uitklap om naar de vragen van desbetreffende fase te gaan.

- Sta stil wat de aios al weet van de casus.

- Maak vervolgens samen een plan van aanpak op basis van de sturende (wat-ga-je-doen-)vragen.

Verdiepende vragen per fase van consult

WAT WEET JE EN WAT BETEKENT DAT?

- Beschrijf de klacht volgens ALTIS eens.

- Was de ALTIS volledig? denk ook aan de gevolgen voor het dagelijks leven

- Welke hypothesegerichte vragen heb je gesteld en wat kwam daar uit?

- Zijn de antwoorden van patiënt voldoende duidelijk? waar zit ev. onduidelijkheid?

- Missen we nog hypothesegerichte vragen of andere doorvragen?

- Verandert dit iets aan 'de drie' diagnosen? -meest waarschijnlijk, minder waarschijnlijke en uit te sluiten diagnose(n)?

- En waarom worden sommige diagnosen meer/minder waarschijnlijk?

- Vat wat je weet uit exploratie en anamnese nu eens samen, incl. waar je ev. nog onzeker over bent

WAT GA JE DOEN?

- Heb je in het journaal je belangrijkste beschrijvende gegevens (ALTIS) en positieve èn negatieve antwoorden op hypothesegerichte vragen genoteerd?

- Is er een heteroanamnese nodig?

- Welk lichamelijk onderzoek moet je doen i.v.m. de mogelijke diagnosen?

- Welk lichamelijk onderzoek kun je doen gezien de hulpvraag?

 WAT WEET JE EN WAT BETEKENT DAT?

- Was je lichamelijk onderzoek voldoende volledig (alle relevante onderdelen) met het oog op je beginhypothesen en de uitkomsten van de anamnese?

- Welke uitkomsten waren normaal, welke duidelijk afwijkend en over welke twijfel je?

- De volgende drie vragen gaan over de interpretatie van je bevindingen, betrek hier zo nodig gegevens over sensitiviteit, specificiteit, mooier nog waarschijnlijkheidsquotiënt van de betreffende onderdelen van het lichamelijk onderzoek bij (zie Leerboek Fysische diagnostiek - De Jongh et al.)

1. Welke hypothesen vallen af o.g.v. de uitkomsten van je lichamelijk onderzoek?

2. Komen er nieuwe hypothesen bij o.g.v. de uitkomsten van je lichamelijk onderzoek?

3. Over welke hypothesen bieden de uitkomsten van het lichamelijk onderzoek geen duidelijkheid?

Uitvoering: voel je je voldoende zeker over de uitvoering van de onderdelen van het lichamelijk onderzoek waar het hier om gaat? Kun je je bevindingen bij lichamelijk onderzoek samenvatten?

 WAT GA JE DOEN?

- Heb je de algemene indruk genoteerd?

- Heb je belangrijkste positieve èn negatieve bevindingen genoteerd?

- Wat ga je doen om meer zekerheid over de over de eventuele onduidelijke bevinding(en) te krijgen?

Bronnen

Casus B. Een kind met koorts.

De bouwstenen in de leerlijn korte episode zorg


De leerlijnen

Categorie: De 10 huisartsgeneeskundige thema's
Kort Spoed Chron Ouderen Kind Psych ALK Pall Preventie Praktijk
Korte episode zorg
Spoedeisende zorg
Chronische zorg
Complexe ouderenzorg
Zorg voor het kind
Psychische klachten
ALK
Palliatieve zorg
Preventie
Praktijkmanagement
Categorie: Competentiegebieden
Medisch handelen Communicatie Maatsch. handelen Wetenschap Professionaliteit
Medisch handelen
Communicatie
Maatschappelijk handelen
Wetenschap
Professionaliteit
Categorie: Overige aandachtsgebieden
Diversiteit Seksualiteit Innovatie
Diversiteit
Seksualiteit
Innovatie